Skip to main content

Sommige scholen onttrekken zich aan hun zorgplicht

Vorige week had ik bijna een uur staan praten met een boze/verdrietige moeder. Een nog net niet kapot gestreden exemplaar van het kaliber van ‘mijn kind eerst op de rit en daarna stort ik in’. Bijzonder om haar zo strijdbaar te zien, het was ooit zo’n esoterisch verantwoorde, theedrinkende Vrije School-moeder, de wereld was mooi en zou er door haar prachtige zoon alleen maar mooier van worden. Zo’n exemplaar. Zeg maar de zonnige kant van moederschap.

Ze vertelde, in een drukke, tochtige winkelstraat uitvoerig over de strijd om voor haar bijna geknakte puberzoon een veilige, warme, goede plek te vinden binnen het Nederlandse Onderwijssysteem. Het was Kafka. Ik zal u de details besparen maar in grote lijnen komt het neer op veel huilen, veel smeken, veel schrijven, veel je verantwoorden, aan veel bellen trekken, veel slapeloze nachten, machteloosheid, wanhoop en dan, aan het eind van die echt verschrikkelijk veel te lange tunnel is er, op een mooie dag, iemand die zegt: «Ik kan je wel helpen, maar het moet onder ons blijven».

De verlossing komt uit een maffiadeal waar niemand, ècht niemand, van mag weten, anders rollen er koppen en kan een ander niet geholpen worden, dus we willen je helpen, we kunnen je helpen, we betalen het zelfs voor je, maar je houdt je mond. Ja, en dan zeg je, doodgestreden, lamgeslagen, klemgekletst, dankbaar, ja. Je schaamde je een beetje, jouw kind krijgt dan uiteindelijk wel die hulp, maar ja, jij hebt ook dat gevecht geleverd. Dat andere kind met die andere ouders heeft gewoon pech. That’s life. Survival of the fittest.

Die avond, en dat maakt dit verhaal zo glorieus hoopvol, was het programma De Monitor op de buis. Over passend onderwijs. https://www.npo.nl/de-monitor/12-11-2017/KN_1692665

De afsluiting van het programma was een verklaring van het Ministerie van Onderwijs:

«Ons doel is dat zoveel mogelijk kinderen in het bekostigde onderwijs een plek kunnen vinden. De werkelijkheid is dat dit nog niet voor alle kinderen lukt. Daarom gaan we het in zeer specifieke gevallen mogelijk maken om tijdelijk particulier onderwijs te volgen, mits de scholen er samen voor zorgen dat er ook een definitieve oplossing komt in het bekostigde onderwijs».

Ik werk al jaren op een VAVO. Dat is een school voor Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs – VMBO, HAVO en VWO – waar leerlingen op een volwassen manier aan hun diploma kunnen werken. Wij hebben al jaren een samenwerkingsverband met Speciaal Onderwijs. Voor havo-leerlingen bestaat de mogelijkheid om een regulier diploma te halen in samenwerking met Aventus Lyceum. Wij verzorgen de lessen voor het diploma en De Onderwijsspecialisten, (pedagogen), begeleiden leerlingen die cognitief op het juiste niveau zitten en helpen hen bij hun gedrag en hun eventuele psychiatrische problematiek. Zij bieden (voortgezet) speciaal onderwijs aan leerlingen die specifieke ondersteuning nodig hebben. Bijvoorbeeld omdat deze leerlingen moeilijk leren of omdat zij een lichamelijke of meervoudige beperking hebben, chronisch ziek zijn of extra begeleiding nodig hebben bij hun gedrag. Bij ons kunnen dus jongeren met complexe onderwijsbehoeften een havo-diploma behalen binnen een reguliere onderwijsinstelling.

De leerlingen van Speciaal Onderwijs hebben dus les in reguliere VAVO-klassen, maar krijgen extra faciliteiten. Voor de les begint moeten zij zich melden op het basiskamp. Een rustig lokaal dat de hele dag voor ze open staat. Ze kunnen daar terecht als ze een tussenuur hebben, rustig willen werken, even tijd voor zichzelf nodig hebben, even wat willen eten, even willen overleggen met de begeleiding, even hun verhaal kwijt willen, even moeten afkoelen, als ze klem zitten. Na de laatste les moeten ze zich daar ook weer afmelden. Het basiskamp is tevens helpdesk en aanspreekpunt voor ouders. De begeleiders verzorgen LOK-lessen (Leergebied Overstijgende Kerndoelen), zeg maar sociale vaardigheden en weerbaarheidstrainingen. Het doel is immers om de leerlingen klaar te stomen voor de maatschappij, dat jongeren zo zelfstandig mogelijk leren te functioneren. Dat lukt aardig, met de huidige aanpak zitten we op een slagingspercentage tussen de 80 en 100 procent.

De middelbare scholen zijn sinds de invoering van de Wet passend onderwijs in 2014 verplicht voor ieder kind een passende plek te vinden. Omdat dat niet altijd lukt, grijpen de scholen als noodgreep naar illegale constructies, blijkt uit onderzoek van het televisieprogramma De Monitor. In een gesprek vertelt één van onze pedagogen met een zekere ironie dat ze tegenwoordig minder doorverwijzingen krijgt van Speciaal Onderwijs. Zij krimpen omdat zo veel mogelijk leerlingen naar regulier onderwijs moeten. De doorverwijzingen komen tegenwoordig uit het reguliere onderwijs waar ze in het kader van de wet Passend Onderwijs alles uit de kast halen, om er na een lange martelgang achter te komen dat ze, heel verrassend, handelingsverlegen zijn. Zij moeten dan de leerlingen alsnog doorverwijzen naar het speciaal onderwijs. De reguliere docenten zijn dan inmiddels kapot overvraagd en het kind komt steeds verder achterop. Negatieve ervaring op negatieve ervaring geeft geen positief zelfbeeld.

Op 14 november 2017 had het Algemeen Dagblad een goed verhaal: https://www.ad.nl/politiek/slob-roept-scholen-op-trek-aan-bel-als-passend-onderwijs-niet-lukt~a7c1f4f0/

Dat scholen nu via illegale constructies ervoor kiezen om de leerlingen te sturen naar dure particuliere scholen, begrijp ik niet zo goed. De constructie zoals die bestaat op mijn school, via de samenwerkingsverbanden, werkt uitstekend en komt uit reguliere gelden. De illegale constructies waren Slob niet bekend, maar de minister voegt eraan toe dat het slagen van het beleid staat of valt met ‘transparantie’ vanuit de scholen: “Zelfs de samenwerkingsverbanden hebben niet aan de bel getrokken”.
“Ieder kind heeft recht op een passende plek”, zei Slob na vragen over het nieuws dat middelbare scholen bepaalde kinderen naar particuliere scholen sturen voor passend onderwijs, en dat illegaal bekostigen vanuit het eigen budget. “De inspectie gaat in het belang van het kind in gesprek met scholen en samenwerkingsverbanden. Dan wordt nagegaan waarop de zoektocht naar passend onderwijs vastloopt”.
Scholen komen niet graag voor de constructie uit, uit angst dat de Onderwijsinspectie de leerlingen alsnog van de particuliere scholen haalt. Slob benadrukt dat angst voor het overtreden van de regels geen rol moet spelen. “Je wordt er echt niet direct op afgerekend. Het gaat om de kinderen, we willen niet dat ze tussen wal en schip vallen”.
Slob doet dan ook een prangende oproep aan de sector: “Leg het op tafel, maak het bespreekbaar. Dan kunnen we bekijken hoe we de zorg voor de leerling toch zo optimaal mogelijk kunnen maken”.

Waar de zoektocht naar passend onderwijs op vastloopt is het feit dat VAVO buiten de VO-samenwerkingsverbanden valt. Dit is eenvoudig op te lossen door VAVO hierbij aan te laten sluiten en voortaan als partner hierin te zien.
De gelden voor het Passend Onderwijs VO worden beheerd door het Samenwerkingsverband VO. Deze samenwerkingsverbanden kunnen leerlingen plaatsen op VO-scholen of VSO-scholen (speciaal voortgezet onderwijs) en stellen hiervoor een arrangement ter beschikking. Waar wij nu goed in zijn, is dat wij een constructie hebben met het VSO waarbij leerlingen intensief worden begeleid. Dit zijn echter nu alleen VSO-leerlingen. Er zijn veel meer leerlingen gebaat bij een dergelijke constructie. Wanneer deze leerlingen in hun huidige VO-scholen blijven zitten is het qua volume vrijwel onbetaalbaar voor het VO. Waarom niet de krachten bundelen en hiervoor een gezamenlijke oplossing bieden?

i love it when a plan ch goulmy

Soms valt alles op z’n plek

 

Charlotte Goulmy
lerares Frans