Rekentoetsen en de wetgever: een parlementair ongeval

Bekijk eens de website van Ben Wilbrink die sinds 1999 onbezoldigd bezig is met de ontwikkeling van een theorie over strategische voorbereiding op examens en een ontwerptheorie voor toets- en examenvragen. Sinds 2010 gaat zijn aandacht vooral uit naar de problematiek in ons reken- en wiskundeonderwijs: “Met dit rekenproject sta ik middenin het maatschappelijk debat over het reken- en wiskundeonderwijs, een debat dat in de VS wel de ‘Math Wars’ heet”.
Wilbrink was werkzaam aan de Universiteit van Amsterdam in het Centrum voor Onderzoek van het Wetenschappelijk Onderwijs (COWO) en het SCO-Kohnstamm Instituut voor onderzoek van opvoeding en onderwijs. Specialisatie: testen, examens, selectie (loten voor numerus fixus opleidingen).

Wilbrinks website, het resultaat van veertig jaar onderzoek, bevat een schat aan informatie over publicaties, ingedeeld in rubrieken en geordend naar thema’s – zoals toetsen, selectie, arbeidsmarkt – projecten en verwijzingen naar recente literatuur.
Wilbrink: “Onderwijs en beoordelen, en zeker beoordelen in het onderwijs: daar gaat het over. Op deze site publiceer ik eigen onderzoek uit mijn tijd bij het COWO en het SCO-Kohnstamm Instituut opnieuw — a second life — en nieuw onderzoek onder eigen beheer voor het eerst. Het reken- en wiskundeonderwijs heeft tegenwoordig mijn zorgzame belangstelling (zie menu ‘actueel!’)”.

Wilbrink volgt de ontwikkelingen op het gebied van rekenonderwijs op de voet en geeft er commentaar op. Op 8 oktober 2013 bijvoorbeeld heeft hij een brief geschreven aan de Vaste Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap betreffende de duiding van de hoge percentages onvoldoendes op de rekenpilots, zoals vermeld in de Kamerbrief Voortgangsrapportage invoering referentieniveaus taal en rekenen 2013*). Hij schreef:

“Mw. E. de Kler

De sectorraden hebben vandaag in een brief aan de Tweede Kamer om een ‘haalbaarheidsonderzoek rekentoets’ verzocht.

Een belangrijke vraag daarbij is: waar zit het hem eigenlijk in dat de resultaten op de rekenpilots zulke hoge percentages ‘onvoldoendes’ opleveren? Daar zit een complex van factoren achter, zoals ook de sectorraden vermoeden. Maar niet al deze factoren zijn specifiek voor het onderwijs: ook bij een toets verpleegkundig rekenen (Cito) blijken verpleegkundigen uit de beroepspraktijk daar 80%’onvoldoende’ op te scoren. Zie in bijgevoegd pdf-bestand een uiteenzetting, opgeknipt in vijftien punten van aandacht. Het is een ongepolijst maar urgent stuk, geen oprisping van de laatste week, maar al enkele jaren in voorbereiding (voorafgaande publicaties in ‘Examens, Tijdschrift voor de Toetspraktijk’, het blad van de Nederlandse Vereniging voor Examens).

Met vriendelijke groet,
Ben Wilbrink (geen institutionele bindingen) Leiden, 8 oktober 2013”.

Klik hier voor het pdf document Rekentoetsen-F: vooral veel onvoldoendes, maar waarom eigenlijk? door Ben Wilbrink.

*) Zie Aanbieding voortgangsrapportage invoering referentieniveaus taal en rekenen 2013, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 26 september 2013:  aanbieding-voortgangsrapportage-invoering-referentieniveaus-taal-en-rekenen-2013

Rekentoetsen en de wetgever

In zijn opstel Rekentoetsen en de wetgever – een parlementair ongeval schreef Wilbrink:

“Het probleem in ons land (maar niet alleen hier) is dat een invloedrijke groep uit de onderwijsprovincie erin is geslaagd het begrip ‘rekenvaardigheid’ van zijn ziel te ontdoen. Het rekenen als (algoritmische) vaardigheid is vervangen door praten over contexten en gebruik van de rekenmachine. Het moet allereerst glashelder zijn wat wiskundigen en gewone Nederlanders, zoals politici, onder rekenvaardigheid verstaan. Wie bij de overgang van vo/mbo naar ho zijn rekenvaardigheid wil opfrissen, gebruikt bijvoorbeeld het boekje van Pfaltzgraff of het uitgebreidere boek van Van de Craats en Bosch.
De commissie voor de rekentoetswijzer-3S, de Cie-Van de Craats, heeft uitstekend aangegeven wat rekenvaardigheid is, zie hoofdstuk 3 en paragraaf 4.1 in het commissierapport, dat is het deel zonder contexten. Wie graag een van de laatste didactiekboeken ziet die nog niet besmet zijn met constructivistische ideeen: Goffree e.a.

Een rekentoets hoort dus iets eenvoudigs te zijn, als iemand al behoefte eraan zou hebben om zo’n herhalingsoefening te versieren met het imponerende label ‘toets’. Talrijke minutentoetsjes in Goffree e.a. laten zien hoe simpel de toetsen zijn. Maar pas op: hoe eenvoudig het ook lijkt, het verwerven van deze rekenvaardigheid is een kwestie van zeer lange adem en grote investeringen.

Waar het in het vo om gaat — en dan scheer ik even alles over een kam — is het uitbreiden en onderhouden van de rekenvaardigheid van de leerlingen. Dat hoort een kwestie van integraal rekenbeleid van de school te zijn, geen staatsdwang bij de eindexamens. Zoals dat ook voor taalverzorging moet gelden”.

Rekentoetsen en de wetgever – een parlementair ongeval, door Ben Wilbrink, klik hier.

Website Duurzaamheid, Democatie, Informatie van Ben Wilbrink: www.benwilbrink.nl

 

Nieuwsbrief ontvangen?

Wij houden u graag op de hoogte van actuele ontwikkelingen binnen Stichting Beroepseer.  Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen? Dan kunt u zich hieronder aanmelden.

Contact

Adres:
Multatulilaan 12
4103 NM Culemborg

Email:
info@beroepseer.nl

© Stichting beroepseer