Interview met Philippe Meirieu over pedagogiek en de plicht om weerstand te bieden
Op 4 april 2016 bezocht de Franse onderwijspedagoog Philippe Meirieu Nederland naar aanleiding van de presentatie van de Nederlandse vertaling van zijn boek Pédagogie: le devoir de résister. Vertaler van het bij Phronese uitgegeven boek is Simon Verwer. Nederlandse titel: Pedagogiek: De plicht om weerstand te bieden.
Philip Meirieu is Frankrijks beroemdste pedagoog: “Elke Franse leraar kent hem, in iedere boekhandel zijn boeken van hem te vinden. Hij schreef meer dan dertig boeken over pedagogiek, wetenschappelijk en populair”, aldus Wouter Pols, werkzaam bij Kenniscentrum Talentontwikkeling en auteur van het proefschrit In de wereld komen – Een studie naar de pedagogische betekenissen van opvoeding, onderwijs en het leraarschap.
Simon Verwer is leraar communicatie en multimedia-design en mede-oprichter van De Denkfiguren: Voor onderzoek van het hedendaagse onderwijslandschap door middel van blogs, workshops en lezingen.
Simon Verwer had een interview met Meirieu op het Hyperion College in Amsterdam dat is gepubliceerd op de site van Science Guide, online nieuwsmagazine voor de kennissector. Het interview begint met een pittige constatering van Meirieu: “Leraren hadden een eigen cultuur, met referentiefiguren, met gezamenlijke symboliek ook. Die zijn ze kwijt”.
Verzet, een culturele en intellectuele taak
Vraag van Verwer: Uw boek postuleert een plicht tot verzet tot ‘résistance’, als opdracht voor het onderwijs en de onderwijsgevende. Dat is geen bozig, verongelijkt kont tegen de krib gooien, maar een intellectuele en culturele taak, schrijft u. Wat is dan zulke ‘résistance’ in wezen?
Meirieu: “Anders dan velen denken, marxisten bijvoorbeeld, is de school, het onderwijs als institutie niet voorzien van een soort ‘superstructuur’. Zij zien de school als een reproductie van de maatschappij. De structuren die de maatschappij domineren doen dat ook in de scholen als het ware. Mijn inziens doet men het onderwijs daarmee tekort. Die reproducerende opzet is bepaald niet de enige die de school karakteriseert.
Ik zie ook de rol van thermostaat. De school is deel van de cultuur en haar vaak spannende omgeving en de tempratuur daarvan straalt in de relaties en gebeurtenissen binnen het onderwijs door. De thermostaat voelt die kilte of opwarming niet alleen, hij past de tempratuur zo nodig aan met gevoel voor gezond evenwicht daarin.
In die functie zie je een tegenkracht, zulk verzet. Niet alleen in intellectuele zin, maar ook in concreet handelen, in de vorming die het onderwijs elke dag heeft te brengen”.
Jongeren komen uit de cultuur en omgeving rond de school het onderwijs binnen en die impulsen zijn niet verdwenen. Zij bepalen en sturen mee wat in de klas gebeurt. De thermostaat staat aan en is een gevoelig instrument dat tegenkracht biedt aan de buitentemperaturen, zie ik het zo goed? Hoe komt dat dan tot uiting in de vorming?
“Kijkt u eens naar het sterke individualisme van nu en de verbinding met de aantasting van het vermogen tot concentratie, ook in leerprocessen. Jongeren groeien op in een ‘sociéte pulsionelle’, een maatschappij van impulsen die op hen afkomen en reacties veronderstellen, primair individueel. Dat is verbonden met het consumentisme, dat weinig gemeenschapsgevoel of -afwegingen kent, en ook met de dominante van de beeldcultuur.
De hele omgeving gaat uit van begrippen als ‘spontaan’, van snelheid, ‘flashnews’ en een vorm van permanente opwinding. Teksten moeten kort en beperkt zijn, tijdverdrijf moet korte termijnen inhouden. Zo komen jongeren de school binnen, met korte aandachtspanne en lineair denken en reageren. De leraar moet dat individu niettemin leren denken en zich leren ontwikkelen als mens, ook tegen wat leren denken ondermijnt. Onthaasting is dan een opdracht van het onderwijs, ontkoppeling van het korte termijn determinisme”.
Kinderlijker, ongeremd gedrag
Résistance is dus tegenkracht tegen de spontaniteit van de korte termijn. Die komt echter met veel kracht van buiten de school binnen. Hoe vang je die op?
“Weet u, ik heb onderzoek gedaan naar de sociale betekenis van objecten waarmee maatschappelijke concepten kracht krijgen. Inderdaad, een ding, een object dat dingen verandert. Mij trok in het bijzonder de afstandsbediening. Dat blijkt een soort van mediale ‘telephallus,’ excusez le mot.
Dat object, apparaatje, geeft individuele macht over de indrukken en expressies van mensen. De afstandsbediening maakt het mogelijk dat je je grillen kunt volgen en laten domineren, het is letterlijk capricieus. Zo hoef je niet meer te wachten op een beeld of ‘flash’. Rust hoeft niet meer en je kunt je niet vervelen. De televisie werkte in haar beginfase heel anders, veel meer als een verbindend, collectief medium, ook thuis in de gezinnen. Met de afstandsbediening als object is een veel kinderlijker, ongeremd gedrag mogelijk geworden in het mediagebruik, en de mediaproducenten spelen daar natuurlijk op in. Iedere zijn eigen beeld, kanaal en object!
Verzet is in dit opzicht voor het onderwijs allereerst het recht dat je verwerft om hier tegenin te gaan. Dat is voor docenten lang niet eenvoudig. Ouders, management en beleid willen dat niet zomaar, niet vanzelf. Voor de docent is het dan wezenlijk dat deze zijn opdracht voorop stelt: de jeugd leren denken en leren zich geestelijk te ontwikkelen. Dat houdt ook regelmatig ‘résister à l’air du temps’ in en daar hoort ruimte voor te zijn. Die thermostaat-functie komt hierin terug, inderdaad”.
Lees het hele interview met Philippe Meirieu: De thermostaat van de school, Science Guide, 12 april 2016: http://scienceguide.nl
Pedagogiek: De plicht om weerstand te bieden, door Philippe Meirieu, uitgeverij Phronese, 2016: www.uitgeverijphronese.nl