Voorstel: De leraar als leraar van de leraar
De scholen voortgezet onderwijs zijn weer begonnen. Zeker bij de start van een nieuw schooljaar houden docenten en directies zich bezig met de vraag, hoe anders – hoe beter. Het antwoord op deze vraag hoeft niet ingewikkeld te zijn omdat deskundigheid op scholen volop aanwezig is.
Goed onderwijs is namelijk een kwestie van goed lesgeven. Op elke school lopen er docenten rond die opvallend goed en bovengemiddeld lesgeven. Directie, docenten en leerlingen weten die zo aan te wijzen. De kunst is om niet alleen meer leerlingen van deze goede docenten te laten profiteren, maar ook andere docenten. Dat kan met een eenvoudige aanpak.
Beledigend
Laten schooldirecties allereerst het inhuren van consultants of een duur adviesbureau om het onderwijs te verbeteren, stoppen. Deze professionals vallen docenten lastig met vragenlijstjes en houden hen van het werk met gesprekken en bijeenkomsten die niets opleveren. Directies moeten zich realiseren dat dergelijke verbetertrajecten beledigend zijn voor hun docenten. Een schooldirectie zou er beter aan doen in de maand april van elk jaar aan elke leerling de volgende vraag voor te leggen: “Van welke docent heb je dit jaar het meest geleerd?” Leerlingen zijn de deskundigen bij uitstek om de vraag te beantwoorden. Zij volgen de lessen en maken per dag zeven tot acht optredens mee. Vraag de leerling zijn of haar keuze te beargumenteren en met een kenmerkend voorbeeld te komen. Wijs hen erop dat je ook van een vak dat je minder ligt, veel kan hebben geleerd en benadruk dat als de leerling niemand te binnen schiet, dan ook niemand te noemen.
Enkele docenten zullen opvallend vaak genoemd worden. Geef hen een extra uur per week. Durf hen voor dit uur te belonen met drie keer zijn of haar uurloon. Biedt elke leerling aan naar dit “college” te gaan waar zijn of haar verzoek om de stof nog een keer uitgelegd te krijgen leidend is. Een docent die goed is in zijn vak doe je geen groter plezier om als een Robbert Dijkgraaf elke week op te treden voor een hongerig publiek.
Wat nu te doen met de docenten die elk jaar in geen velden of wegen voorkomen op de lijstjes van de leerlingen? Een beetje schooldirectie durft hen te verplichten een aantal van deze colleges bij te wonen. En dan niet om daarna met een persoonlijk ontwikkelingsplan in gesprek met elkaar te gaan. Nee, gewoon kijken. Van kijken naar een vakman steek je al veel op.
Een Dijkgraaf
Over het algemeen bestaat er bij docenten de wil om van elkaar te leren en bij elkaar op lesbezoek te gaan. De realiteit is dat het er niet van komt. Docenten ervaren snel dat ze het te druk hebben en de mogelijkheden zijn niet heel ruim om lessen te bezoeken omdat de docent die zou willen, vaak zelf lesgeeft. Maar dat college, aan het einde van een dag, maakt het gemakkelijk voor hen die een bewezen vakman en/of vakvrouw in actie willen zien. En al kijkend heel veel van hem of haar te leren. “Doe jij volgend jaar een Dijkgraaf?” zou daarom in de maand mei van elk jaar wel eens een veel gehoorde vraag kunnen worden in menig docentenkamer.
Marc Oskam is docent wiskunde en auteur van het boek Venijn in de start
(www.trias-o.nl/boek). Deze bijdrage verscheen ook in dagblad Trouw op 29 augustus 2014.