Manifest voor een vernieuwde jeugdhulp die écht doet wat nodig is
Vandaag, woensdag 21 november 2018, wordt het boek Écht doen wat nodig is. Een pleidooi voor kleinschalige en effectieve jeugdhulp gepresenteerd*). Deze bijeenkomst is tegelijkertijd de eerste inhoudelijke bijeenkomst van het Alternatieven-kabinet. Na de presentatie wordt er op basis van het boek tijdens het eerste Alternatieven-lab gezocht naar duurzame oplossingen voor de problemen in de jeugdhulp.
Dat is nodig nu veel gemeenten met forse tekorten op de jeugdhulp te kampen krijgen wachtlijsten, budgetplafonds en keukentafelgesprekken de sector in de greep. Zo stagneert de noodzakelijke vernieuwing en dat mag niet gebeuren. Er bestaan namelijk ruimschoots voldoende praktijken en inzichten van vernieuwers, onderzoekers, ervaringsdeskundigen en professionals die bewijzen dat de jeugdhulp veel beter kan. Gemeenten, focus op kwaliteit in plaats van op geld! Alleen zo wordt de jeugdhulp goedkoper. Dat vraagt om een andere manier van kijken en handelen. Dat is de kernboodschap van het boek ‘Écht doen wat nodig is.
In het eerste Alternatieven-lab gaan we op zoek naar duurzame manieren om dat te doen. Dat doen we aan de hand van het manifest waarmee het boek Écht doen wat nodig is afsluit. Daarin benoemen we vijf speerpunten die bijdragen aan de beoogde transformatie. We nodigen alle partijen die zich aangesproken voelen door dit manifest uit kennis, ervaring en krachten te bundelen.
Wilt u ook een Alternatieven-lab over de jeugdhulp in uw gemeente en onderzoeken wat er voor nodig is voor een goede, effectieve jeugdhulp? het Alternatieven-kabinet komt graag bij u langs. Mail naar Maurits Hoenders voor een afspraak en meer info: m.hoenders@beroepseer.nl
Het manifest: Écht doen wat nodig is.
Een uitnodiging
‘Doen wat nodig is’ dreigt tegenwoordig het zoveelste cliché in en rondom jeugdhulpkringen te worden. Zeker in een tijd dat veel gemeenten kampen met forse tekorten op de jeugdhulp, gaat deze veel gebruikte frase hol klinken. Er wordt immers juist steeds minder gedaan wat nodig is: in hoog tempo krijgen budgetplafonds, keukentafelgesprekken en wachtlijsten de sector weer in hun greep. Wij zijn ervan overtuigd dat deze terugval in oude en niet werkende reflexen niet nodig is. De voorwaarde daarvoor is dan wel dat alle betrokken partijen weigeren te accepteren dat ‘doen wat nodig is’ een holle frase wordt. Dat kunnen zij doen door hun werk te (laten) afmeten aan twee simpele principes van basisfatsoen: doe écht wat nodig is en handel alsof het je eigen kind en gezin betreft. Deze moeten niet alleen richtinggevend zijn voor de professional, maar net zo goed voor beleidsmakers, politieke bestuurders op gemeentelijk of landelijk niveau en voor bestuurders van organisaties. Van hen allen mag verwacht worden dat ze naar wegen zoeken om een jeugdhulp tot stand te brengen die de toets van die twee principes doorstaat en een jeugdhulprevolutie ontketent. Pas dan zal zich in Nederland een jeugdhulp kunnen ontwikkelen die gezinnen, kinderen en jongeren adequaat steunt en helpt bij het dagelijkse opvoeden; die naast hen gaan staan en die passende hulp bieden zowel in de basisvoorzieningen als in de specialistische zorg.
Een belangrijke consequentie van het serieus nemen van die twee principes is dat we de pijnlijke gevolgen van niet beschikbare en niet functionerende jeugdhulp die nu gelegd is bij kinderen, jongeren en ouders, naar de sector zelf verleggen. Zet de klassieke reflexen in moeilijke tijden even stil: vraag niet meteen om meer geld, wijs niet naar anderen, verschuil je niet achter wachtlijsten of instellingsbelangen en verwijs niet nostalgisch terug naar een zogenaamd verleden dat nooit bestaan heeft. Laat elke partij die nu verantwoordelijk is voor de jeugdhulp bij zich zelf te rade gaan en zich afvragen: Draag ik nu werkelijk bij aan een betere en effectievere hulp voor kinderen, jongeren en ouders? Wat kan ik doen om wachtlijsten uit de wereld te helpen? Wat kan ik doen aan de vermindering van regels en administratie? Kan ik zelf toe met minder budget? Ben ik bereid echt te luisteren naar ouders en ervaringsdeskundigen en daar consequenties aan te verbinden? Hoe kan ik stoppen dat jongeren in een carrousel terecht komen van de ene instelling naar de andere? Dat jongeren gesloten worden geplaatst zonder behandeling? Dat kinderen onderdeel zijn van een diagnosedrift, terwijl andere kinderen maar eindeloos aan moeten blijven modderen? Wat kan ik van andere partijen leren? En ben ik dan uiteindelijk bereid om zelf de pijn te lijden en zelfs mij weg te cijferen als dat beter werkt voor kinderen, jongeren en gezinnen?
Ons boek is de voorzet voor dat gewetensonderzoek. Er komen pioniers aan het woord die met de vaste reflexen gebroken hebben, bereid zijn zich dienstbaar op te stellen en overduidelijk laten zien dat er een andere en betere jeugdhulp mogelijk is. Er komen ervaringsdeskundigen aan het woord die de urgentie laten zien van een veel betere jeugdhulp. Het bevat tegendraadse ideeën en oplossingsrichtingen die de weg daarheen wijzen. Het laat zien dat kleinschaligheid een belangrijke sleutel tot succes is. Korte lijntjes bevorderen goede jeugdhulp. En dat geldt voor alle relaties die aan de orde zijn: of het nu gaat om gezin-professional, professional-gemeente, gezin-gemeente of tussen verschillende soorten aanbieders. De volgende vijf speerpunten vinden wij van groot belang:
- Schep een omgeving waar vanzelfsprekende steun is voor ouders, kinderen en jongeren.
Maak lokaal informatie, advies en steun beschikbaar. Zorg dat kinderen en jongeren hun talenten kunnen ontplooien en kansen krijgen. Laagdrempelige voorzieningen in de wijk zijn van cruciaal belang. Jongeren die het gevoel hebben er zelf niet meer uit te komen of ouders met opvoedvragen, moeten zich vrij voelen om advies te vragen of hulp in te roepen. Voor effectieve jeugdhulp geldt: neem de tijd om contact te hebben, om na te gaan hoe de leefwereld van een gezin eruit ziet, vertrouwen over en weer te krijgen. Dan pas kun je écht gaan doen samen met het gezin wat nodig is. Gesprekken, advies en voorlichting moeten toegankelijk zijn zonder direct een label opgeplakt te krijgen of een formele verwijzing te ontvangen. Het realiseren van zo’n omgeving die structureel ontzorgt en normaliseert, vraagt om een aanhoudende en vasthoudende collectieve lange termijn inspanning. Onderken de werkelijke waarde van informele hulp voor jeugdigen. Deze hulp komt alleen tot haar recht als ze serieus wordt genomen en niet wordt gezien als bezuinigingsmaatregel door gemeenten en niet als bedreiging door jeugdhulporganisaties.
- Organiseer een sterke en onafhankelijke eerste lijn
Voor het helpen bij problemen is een sterke en onafhankelijke eerste lijn met teams nodig die bestaan uit verschillende specialisten. Organisatiestructuren en financiering moeten deze dienen. Deze deskundige eerste lijn kan onafhankelijk de situatie in kaart brengen om vervolgens zelfstandig te bepalen welke vervolgstappen er nodig zijn. Voor effectief helpen moet het hoofdmotief zuiver ‘écht doen wat nodig is’ zijn: vanuit vakmanschap kunnen en willen ontdekken wat er aan de hand is en van daaruit iets gaan doen, of juist niet. Daarvoor is een open, deskundige, onderzoekende, geïnteresseerde dialoog nodig die bemoedigend, belangstellend en vertrouwenwekkend is. Onderdeel daarvan is ook bespreken of en hoe zelfstandigheid en draagkracht versterkt kunnen worden, maar dan wel vanuit het goede motief, namelijk dat zelfstandigheid en draagkracht mogelijk zijn, dat ze gewenst zijn en aan herstel bijdragen; kortom: omdat het de beste keuze is voor de betrokkenen in de betreffende situatie en de betrokkenen ervaren dat er naar hen geluisterd is.
Alleen op deze manier kan men oprecht zoeken naar oplossingen in het netwerk en binnen de vrij toegankelijke eerstelijnsjeugdhulp. En wanneer het nodig blijkt, moet de deskundige eerste lijn net zo goed onafhankelijk doorverwijzen naar de specialistische jeugdhulp of het gedwongen kader. De jeugdhulp kan alleen transformeren als met deze maatregel directe belangen van instellingen worden doorbroken.
- Erken het doorslaggevende belang van gezag en vakkundigheid van jeugdhulpprofessionals
Laat gemeenten luisteren naar professionals en neem hen serieus. Professionals weten wat er speelt en hebben de expertise. Verder moeten de professionals de bestaande structuren ondergeschikt kunnen maken aan het perspectief van het gezin. De professionals kunnen hun werk alleen maar goed doen als ze op de hoogte blijven van de laatste inzichten door her- en bijscholing. Zij hebben kennisinstituten nodig die de beschikbare kennis toegankelijk maken. Zij hebben een organisatie nodig die het lerend werken als leidend principe accepteert en hen daarom faciliteiten voor een goede supervisie, intervisie en monitoring biedt. Zij hebben het onderwijs, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven nodig dat helpt kinderen toekomst te geven. Zij hebben financieel ruimte nodig die hen in staat stelt om te reflecteren op hun resultaten en om verbeteracties door te voeren. Zij hebben cliënten nodig die hen vertellen wat ze voor resultaten ervaren en welke verbeteringen er wat hen betreft mogelijk zijn. Zij hebben een gemeente nodig die hen niet plat afrekent op de prestaties, maar met hen naar het verhaal achter de cijfers zoekt en ruimte maakt voor verbetermogelijkheden. Het mijden van risico’s is een te groot onderdeel geworden van het werk. Zorg dat professionals hun verantwoordelijkheid kunnen en durven nemen en biedt daar als organisatie de ondersteuning voor.
- Versterk de zeggenschap van ouders en jeugdigen
De positie van ouders, kinderen en jongeren moet versterkt worden in de jeugdhulpsector. Een jeugdhulp die de principes doe écht wat nodig is en handel alsof het je eigen kind en gezin betreft , serieus neemt, zal dat ook op alle mogelijke manieren sterk willen bevorderen. Het is dan vanzelfsprekend dat ervaringsdeskundigen een belangrijke stem krijgen, dat hulpverleners, jeugdhulpaanbieders en gemeenten werkelijk geïnteresseerd zijn in wat ze beter en anders kunnen doen. Ouders en jeugdigen moeten voortdurend actief invloed uit kunnen oefenen op de jeugdhulp, in de beleidsontwikkeling en in de relatie tussen de professional en het gezin of de jeugdige. Er dient geïnvesteerd te worden in de formele en informele positie van ouders en jeugdigen.
- Investeer in vernieuwers die écht doen wat nodig is en handelen alsof het hun eigen kind en gezin betreft
Er zal pas echt iets veranderen, als er een einde komt aan vaste, diep ingesleten bureaucratische patronen bij de overheid, in organisaties en bij jeugdhulp-professionals waardoor het jeugdhulpgebruik nog steeds blijft toenemen; er zal pas echt iets veranderen als niet steeds dezelfde bestuurlijke en financiële belangen, dezelfde aanpakken, dezelfde denkpatronen de nieuwe ordening naar hun hand kunnen zetten. Het is de hoogste tijd dat deze ruimte maken voor het nieuwe. Dit nieuwe hoeft niet uit de grond gestampt te worden. Het was en is er al. Het heeft zich in de afgelopen dertig jaar ook met de regelmaat van de klok aangediend. Het was en is daar te vinden waar de twee principes doe écht wat nodig is en handel alsof het je eigen kind en gezin betreft echt serieus genomen zijn, waar mensen en organisaties door roeien en ruiten gaan om deze in de praktijk te brengen.
Om te komen tot een jeugdhulp die substantieel beter is, zouden we graag zien dat er structureel geïnvesteerd wordt in experimenteren, leren en verbeteren door de Rijksoverheid, gemeenten en jeugdhulporganisaties: samen lerend doen wat werkt. Maar dan wel graag investering in en met partijen die staan voor vernieuwing, voor een andere benadering dan de oude, de dominante heersende. Meer geld naar de sector is niet de oplossing door de in dit boek beschreven ingesleten negatieve patronen, meer investeren in vernieuwers die werken volgens de twee kernprincipes wel; zij laten zien dat het anders kan.
Er zijn inmiddels genoeg vernieuwingsinitiatieven die kunnen bijdragen aan een betere jeugdhulp. Een kleine greep daaruit: de Roer moet Om beweging (huisartsen) en de Dappere dokters (huisartsen), Ontregel de zorg (brede beweging in de zorg ondersteund door ministerie VWS, VvAA en de het Roer moet Om beweging), GGZopmaat, Nieuwe GGZ en Hart voor de GGZ (bewegingen die vernieuwing van de GGZ bepleiten), Briedis (coöperatie van jeugdbeschermers), Buurtzorg Jong (sterke eerstelijnshulp in de wijk), de JIM-aanpak (inzetten op informele hulp), ExpEx (Ervaringsdeskundigen Jeugdhulp), WALHALLAb (leer- en werkplaatsen voor kinderen en jongeren), Gezinshuis.com (pleeggezinnen), UW Ouderplatform, Fier! (behandelcentrum geweld in afhankelijkheidsrelaties), het opdrachtgeverschap van de gemeente Zaltbommel, @ease (de Nederlandse vorm van de Headspace-centra uit Australië), Integrale VroegHulp (Ivh) en Garage 2020 (innovatiewerkplaatsen).
Laten we zo spoedig mogelijk werk maken van deze vijf speerpunten en zo invulling geven aan de twee principes doe écht wat nodig is en handel alsof het je eigen kind en gezin betreft. Om de noodzakelijke jeugdhulprevolutie te versnellen, nodigen we alle partijen die zich aangesproken voelen door dit manifest, uit om kennis, ervaring en krachten te bundelen. Het kan, dus het moet!
Echt doen wat nodig is.
——————————————————-
Écht doen wat nodig is. Pleidooi voor kleinschalige effectieve Jeugdhulp onder redactie van Dorien Graas, Annemiek de Klein, Jeffrey Stevens, Thijs Jansen en Gerard van Nunen.
Een uitgave van Stichting Beroepseer, november 2018
https://beroepseer.vrijeboeken.com
*) Uitnodiging Alternatieven-lab Jeugdhulp, Blogs Beroepseer, 31 oktober 2018: https://beroepseer.nl/actueel-in-beroepseer/uitnodiging-alternatieven-lab-jeugdhulp/
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Geef een reactie