Hoe bewindspersonen probeerden hun schuld te ontlopen en ambtenaren betrokken in hun verdediging bij de Toeslagenaffaire
De verhoren van de Parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening vonden plaats van 6 september tot en met 5 oktober 2023 in de Enquêtezaal van de Tweede Kamer. De enquête was ingesteld naar aanleiding van het in december 2020 gepubliceerde rapport Ongekend Onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. Onderzocht is hoe het fraudebeleid zo kon ontsporen.
Marlous van der Zande, masterstudent Research in Public Administration & Organisational Science, schrijft op Platform O over wat haar is opgevallen. Hoe probeerden bewindspersonen de schuld te ontlopen en hoe betrokken zij ambtenaren in hun verdediging? Op politieke bescherming hoefden ambtenaren in ieder geval niet te rekenen.
Marlous van de Zande:
“Op 15 januari 2021 viel kabinet Rutte-III vanwege de Toeslagenaffaire. Aan dit aftreden ging een uitgebreid proces van blame shifting vooraf. Zo deden de staatssecretarissen van Financiën aangifte tegen hun ondergeschikten bij de Belastingdienst, werden enkele ambtenaren op non-actief gesteld en trad de toenmalig directeur-generaal van de Belastingdienst gedwongen terug. Het leken stuk voor stuk manieren om ambtenaren als schuldigen aan de Toeslagenaffaire af te schilderen en zo zelf, als kabinet, uit de vuurlinie te blijven.
Het opwerpen van de schuldvraag en de focus op ‘daders’ is inherent aan politieke verantwoording.Tijdens zulke verantwoordingsmomenten blijft meestal onderbelicht hoe ministers en staatssecretarissen zich ten opzichte van hun ambtenaren positioneren. Hieronder laat ik zien hoe bewindspersonen de verantwoordelijkheid voor de Toeslagenaffaire probeerden te verleggen naar de ambtelijke organisatie in de eerste fase van het verantwoordingsproces. Hoe betrokken zij ambtenaren in hun blame game? En wat zijn daarvan de gevaren?
Afrekencultuur
Ambtenaren zijn, met het toenemend voorkomen van parlementaire enquêtes, zichtbaarder geworden. Ook komen zij door de incidentgedreven en persoonsgerichte verantwoordingscultuur steeds vaker in de publiciteit. Op deze manier zijn zij een explicietere rol in het openbare verantwoordingsproces gaan spelen. Tegelijkertijd wordt hun positie steeds vaker ter discussie gesteld. Deze versoepeling van de politiek-ambtelijke spelregels is duidelijk in de eerdere parlementaire mini-enquête over de kinderopvangtoeslag terug te zien.
Bron van onwetendheid
Geen van de politiek verantwoordelijken gaf in zijn ondervraging volledige rugdekking aan de ambtelijke dienst. Allen brachten de rol van ambtenaren ter sprake, en bijna nooit in positieve zin. Van alle actoren die een plaats hadden in het narratief van de bestuurders werd het handelen of nalaten van de ambtelijke dienst veruit het meest genoemd.
De rol die ambtenaren werd toegekend in het ontstaan van de Toeslagenaffaire verschilde. Bewindspersonen weten hun eigen onwetendheid over de grootschalige ellende achter de fraudeaanpak aan ambtenaren. Ambtenaren zouden hun politiek leidinggevenden (en soms zelfs de Kamer niet, onjuist, onduidelijk of te laat hebben geïnformeerd over de hardheid van de fraudeaanpak en de consequenties daarvan. Toenmalig minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher (p. 69) komt tot de conclusie dat de topambtenaren die zich bewust waren van het (dreigende) onrecht ‘niet het gevoel hebben gehad of niet in staat zijn gebleken om dat op de goede manier aan de kaak te stellen, zodat er wat mee kon gebeuren.’
Ambtelijk disfunctioneren
Ondanks de inspanningen van ministers en staatssecretarissen voor een veilig meldingsklimaat, zouden ambtenaren passief zijn geweest in het communiceren van signalen. Daardoor werd de omvang van de ellende over het hoofd gezien. Voormalig staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes (p. 77) noemde het ‘buitengewoon ingewikkeld [om] verantwoordelijkheid te dragen in het donker.’
[ … ]
Ambtenaren als zondebok
Een enkele keer werden ambtenaren zelfs als zondebok weggezet; als verantwoordelijken voor het algehele beleidsfalen. Het ontbreken van voldoende ‘maatschappelijke antenne’ bij de ambtelijke organisatie werd hierbij als reden aangevoerd. Toenmalig staatssecretaris van Financiën Frans Weekers had zijn opvolger Wiebes dan ook meegegeven ‘de dienst behoorlijk door te lichten.’ Menno Snel (de opvolger van Wiebes als staatssecretaris van Financiën , p. 98) zette zijn ambtenaren niet zelf uitdrukkelijk als zondebok weg, maar benoemde wel dat anderen dat deden: ‘Welke ambtenaar moet eruit, werd mij soms verzocht’.”
Marlous van de Zande besluit haar artikel met de constatering dat van alle partijen in de toeslagenaffaire ambtenaren het veruit het zwaarst te verduren kregen. Ze waarschuwt voor het potentële gevaar voor wantrouwen met als gevolg een gesloten (angst)cultuur op ministeries.
Lees het hele artikel van Marlous van de Zande, De ambtenaar voor de leeuwen, Platform O, 2 oktober 2023:
https://platformoverheid.nl/artikel/de-ambtenaar-voor-de-leeuwen/
Platform O slaat online een brug tussen de praktijk van het openbaar bestuur en de wetenschap en publiceert artikelen van wetenschappers, ambtenaren en professionals van adviesbureaus
Parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening: www.tweedekamer.nl/kamerleden_en_commissies/commissies/pefd
Over de commissie: www.tweedekamer.nl/kamerleden-en-commissies/commissies/parlementaire-enquetecommissie-fraudebeleid-en-0
Openbare verhoren: kijk en lees terug Verhoorweek 1 e.v. op: www.tweedekamer.nl/kamerleden_en_commissies/commissies/pefd
Reacties (1)
Geef een reactie Reactie annuleren
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Hopelijk beschikt de enquetecommissie over interne rapportages aan de verantwoordelijke bewindslieden. Het is namelijk ongeloofwaardig dat de ambtenarij op eigen advies en zonder politieke rugdekking “martelkamers” inricht. Het verbaast me dat er in deze affaire geen klokkenluiders zijn of lekken naar de pers.