Ewald Engelen over essentiële economie en economie van alledag
Naar een nieuwe economie. Het klinkt als een gebod voor de moderne tijd. Nieuwe ideeën over wat voor soort economie volgen elkaar in rap tempo op. Neem het het initiatief van studenten van de Universiteit van Manchester en het in 2013 door hen opgerichte genootschap voor alternatieve economiestudie, de Post-Crash Economics Society. In 2020 schreef Dirk Bezemer dat er een andere economie nodig is. Hij is professor economie van de internationale financiële ontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen en lid van het Sustainable Finance Lab, gericht op onderzoek naar verduurzaming van de financiële sector.
Ook lid van het Lab is Ewald Engelen, professor financiële geografie aan de Universiteit van Amsterdam. Engelen schrijft regelmatig in de Groene Amsterdammer en Het Parool. Hij heeft zich laten interviewen door het Wetenschappelijke Bureau GroenLinks waarin hij vertelt over zijn werk voor The Foundational Economy Collective, een collectief van (voornamelijk) Europese academische onderzoekers die samenwerken voor de ontwikkeling van een nieuwe manier van denken die de heersende ideeën over economie en economisch beleid uitdaagt. Het collectief publiceerde middenin coronatijd, in maart 2020, een manifest voor een moderne, essentiële economie.
Daarin wordt gewezen op het onderscheid dat in het begin van de coronapandemie werd gemaakt tussen cruciale beroepen en niet-cruciale beroepen:
“Wat komt er na de pandemie als de noodtoestand van de volksgezondheid voorbij is? In heel Europa hebben we de afgelopen dertig jaar te maken gehad met een voortdurende crisis van de sociale cohesie. De toenemende inkomens- en vermogensongelijkheid heeft reële economische schade aangericht, voedt het politieke wantrouwen tegenover elites, fragmenteert politieke partijen en creëert electorale volatiliteit.
Tegen deze achtergrond heeft het collectief van de fundamentele economie ervoor gepleit dat beleidsmakers meer aandacht dienen te besteden aan essentiële goederen en diensten zoals huisvesting, nutsvoorzieningen, gezondheid, onderwijs en zorg. Deze fundamentele economie van branches en netwerken levert de infrastructuur van het dagelijks leven. Het voorziet in onze essentiële dagelijkse huishoudelijke behoeften, en houdt ons allen veilig en beschaafd. Het is het deel van de economie dat niet kan worden stilgelegd.
De pandemie toont het vitale belang ervan aan. De lijst van essentiële werknemers in de huidige lockdown biedt een op gezond verstand gebaseerde en praktische definitie van wat als fundamenteel geldt. Gewone dienstverleners voeren op betrouwbare wijze essentiële sociale taken uit met een niet aflatend plichtsbesef. Verpleegkundigen op intensive care-afdelingen en de slecht betaalde hulp in verzorgingstehuizen zijn frontliniehelden. Supermarktpersoneel wordt erkend als cruciale werknemers”.
Engelen in het interview met Het Wetenschappelijk Bureau GroenLinks:
“Als salariëring een uitdrukking is van waardering zie je dat cruciale beroepen maar weinig gewaardeerd worden en de niet-cruciale beroepen juist heel erg”.
[…]
We moeten twee dingen bij elkaar brengen. Dat is ten eerste wat we geleerd hebben sinds de coronacrisis. Er is een groep essentiële beroepen die verantwoordelijk zijn voor het reilen en zeilen van de samenleving. Deze mensen zorgen ervoor dat iedereen toegang heeft tot de dingen die hij of zij voor het dagelijks functioneren nodig heeft. Als we deze activiteiten ‘essentieel’ en ‘cruciaal’ noemen, dan hoort daar ook maatschappelijke waardering bij.
Dat betekent dat we maatschappelijk gezien opnieuw die discussie moeten hebben of het billijk is dat we een politieagent een besteedbaar inkomen van 1800 of 1700 euro meegeven. Een begin is een forse verhoging van het minimumloon. En dat betekent niet dat de dienst zelf duurder hoeft te worden als we maar beseffen dat we heel goed zonder al die managementlagen kunnen: de niet-essentiële parasieten die rond publieke diensten zijn gegroeid. De andere discussie gaat over de vraag wat we ervan vinden dat een fiscalist die buitenlandse multinationals helpt om de Amerikaanse fiscus een poot uit te draaien honoreren met 1,3 miljoen euro aan jaarsalaris.
Die twee dingen moeten bij elkaar gebracht worden en daar moet maatschappelijk een discussie over gevoerd worden. We moeten de markten voor dit soort typen activiteiten op een andere manier inrichten. En misschien komen we dan tot de conclusie dat we die fiscalist hier niet willen. Dat we die brievenbusfirma’s gewoon sluiten. Dat levert dan een kleine daling van ons BBP op (pakweg twee procent minder) maar het betekent tegelijkertijd veel winst voor de fiscus in Duitsland, Griekenland, Portugal, de Verenigde Staten en elders. Zoals de data van econoom Gabriel Zucman laten zien. We moeten die structurele discussie voeren en ons niet blindstaren op de clichés van de ‘BV Nederland’ die nu al decennia over ons worden uitgestort”.
Kortom: het is tijd voor inzetten op de economie van alledag waarin de toegang die wij als burgers nodig hebben tot essentiële goederen en diensten centraal staat.
Lees het hele interview: Voorbij de BV Nederland, door Hans Rodenburg en Roelien van der Wel, Wetenschappelijk Bureau GroenLinks, 21 februari 2022: https://www.wetenschappelijkbureaugroenlinks.nl/onderzoek/voorbij-het-economisme/voorbij-de-bv-nederland
The Foundational Economy: https://foundationaleconomy.com/
2020 Manifesto for the Foundational Economy, maart 2020: https://foundationaleconomycom.files.wordpress.com/2020/04/2020-manifesto-for-the-foundational-economy.pdf
Sustainable Finance Lab: https://sustainablefinancelab.nl/nl/positie/leden/
Britse studenten richten genootschap op voor alternatieve economiestudie, Blogs Beroepseer, 27 oktober 2013: https://beroepseer.nl
Afbeelding bovenaan is van Nattanan Kanchanaprat
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Geef een reactie