Skip to main content

Een NEE is dringend nodig tegen het rechtsstatelijk vandalisme

We zijn in afwachting van de noodwet met betrekking tot asiel. Die roept inhoudelijke en rechtsstatelijke vragen op, en ook politieke vragen. Ik ga eerst op de inhoudelijke vragen in. Aan het eind van dit blog kom ik op de politieke kant van de zaak.

Zorgelijke demografische ontwikkelingen
Wat de inhoudelijke vragen betreft: die lijken toch wel in hoofdzaak door mijn vroegere ambtelijke collega’s in Den Haag beantwoord? Eigenlijk lagen die adviezen nogal voor de hand. De kern is: er is geen uitzonderingstoestand voor wat de asielzoekers aangaat. Er zijn problemen bij de opvang, en die zijn op te lossen. Mooier en korter dan ik Kees van der Staaij (inmiddels Staatsraad) in een radio-interview heb horen zeggen kan ik niet: er is geen sprake van (externe) overmacht maar van (interne) onmacht.

Intussen is de eerstverantwoordelijke minister – minister Faber – druk bezig om de problemen in de opvang te vergroten. Burgemeesters dringen aan op spoedoverleg met de Landelijke Regietafel Migratie en Integratie. Maar de minister houdt overleg met burgemeesters en andere bestuurders over de gespreide opvang af. Binnenlands Bestuur meldt: “Gemeenten klagen dat Faber op haar handen zit, waar haar voorganger zich persoonlijk inspande. Utrecht en Leiden, die uiteindelijk insprongen en noodopvang aanboden, zeggen geen contact met de PVV-minister te hebben gehad”1). Faber stuurt aan op grote, geconcentreerde en dure opvang en wil af van de spreidingswet die kleinere, gedeconcentreerde en goedkopere opvang kan bewerkstelligen. Nu de minister heeft aangekondigd dat die spreidingswet wordt ingetrokken, doen veel gemeenten niet meer hun best om opvangplekken te vinden.2) De opvangproblemen te vergroten lijkt irrationeel, maar het past juist goed in de ratio van radicaal-rechts. Die luidt: zorg dat je het probleem goed zichtbaar en voelbaar houdt, dan blijven de kiezers je relevant vinden. Of erger nog: volgens John Marijn is het radicaal-rechtse bestuur überhaupt niet uit op inhoudelijke oplossingen, en voert ze een anti-rechtsstatelijke agenda die erop gericht is het systeem op te blazen. Daar helpen geen feiten tegen, ook niet de feiten die Hein de Haas – auteur van het boek Hoe migratie echt werkt – mocht inbrengen in de formatiebesprekingen.

Probeert minister Faber door deze Verelendung-strategie alsnog een rechtvaardiging te forceren om via een noodwet een deel van de Vreemdelingenwet buiten werking te stellen en het parlement te passeren? Neen, dat lijkt mij niet waarschijnlijk. Daar zou ze meer tijd voor nodig hebben, dat ziet de minister zelf ook wel.

Zou ze haar theorie van de omvolking weer van stal halen?2) Een racistische theorie die de noodzaak om vreemdelingen te weren baseert op de gedachte dat anders de zuiverheid van onze raciale en culturele identiteit wordt aangetast. Maar ze heeft toch afstand genomen van die theorie? Neen, dat heeft ze niet. Ze heeft slechts afstand genomen van de stelling dat die omvolking een complot zou zijn. Minister Faber lijkt me wel een intelligente vrouw en ze heeft voor deze racistisch–nazistische schuttingtaal dan ook een prachtig eufemisme gevonden: het gaat haar om de “zorgelijke demografische ontwikkelingen”. Zouden haar ambtenaren nu de opdracht krijgen om dat op te nemen in “de dragende motivering” die zij moet vinden voor de invoering van de noodwetgeving met betrekking tot vreemdelingen?

De kikker en de pan
Welke rol kan en moet Dick Schoof hier als premier vervullen? Kunnen en mogen we van hem verwachten dat hij de rechtsstatelijke beginselen hoog zal houden? Daar heeft hij toch als oud topambtenaar een rijke ervaring mee, laatstelijk als secretaris-generaal van het ministerie van Justitie en Veiligheid. In een interview met hem in De Groene Amsterdammer in maart 2024 – toen was hij nog SG – stelt hij dat zijn morele pijngrens nog lang niet bereikt is als het om de rechtsstaat gaat. Als het gesprek komt op asiel en de beperking van gezinshereniging zegt hij: “Ik heb nu geen scherpe meetlat waarmee ik kan zeggen: dan is het land geen democratische rechtsstaat meer”. Over de vraag hoe je rechtsstatelijke veranderingen moet beoordelen zegt hij: “Hier kom je op de metafoor van de kikker in de pan. Als je het water in de pan langzaam heter maakt, zou de kikker blijven zitten. Maar als je de kikker in een hete pan gooit, springt hij er meteen uit”.3)

Dat is koren op de molen voor de radicaal-rechtse bewindslieden in zijn kabinet die hieruit mogen afleiden dat het met Schoof nog best een tijdje duurt voordat het water te heet wordt. De radicale druk die Wilders als hun politieke leider dagelijks op die bewindslieden legt, zorgt ervoor dat men het vuur onder de pan flink opstookt.
Een noodwet die gericht is op een crisis die de mensen is aangepraat, die mede op racistische motieven is gebaseerd en die het parlement buiten spel zet. Is de morele pijngrens van de politieke leiding en van de bewindslieden van de NSC hiermee bereikt en springen ze uiteindelijk dus die oververhitte coalitie-pan uit?

De rechtsstaat is meer dan staatsrecht
Onze rechtsstaat is stevig verankerd. In de Grondwet, in instituties en in wettelijke regels en grondbeginselen. Alles verandert, ook die rechtsstatelijke instituties en beginselen.

Maar de rechtsstaat is meer dan in het staatsrecht geregeld is. Het komt uiteindelijk aan op het rechtsstatelijk besef bij burgers en politici. Als aan de rechtsstaat gemorreld wordt vanuit een gebrekkig besef van de waarde en het belang ervan, dan komt het hele stelsel in gevaar. Laat staan als er sprake is van een afwijzing van de belangrijkste grondbeginselen. En juist dat is nu aan de orde. Aan de rechtsstaat wordt nu gemorreld door politieke leiders en bewindslieden die erop uit zijn om die geleidelijk af te breken, het stelsel op te blazen zoals John Morijn stelt. Wat stellen we daar tegenover? Van meerdere kanten is de oproep gedaan om de rechtsstaat te verbinden met een aansprekend en lokkend verhaal over de toekomst.
Dat is goed bedoeld, maar volgens mij niet goed mogelijk. Want de rechtsstaat brengt geen heilstaat, ze biedt geen finale oplossingen. Ze is een basisvoorwaarde voor het oplossen van inhoudelijke problemen zoals John Morijn schrijft.5) En daarom is een rechtsstatelijke crisis in die zin dus een meer fundamentele bedreiging dan een andere crisis.

Het water in de pan waar Schoof aan refereerde voelde voor velen behaaglijk lauw omdat het Hoofdlijnenakkoord een hoofdstuk over de sterke rechtsstaat en goed bestuur kreeg. Maar de gevoelstemperatuur bleek bedrieglijk. De andere hoofdstukken, maar ook de verborgen anti-rechtsstatelijke agenda van één van de coalitiepartijen, maken de pan gloeiend heet. Zo verborgen is die agenda overigens niet. Folkert Jensma schrijft in NRC hoe in Polen de onafhankelijke rechter bijna uit het stelsel verdween. En hij wijst op zwakke plekjes in ons systeem – zoals de benoemingsprocedure van rechters voor de Hoge Raad – en vreest dat Wilders daar wel eens iets zou kunnen uitproberen.6)

Dat deed mij denken aan de rechtsfilosoof Jonathan Soeharno die onlangs gewezen heeft op de risico’s van mogelijke politieke invloed op de positie en het werk van rechters. Hij zegt dat zijn collega’s uit Hongarije, Polen en Rusland die in hun land de effecten daarvan aan den lijve ondervinden verbijsterd zijn over die kwetsbaarheden in ons stelsel.7)

Wat Jensma vreest is al gaande. Wilders pleegt rechtsstatelijk vandalisme, hij verkondigt dat rechters niet neutraal zijn maar ook een politieke (D’66)-macht vertegenwoordigen. En kijk naar het optreden van Wilders in de Tweede Kamer met betrekking tot dit onderwerp. Na 1945 is er twee keer politieke bemoeienis geweest met de benoeming van onze hoogste rechters, de leden van de Hoge Raad. Tot dan was het gebruik dat de Tweede Kamer niet ingreep op de voordracht die door de Hoge Raad wordt gedaan.8) Beide keren was het Wilders die deze historische daad verrichtte. Eén keer omdat de politieke ‘nestgeur’ van de voorgedragen rechter hem niet aanstond, één keer omdat de kandidaat een juridisch commentaar had gepubliceerd dat de PVV niet aanstond, over de ‘Minder, minder’-rechtszaak van Wilders zelf.9)
Geen verborgen agenda, maar openlijk vandalisme. Voor de rechtsstaat mogen we hopen dat het water van de noodwet te heet is en dat er een kikker uit de coalitie-pan springt.

Historische politieke les
Als dat gebeurt is er één historische les10) over wat de politiek moet doen tegen dit vandalisme van Wilders en zijn radicaal-rechtse medestanders: formeer een grote coalitie tegen deze vandalen. Bezweer daarin de dreigende rechtsstatelijke crisis en laat in de aanpak van grote maatschappelijke problemen (klimaat, huisvesting, zorg, onderwijs, migratie) zien dat weliswaar niet iedereen geheel zijn zin kan krijgen maar dat er wel publieke (meer)waarde gerealiseerd kan worden.

Noten

1) Faber sloeg spoedoverleg over situatie Ter Apel af (binnenlandsbestuur.nl)
2) Mijn spellingscontrole kende het woord “omvolking” niet, mijn geschiedenisboeken kenden het wel, uit de Nazitijd.
3) Bas Masters. Interview met Dick Schoof De morele pijngrens is nog lang niet bereikt. De Groene Amsterdammer, 6 maart 2024.
4) Bijvoorbeeld Rob Wijnberg in zijn boekje Voor ieder wat waars. Hoe waarheid ons verdeelt en ons weer kan samenbrengen. 2023. De Correspondent.
5) John Morijn.  Stop samenwerking met de PVV. NRC 26 september 2024.
6)  Folkert Jensma. Juist bij de greep naar noodrecht moet de macht vertrouwd kunnen worden. NRC 7 oktober 2024.
7) Jonathan Soeharno, Wij hebben te weinig waarborgen. De Groene Amsterdammer 25 januari 2024.
8) De Staatscommissie over het parlementair stelsel heeft daarom een andere benoemingsprocedure voorgesteld. Dat vergt een wijziging van de grondwet ( art. 117, eerste lid, Grondwet).
Lage Drempels Hoge Dijken. Democratie en rechtsstaat in balans. Eindrapport van de staatscommissie parlementair stelsel (2018) Boom Amsterdam pag. 216.
9) In Trouw 7 januari 2012 De onafhankelijkheid van de rechter is in het geding | Trouw
10) Ik doel hier op de historische les die de ondergang van de Weimar Republiek (in 1933) ons leert.


Deze blog is deel 10 in de serie over een rechtsstatelijk onderwerp.

Deel 9: De rechtsstaat een utopie? https://beroepseer.nl/blogs/de-rechtsstaat-een-utopie/
Deel 8: Eenheid: een riskant recept voor de rechtsstaat. https://beroepseer.nl/blogs/eenheid-een-riskant-recept-voor-de-rechtsstaat/
Deel 7: De rechtsstaat: een papieren tijger? https://beroepseer.nl/blogs/de-rechtsstaat-een-papieren-tijger/
Deel 6: Rechtsstatelijke sluiproutes en spookrijden: https://beroepseer.nl/blogs/overheid/rechtsstatelijke-sluiproutes-en-spookrijden/
Deel 5: Een formatie die deformeert: https://beroepseer.nl/blogs/een-formatie-die-deformeert/
Deel 4: Wij en zij in de rechtsstaat: https://beroepseer.nl/blogs/wij-en-zij-in-de-rechtsstaat/
Deel 3: De ambtenaar in tijden van rechtsstatelijk vandalisme: https://beroepseer.nl/blogs/overheid/de-ambtenaar-in-tijden-van-rechtsstatelijk-vandalisme/
Deel 2: Ambtelijke tegenspraak past niet op een spandoek: https://beroepseer.nl/blogs/ambtelijke-tegenspraak-past-niet-op-een-spandoek/
Deel 1: Rechtsstaat: leren leven met onbehagen: https://beroepseer.nl/blogs/rechtsstaat-leren-leven-met-onbehagen/

Omslag van essay van Hans Wilmink, Voorbij boos en achteloos

 

Voorbij boos en achteloos. Rechtsstatelijk besef
als kompas voor overheid en burger,
door Hans Wilmink: https://beroepseer.nl

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.