De rechtsstaat: een papieren tijger?

De laatste weken is er is veel gebeurd rondom onze rechtsstaat. De Staatscommissie bracht haar rapport uit. De bemensing van het kabinet is rondgekomen. De bewindslieden zijn getoetst door de Tweede Kamer. Daarbij zijn enkele kandidaten uit hun anti-rechtsstatelijke dromen wakker geschud, en verklaarden plechtig de nachtmerrie van de ‘omvolking’ te hebben verjaagd. Vandaag terwijl ik dit stukje afrond staan ze op het bordes.

Kunnen we die gebeurtenissen niet zien als een bewijs van hoe krachtig en stevig het rechtsstatelijk besef uiteindelijk toch is binnen ons bestel? Mogen we er niet op hopen dat die mythe rond de ‘omvolking’ nu geleidelijk onschadelijk gemaakt wordt? Hebben we met de deelname van het Nieuw Sociaal Contract (NSC) aan het kabinet de rechtsstatelijke waakhond nu niet op de beste plaats zitten? Ik zeg hierop drie keer neen. En ik zal dat hierna toelichten.

Alleen eigen volk is goed volk
Minister Faber en haar medestanders weten heel goed dat zij haar ideeën rond ‘omvolking’ helemaal niet heeft teruggenomen. Wat zij heeft teruggenomen is de idee dat de ‘omvolking’ in het geheim door een elite wordt bekokstoofd. Wat zij helemaal niet heeft teruggenomen en wat naar ik vrees tot in de haarvaten van haar partij is doorgesijpeld, is de idee dat we – wat ik maar even noem – onze raciale en culturele identiteit dreigen te verliezen door de immigratie van mensen uit andere werelddelen en met andere culturen. Ik vind niet dat maatregelen om immigratie te beperken per definitie onrechtsstatelijk zijn. Maar die verkramping rond raciale en culturele identiteit legt voor mij de bijl aan de wortels van de rechtsstaat. En het is die verkramping die ten grondslag ligt aan het hoofdstuk migratie en asiel in het Hoofdlijnenakkoord.
De humanitaire beginselen die voortvloeien uit de ideeën van gelijkwaardigheid en gelijkberechtiging zijn fundamenteel voor het idee en het besef van de rechtsstaat. Minister Faber spreekt hier namens meerderen in het kabinet als ze die betitelt als humanitair gewauwel. De idee dat een diverse samenleving juist een bron van ontwikkeling en groei kan zijn mits rechtvaardig en goed bestuurd, wordt bedreigd door de verlangens naar gelijkschakeling van alle verschillen terwille van het ene, eigen, volk en ter wille van de zogenaamde eendrachtige volkswil. Die ‘Gleichschaltung’ – een begrip uit de nazitijd maar als idee nooit geheel verdwenen – kan eerst sluipend worden doorgevoerd en daarna als de meerderheid niet oplet tot keihard en onrechtvaardig beleid leiden tegen minderheden, media, kunstenaars, wetenschappers.

Waakhond of papieren tijger
Veel mensen hebben op het Nieuw Sociaal Contract gestemd omdat zij wilden dat er een beter rechtsstatelijk bestuur kwam. En ik begreep hen goed. Het werd mede gevoed door de Toeslagenaffaire en de rol die Pieter Omtzigt daarin als volksvertegenwoordiger vervulde. Ideeën die hij presenteerde en de mensen met wie hij zich omringde boden uitzicht op een mooie coalitie gericht op beter en rechtvaardiger bestuur.
Maar wat is er gebeurd? Elke partij in de coalitie kreeg zijn eigen kernhoofdstuk in het akkoord.
Zo kreeg NSC veel ruimte om Hoofdstuk 7 ‘Goed bestuur en een sterke rechtsstaat’ te schrijven.
Maar diezelfde ruimte kregen hun politieke partners om aan de inhoud ervan voorbij te gaan in hun bijdragen. De zaak van goed bestuur en een sterke rechtsstaat is op die  manier gedevalueerd tot een apart hoofdstuk in plaats van als een uitgangspunt of richtlijn voor alle andere hoofdstukken. Daarmee is deze waakhond gemuilkorfd en tot een papieren tijger verworden.
Zo lang er geen meerderheid is om onrechtsstatelijke maatregelen te nemen kunnen ze rustig in Wilders ijskast blijven. Hij kan er dan vrijelijk stemming mee blijven maken. Als dat helpt om tot een zekere normalisering van dit gedachtengoed te komen dan moeten we vrezen dat de democratische ruimte er wellicht komt om hier en daar enkele van deze maatregelen door te voeren.

Rechtsstatelijke waarden zijn kwetsbaar
Is dat te pessimistisch gedacht? Komt die democratische ruimte er toch niet? Het rapport van de Staatscommissie laat zien dat er veel schort aan het rechtsstatelijk besef binnen ons bestel1). Niet voor niets pleit de commissie voor stevige investeringen in de rechtsstatelijke cultuur. En de achtergronddocumenten die de commissie erbij leverde laten zien hoe kwetsbaar ook bij ons de rechtsstaat is voor stemmingmakerij. Zo beschrijft de Kennisnotitie van de SCP hoe uit onderzoek blijkt dat ook “de voorstanders van de representatieve democratie geen eenduidige of onwrikbare opvatting van de bijbehorende principes (te) hebben: er zijn aanzienlijke minderheden die illiberale waarden steunen als de situatie daar in hun ogen om vraagt. Dat betekent dat het bestuur, wat hen betreft, het parlement, rechterlijke uitspraken en zelfs de wet soms mag negeren als deze geen constructieve bijdrage leveren aan een effectieve oplossing”.2)
Meerdere politieke partijen – niet alleen die in  de huidige coalitie – hebben dat gebrek aan rechtsstatelijk besef gevoed doordat ze de behartiging van de publieke zaak te vaak hebben  verengd tot de specifieke belangen van groeperingen uit hun achterban.
Volgens het SCP blijken de rechtsstatelijke waarden zwak te zijn als ze botsen met andere waarden of met persoonlijke belangen. Dat betekent dus: als de publieke zaak niet helder gemaakt wordt, verbleken de rechtsstatelijke waarden.

Het huidige kabinet draagt al deze kwetsbaarheden ten volle in zich. De Staatscommissie bepleit daarom nieuwe impulsen voor de rechtsstatelijke cultuur, via o.a. een dialoog tussen de staatsmachten, een Planbureau voor de rechtstaat, een wetgevingsprogramma ter verbetering en vereenvoudiging van regelingen ten behoeve van de bestaanszekerheid, toetsing van wetten door de rechter aan de grondrechten in de Grondwet, toetsing door de bestuursrechter aan  algemene rechtsbeginselen, en last but not least: versterking van het rechtsstatelijk kompas van overheidsmedewerkers, in het bijzonder bij topambtenaren.
Staatsrechtelijk gevoelige volksvertegenwoordigers weten hiermee wat hen te doen staat.
Ambtenaren putten er naar ik hoop moed en inspiratie uit.

Noten
1) De gebroken belofte van de rechtsstaat | Rapport | Rijksoverheid.nl
2) Achtergronddocument behorend bij de Staatscommissie Rechtstaat, Bijlage 2 Kennisnotitie SCP: https://open.overheid.nl/documenten/dpc-ea32a98171f2f5c6ebe47118101bd4749cabb719/pdf

Deze blog is deel 7 in de serie over een rechtsstatelijk onderwerp.

Deel 6: Rechtsstatelijke sluiproutes en spookrijden: https://beroepseer.nl/blogs/overheid/rechtsstatelijke-sluiproutes-en-spookrijden/
Deel 5: Een formatie die deformeert: https://beroepseer.nl/blogs/een-formatie-die-deformeert/
Deel 4: Wij en zij in de rechtsstaat: https://beroepseer.nl/blogs/wij-en-zij-in-de-rechtsstaat/
Deel 3: De ambtenaar in tijden van rechtsstatelijk vandalisme: https://beroepseer.nl/blogs/overheid/de-ambtenaar-in-tijden-van-rechtsstatelijk-vandalisme/
Deel 2: Ambtelijke tegenspraak past niet op een spandoek: https://beroepseer.nl/blogs/ambtelijke-tegenspraak-past-niet-op-een-spandoek/
Deel 1: Rechtsstaat: leren leven met onbehagen: https://beroepseer.nl/blogs/rechtsstaat-leren-leven-met-onbehagen/

Omslag van essay van Hans Wilmink, Voorbij boos en achteloos

 

Voorbij boos en achteloos. Rechtsstatelijk besef
als kompas voor overheid en burger,
door Hans Wilmink:
https://beroepseer.nl

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Nieuwsbrief ontvangen?

Wij houden u graag op de hoogte van actuele ontwikkelingen binnen Stichting Beroepseer.  Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen? Dan kunt u zich hieronder aanmelden.

Contact

Adres:
Multatulilaan 12
4103 NM Culemborg

Email:
info@beroepseer.nl

© Stichting beroepseer