Bert Wienen in lezing over het recht van kinderen en jongeren niet langer te hoeven werken aan de beste versie van zichzelf
Nieuw kinderrecht: het recht om te falen was de titel van de tiende Daan Mulock Houwer-lezing, gehouden door Bert Wienen in november 2021. Centraal thema was het onder druk zetten van kinderen en jongeren om te presteren. Prestatiedruk is een moderne vorm van kinderarbeid in Nederland.
Met de jaarlijkse Mulock-Houwer-lezing willen het Nederlands Jeugdinstituut en de internationaal opererende organisatie Defence for Children meer aandacht vragen voor het werk en de betekenis van pioniers en vernieuwers in de jeugdzorg.
De lezing is vernoemd naar de markante Daan Mulock Houwer (1903-1985). Opgegroeid in tehuizen zou hij op latere leeftijd een fervent pleitbezorger worden van modernisering van de jeugdzorg en de kinderbescherming.
Bert Wienen is associate lector Jeugd bij hogeschool Windesheim en promoveerde op inclusief onderwijs en de rol van psychiatrische diagnoses binnen het onderwijs. Wienen is opgeleid als psycholoog, onderwijskundige en bedrijfskundige. Binnen het lectoraat Jeugd onderzoekt hij de ontwikkeling van angst en depressiviteit bij leerlingen in het voortgezet onderwijs en de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp.
Zelfdwang
Net als Mulock Houwer komt Wienen op voor het recht van kinderen om niet te hoeven werken. Wienen betoogt dat kinderen en jongeren in onze huidige prestatiesamenleving knechten zijn van de economie, die onder zelfdwang moeten werken aan de beste versie van zichzelf. Een vorm van kinderarbeid dus.
Om die trend te keren, pleit Wienen ervoor onderwijs en opvoeding weer los te weken van economische principes, zodat kinderen de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen tot gemeenschapsmens, in plaats van als betere versie van zichzelf. Geheel in de geest van Mulock Houwer, die het onderwijs zag als ultieme oefenplek voor kinderen om te leren functioneren binnen de gemeenschap.
Wienen in de Inleiding:
“‘Het is eenvoudig een plicht van de gemeenschap om haar in moeilijkheden verkerende kinderen tijdig te helpen. Een reddingsmaatschappij wier boten niet zeewaardig zijn, is een misdadige instelling. De S.O.S.-seinen doorklieven de lucht. Het is dus hoog tijd om te helpen’.
Deze oproep deed Mulock Houwer, de naamgever van deze lezing, in 1946. Ook vandaag, 75 jaar later, horen we drenkelingen roepen. Reddingsboten varen uit, reddingsvesten worden toegeworpen. Steeds meer, steeds vaker en steeds langer krijgen kinderen en jongeren jeugdhulp. En ook vandaag zijn er dus oproepen zoals die van Mulock Houwer. ‘Maak kinderen hoofdprioriteit in de formatie’, stelt Save the Children voor en ‘Benut crisis als unieke kans voor onderwijsrenovatie’, adviseert de onderwijsinspectie.
Terug naar de twintigste eeuw van Mulock Houwer. Het is laat in de avond, twaalf uur in de nacht. Op straat lopen jonge kinderen, op het oog zo’n 8 tot 10 jaar oud. Slaperig zijn ze, moe. Ze slenteren naar de glasfabriek. De glasfabriek van Peter Regout, die de kinderen laat werken als fabrieksarbeiders: handig die kleine vingertjes. Goedkoop bovendien. Kinderen die functioneren als fabriekswerkers, als grondstof en radertje voor de economie. Gelukkig, zo zou ook Mulock Houwer schrijven, komt er een verbod op kinderarbeid. Kinderarbeid, hoe bizar, vinden wij nu.
Maar vinden we dat echt? Want ook vandaag laten we kinderen werken als jonge kindarbeiders. Ook vandaag laten we hen met elkaar concurreren omdat we denken dat dit tot de beste economische resultaten leidt. Ook vandaag raken kinderen uitgeput en haken ze af. Maar met één belangrijk verschil.
Waar de kinderen in de fabriek werkten voor hun baas Peter Regout, zijn kinderen en jongeren vandaag hun eigen baas geworden en presteren ze onder zelfdwang. Zelfdwang waardoor ze, naast hun eigen baas, ook hun eigen knecht zijn geworden. Ploeterden kinderen vroeger in de fabriek of op het land, vandaag de dag ploeteren ze aan de fabricage van hun eigen ik. Zogenaamd omdat ze dat zelf willen. Vandaag pleit ik, met Mulock Houwer, om weer op te staan voor het recht van kinderen en jongeren om niet te hoeven werken. Ik pleit ervoor om onderwijs en opvoeding weer los te weken van economische principes. Om zo te voorkomen dat we gefocust blijven op de reddingsvesten die steeds sneller uitgeworpen worden, en reddingsboten die steeds vaker uitvaren. En bovendien om ervoor te zorgen dat de reddingsboten beschikbaar blijven voor kinderen en jongeren die dat echt nodig hebben”.
Wienen eindigt zijn lezing met:
“We zullen de therapeutisering en pathologisering in het onderwijs een halt moeten toeroepen. Anders blijft de focus op reddingsboten en reddingsvesten.
Ziet u daar die speedboot? Zie hem gaan. Steeds een beetje harder, steeds een beetje sneller en als je heel goed kijkt, dan vallen aan de achterkant van de speedboot steeds meer kinderen en jongeren van de boot af. Steeds meer.
Wat moeten we doen? Blijven we reddingsboten sturen? Blijven we meer inzetten op jeugdhulp? Op de verbinding tussen onderwijs en zorg? Of of zelfhulpboeken? Workshops en veerkracht? Blijven we reddingsvesten toegooien, zodat kinderen en jongeren blijven drijven en tenminste nog zelf de richting kunnen kiezen die ze op willen zwemmen?
Volgens mij moeten we iets anders doen.
We zouden samen moeten afspreken om die speedboot zachter te laten varen. De economische principes moeten weer uit de kinderen- en jongerenfase. De zelfdwang moet weg zodat er ruimte ontstaat het onderwijs weer in te richten als een gemeenschap waarin het opgroeien als maatschappelijk verantwoorde en betrokken burgers de norm wordt. Burgers die bovendien over kennis beschikken om geldende normen te begrijpen, te lezen en ter discussie te stellen. Op die manier ontstaat er ruimte voor een economie die niet is gericht op groei of op concurrentie, maar op genoeg waarin kinderen en jongeren leren van falen, en leren naar elkaar om te zien, in plaats van de vraag te stellen: What’s in it for me?
Wat is onze plicht als leden van de gemeenschap? Nou, wat mij betreft, dat we net als Mulock Houwer, weer opstaan voor het recht van kinderen en jongeren, om niet te hoeven werken. Niet langer te hoeven werken aan de beste versie van zichzelf”.
Zie hieronder de video-opname van Wienens lezing, met intermezzo’s waarin twee scholieren en een student aan het woord komen. Als eerste wendt Claire Teunissen zich direct tot de kijkers. Ze gaat iets vertellen over “mij en misschien ook over jou. Iets over school en de toetsen en vakken. Soms voelt het of alles moet en niets mag. Alsof ik vast zit in een ijzeren deken in de kou”.
De lezing is ook in PDF te downloaden op site van het Nederlands Jeugdinstituut: https://www.nji.nl/publicaties/nieuw-kinderrecht-het-recht-om-te-falen
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Geef een reactie