Dolgedraaide publicatiedrift
In NRC Handelsblad van vandaag staat het artikel Publicatiedrift wetenschappers neemt groteske vormen aan door Pim van den Dool.
Grote aanjager van het publicatiecircus is de “H-index”, die telt hoeveel artikelen een onderzoeker publiceert en hoe vaak ze worden geciteerd door anderen.
Cardioloog Jeroen Bax (LUMC) bijvoorbeeld, heeft in zijn twintigjarige loopbaan gemiddeld 110,8 wetenschappelijke artikelen per jaar gepubliceerd. In topjaar 2009 “schreef” hij 138 artikelen, ofwel één artikel per 1,9 werkdagen. Dit blijkt uit een inventarisatie van cardioloog Arthur Wilde (AMC) en elektrofysioloog Tobias Op ’t Hof (Universiteit Utrecht).
Medici als Bax staan op dat groeiende aantal publicaties vooral als co-auteur. Co-auteur kun je al worden door je laboratorium ter beschikking te stellen of een alinea aan te leveren. “Medische wetenschappers die zo veel publiceren kunnen onmogelijk elk artikel gedetailleerd kennen”, zegt Wilde: “Het systeem van publiceren en citeren is aan het doldraaien.”
De “H-index”, in 2005 bedacht door de natuurkundige Jorge Hirsch, is een eenvoudig te bepalen maat voor de staat van dienst van een onderzoeker. Onderzoeksinstellingen en subsidiegevers hanteren de H-index steeds vaker bij hoogleraarsbenoemingen of bij het financieren van onderzoek. “En zo werken bestuurders in de hand dat wetenschappers gaan sturen op een hoge H-index”, zegt natuurkundige Gijs Wuite (VU).
Lees het achtergrondartikel Noem jij mij dan noem ik jou in NRC Weekend van 17/18 maart 2012, geschreven door Karel Berkhout en Margriet van der Heijden; ook via de digitale editie. Klik hier.