Skip to main content

Aangeklaagd worden als zorgverlener. Wat zijn de beroepsnormen?

Dolf Algra, tot voor kort zelfstandig bedrijfsarts en adviseur, schrijft in zijn blog Het tuchtcollege, de beroepsnorm, én je collega-beroepsgenoten: één grote blackbox op de site van Medisch Contact over aangeklaagd worden als zorgverlener zonder waarschuwing vooraf en de grote gevolgen die een tuchtzaak kan hebben: “Plotseling is het zover. Je bent aangeklaagd. Schijnbaar vanuit het niets ligt daar zomaar die brief van het tuchtcollege op de mat. Iemand is niet tevreden over je professionele handelen én heeft een klacht tegen je ingediend. Die had je niet zien aankomen. Wat nu?

Nu blijkt het indienen van een klacht een peuleschil te zijn. Het in te vullen klaagschrift staat namelijk al kant-en-klaar op de site van het tuchtcollege. Bovendien is een tuchtzaak gratis, want vrij van (griffie)kosten. Alhoewel de klager ‘geacht’ wordt op de zitting aanwezig te zijn, blijkt het niet verplicht te zijn gesteld. Kortom: klager zet grieven op papier en belt daarna met juridische bijstand (want toch verzekerd) en off we go. Je gram halen. Zo eenvoudig kan het dus zijn.

Lastig parket

De verweerder – jij, wij en/of ik – zitten in een heel wat lastiger parket. Bij het klaagschrift zit namelijk een schrijven van het tuchtcollege met informatie over de opzet van de procesgang – trek daar maar een maandje of acht voor uit! – én het verweerschrift. Voor de rest is het vooral: good night and good luck!

Het is de taak van het tuchtcollege om te toetsen of jouw professionele handelen zorgvuldig en/of deskundig genoeg is geweest. Dat is hun maatschappelijke opdracht. De meetlat voor deze toetsing heet de ‘beroepsnorm’ en de hoeder van deze beroepsnorm is je eigen beroepsvereniging. Wat die beroepsnorm precies inhoudt is vaag. Bijzonder vaag.

Het tuchtcollege heeft er maar liefst 75 woorden voor nodig om te duiden dat het professioneel handelen ‘binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening’ dient te vallen. Dat is zo oprekbaar als elastiek.

Typ beroepsnorm en beroepsvereniging in en je zult zien dat velen veronderstellen dat richtlijnen, standaarden, werkwijzers, leidraden, standpunten daarin voorzien. Dat die voor andere doeleinden zijn geschreven blijft meestal onbesproken.

Nu is de officiële uitleg van bijvoorbeeld een richtlijn dat het ‘een document is met aanbevelingen, gericht op het verbeteren van de kwaliteit van zorg’. Een hulpmiddel. Hoe open, leerbaar en vooral onschuldig klinkt dit alles.

Streng in de leer

In mijn vakgebied – de bedrijfsgezondheidszorg – blijken de leden van het tuchtcollege nogal streng in de leer. Bijna fundamentalistisch eigenlijk. Dit valt op te maken uit het aantal recente – sterk betwistbare – uitspraken. Voor hen is de richtlijn versteend tot afvinkbare normen passend bij de Tien Geboden. Gij dient de richtlijn te volgen. Punto e basta.

Dit ondanks het feit dat ongeveer de helft(!) van de bedrijfsartsen – ja, u leest het goed – stelt de NVAB-richtlijnen in de praktijk niet te kunnen uitvoeren. Ik verwijs naar spraakmakend onderzoek van Nico Plomp, ‘Waarom NVAB-richtlijnen niet worden gevolgd‘.”

Lees de hele blog van Dolf Algra: Het tuchtcollege, de beroepsnorm, én je collega-beroepsgenoten: één grote blackbox, Medisch Contact, 17 juli 2018: www.medischcontact.nl

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.