Skip to main content

Redactie Beroepseer

Handtekeningenactie Red de GGZ! Stop onderfinanciering specialistische GGZ

Op de geestelijke gezondheidszorg kan niet meer worden bezuinigd. Eindeloze wachtrijen, halvering van bedden en zelfs sluiting van klinieken, het kan niet langer. Tijd voor een petitie om het tij te keren.

In het begin van 2022 kreeg de ene na de andere specialistische GGZ-kliniek te horen dat zij moest sluiten of krimpen. Patiënten met de meest complexe psychische problemen worden hier de dupe van. De GGZ in Nederland verschraalt al langer, terwijl de wachtlijst gestaag groeit. En dat, terwijl zorgverzekeraars jarenlang premiegeld voor de GGZ achter bleken te houden!

Actiegroep Red de GGZ! is een handtekeningenactie gestart op 23 april 2022 waarbij men de ministers Ernst Kuipers en Conny Helder van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) oproept te stoppen met de onderfinanciering van de specialistische GGZ.

40.000 volwassen Nederlanders wachten langer dan de toegestane veertien weken op behandeling. Het zijn juist de mensen met de ernstigste problemen die het langst moeten wachten. Mensen die al een leven lang worstelen met de gevolgen van mishandeling of misbruik in hun jeugd, zich uitend als traumaklachten, depressies, verslaving, onvermogen om relaties aan te gaan of ernstige psychosomatische klachten, meestal een combinatie hiervan. Denk ook aan jonge vrouwen in levensgevaar door anorexia, of mensen met een psychose die de hele dag door worden uitgescholden door stemmen.

Nog minder hoop op behandeling

Uitgerekend voor de mensen die er het slechtst aan toe zijn is er de komende tijd nóg minder hoop op behandeling. Een aantal specialistische afdelingen en klinieken wordt met sluiting bedreigd of zijn al gesloten, uit financiële nood. Het gaat hier o.a. om het Centrum voor Psychotherapie, Altrecht Psychosomatiek Eikenboom, KIB Amsterdam, stuk voor stuk afdelingen waarvoor nauwelijks een alternatief bestaat. Ook PsyQ Amsterdam en de LHBTI-poli sluiten. Daarnaast staat de behandeling van minimaal 60.000 patiënten op de tocht die in zorg zijn bij zelfstandig gevestigd psychiaters.

De huidige maatregelen zijn onbegrijpelijk, want het geld ís er wel. Volgens de Algemene Rekenkamer hielden zorgverzekeraars jaren achtereen ieder jaar zo’n 300 miljoen achter; bijna 10% van het geld dat werd begroot voor de behandeling van psychiatrische patiënten. Vanaf 2019 is het budget voor de GGZ door VWS definitief verlaagd met 300 miljoen, ondanks de wachtlijsten. En dat terwijl er voor behandeling van lichamelijke gezondheidsklachten bij de specialist in het ziekenhuis ieder jaar méér geld wordt uitgegeven dan is afgesproken.

Nederlandse Zorgautoriteit en de bureaucratie

De actiegroep doet een beroep op de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Deze kan de zorgverzekeraars verplichten zich aan hun zorgplicht te houden. De NZa houdt namens de Rijksoverheid toezicht op de zorgmarkt. Helaas verstopt de NZa zich achter procedures. Momenteel zijn de te nemen bureaucratische stappen onhaalbaar voor iemand die al maanden verstoken is van psychiatrische zorg.

Red de GGZ! noemt in een brief aan het Ministerie van VWS drie vereisten voor een fatsoenlijke GGZ:

  1. De NZa zou zorgverzekeraars moeten dwingen hun zorgplicht na te komen voor alle groepen psychiatrische patiënten. En dan niet door van die patiënten een onmogelijke inspanning te vragen, maar door zelf actief te controleren of elke patiëntengroep binnen redelijke termijn en afstand passende zorg krijgt aangeboden.
  2. In plaats van een vermindering van 300 miljoen is nodig een realistisch budget voor de GGZ, waarmee zorgverzekeraars aan hun zorgplicht kunnen voldoen. Vóór het zomerreces worden opnieuw landelijke afspraken gemaakt voor de budgettering van de zorg in de bestuurlijke zorgakkoorden.
  3. Er dient onmiddellijk te worden ingegrepen in de nijpende situatie rond de zorg voor patiënten in hoog-specialistische klinieken. Deze dreigen op korte termijn te sluiten of te moeten krimpen. Het behandelaanbod van deze centra staat beschreven in de kwaliteitsstandaarden. Nu wordt de maximumnorm voor de wachttijd voor deze klinieken verre overschreden. Dit maakt sluiting onrechtmatig.

Downloaden Position paper Red de GGZ, 22 februari 2023: https://beroepseer.nl

Voor tekenen van de petitie: https://campagnes.degoedezaak.org/campaigns/red-de-ggz
Het streven is 20.00 handtekeningen. De teller staat begin dinsdagmiddag 3 mei op 7.640.

Actiegroep Red de GGZ! https://reddeggz.nl/ (Website functioneert niet meer)
Red de GGZ komt op voor een gelijkwaardige behandeling van burgers die ernstig psychisch lijden. Zij hebben, net als ieder ander, het recht op toegankelijke zorg voor hun gezondheidsproblemen.

Demonstratie op 11 mei

Op woensdag 11 mei 2022 vindt van 10.00 – 15.00 uur het vervroegde commissiedebat plaats over de GGZ in de Tweede Kamer in Den Haag. www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2022A03665
Om 15.00 u wordt er buiten gedemonstreerd om aandacht te vragen voor de sluitende klinieken.
Zie: https://reddeggz.nl/ (Website functioneert niet meer)

 

Megan Sturhoofd wint essaywedstrijd ‘Rechtspraak om op te bouwen’. Pleidooi voor toegankelijke en mensgerichte rechtspraak

“Mijn stamboom kent geen seizoenen. Het is al bijna 80 jaar winter en de meeste takken zijn afgestorven voordat ze bladeren konden krijgen. Als ik door fotoalbums blader, herken ik de frons van mijn vader, de lach van mijn broers en mijn eigen ogen in kleine wazige plaatjes van mensen die nooit meer zullen knipperen. De zeventienjarige Mauritz zou nooit iets van de wereld zien, ook al hoopte hij dat wel toen hij met zijn broertje Nathan op een overvolle trein naar Oost-Europa stapte. Sophie van 16 ging nooit studeren in haar stad, Amsterdam, en Roza zou haar koosnaam ‘Rootje’ nooit ontgroeien, omdat ze op haar dertiende verjaardag werd vermoord in Sobibor”.

“Mijn stamboom puilt uit van kinderen die niet op mochten groeien, maar Max had het geluk dat hij zijn jeugd kon doorbrengen in stoffige kelders van vriendelijke onbekenden. Als kind zat ik op het puntje van mijn stoel als opa Max vertelde over de keer dat ze waren verraden of als mijn tante Ruth haar mouw opstroopte om haar nummer uit Auschwitz te laten zien. Ik begreep het niet en kon het ook niet begrijpen, maar het verlangen om te begrijpen was er wel”.

De subjectiviteit van het recht

“Hoe kon er zulk onrecht plaatsvinden? Het is een tijdloze vraag, omdat onrecht nu eenmaal van alle tijden is. Nog steeds heeft geen wet of rechter een einde kunnen maken aan racisme, kansenongelijkheid of discriminatie. Maar wat we nu onwenselijk vinden, is dat niet altijd geweest. Voor velen leken de donkerste bladzijdes van onze geschiedenis op het moment zelf smetteloos, omdat ze met de wet beschreven waren. Zo was niet alleen de onderdrukking van joden legaal, maar kende ook de trans-Atlantische slavenhandel een juridische basis”.

“Het naleven van de wet kan daarom nooit als garantie voor rechtvaardigheid beschouwd worden. Net als de wet, wordt ook de moraal ingevuld naargelang tijd en plaats. Het is dan ook onmogelijk om de rechtsstaat op basis van een absolute, tijdloze waarheid in te richten. Dat objectief recht nooit meer zal zijn dan een streven, hoeft echter niet de doodsteek voor de rechtspraak te betekenen. Zonder dwingende, absolute waarden hebben we juist de ruimte om onbelemmerd over rechtvaardigheid te discussiëren. Pas als we dat erkennen, zijn we vrij om de hoognodige verandering aan te brengen”.

Essaywedstrijd

Bovenstaande alinea’s vormen het begin van het winnende essay van de essaywedstrijd voor studenten ‘Rechtspraak om op te bouwen’ dat tijdens de Week van de rechtspraak van 2021 door het gerechtshof Den Haag was uitgeschreven. De jury heeft het essay van rechtenstudent Megan Sturhoofd (Universiteit Utrecht) als winnend essay uitgeroepen.

De jury: “Het essay vormt een bijna poëtisch beginnend gesprek. De lezer wordt meteen meegenomen in het persoonlijk verhaal, dat is getekend door onrecht over generaties heen. Een helder betoog volgt, over het universele verlangen naar recht door de eeuwen heen, over de zoektocht naar rechtvaardigheid. Centraal staat de oproep om oog te hebben voor kwetsbaarheid: ‘Uiteindelijk zijn het dus geen universele waarden die ons binden, maar is het de kwetsbaarheid van de een die een concrete verplichting oproept bij de ander’. Waarna de schrijver eindigt met het belang van investering in de toegankelijkheid van het recht, voor iedereen. Want ‘Het is pas echt onrechtvaardig als je niet tegen onrecht in verzet kan komen’.”

Lees het hele essay van Megan Sturhoofd, Rechtspraak om op te bouwen – Een pleidooi voor toegankelijke en mensgerichte rechtspraak, Rechtspraak, 3 februari 2022: www.rechtspraak.nl

Essaywedstrijd ‘Rechtspraak om op te bouwen’: www.rechtspraak.nl

 

Foto bovenaan is van Edward Lich: Vrouwe Justitia

Beroepsvereniging van sociaal werkers bestaat 75 jaar

In 2022 bestaat de Beroepsvereniging voor Professionals in Sociaal Werk (BPSW) 75 jaar. Al die jaren zoeken sociaal werkers elkaar al op om aan de ontwikkeling en positionering van hun beroep te werken.
Jan Willem Bruins, directeur van BPSW, vertelt in een interview voor Zorg en Welzijn over zijn grootste wens: Een groter maatschappelijk vertrouwen in het vakmanschap van sociaal werkers, juist in een tijd waarin sociale vraagstukken steeds complexer worden. Als er meer professionele autonomie zou zijn, zouden de sociaal werkers beter hun werk kunnen doen.

Jan Willem Bruins over de ontstaansgeschiedenis

“In 1947 zijn er twee beroepsverenigingen van maatschappelijk werkers opgericht, eerst de Nederlandse Bond van Maatschappelijk Werkers (NBMW); een paar maanden later de Katholieke Vereniging van Maatschappelijk Werkers. Al snel had eerstgenoemde beroepsvereniging zo’n 400 leden. Meerdere kleine beroepsverenigingen sloten zich aan bij de NBMW, waaronder der vereniging van psychiatrisch sociaal werkers. Interessant detail: er waren dus in 1947 al beroepsvarianten die zich sociaal werker noemden. Omstreeks 1965 telden beide verenigingen elk een kleine duizend leden

Er werd langzaam meer samengewerkt, zo gaven beide verenigingen in 1962 de eerste beroepscode voor maatschappelijk werkers uit. In 1969 kwam het tot een fusie van de beide beroepsverenigingen. Dat werd de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW), bij veel van onze leden is deze naam nog goed bekend. De wens alle beroepsvarianten van sociaal werk samen te laten werken in één beroepsvereniging lag ten grondslag aan het ontstaan van onze BPSW”.

Beroepsvarianten

“Tussen 1978 en 1988 werd ook een poging gedaan om te verbreden door de oprichting van de Nederlandse Organisatie van Welzijnswerkers (NOW), waar ook sociaal-cultureel werkers en opbouwwerkers bij waren aangesloten. De tijd was er toen nog niet voldoende rijp voor, de NOW hield het zo’n 10 jaar vol. Waarna de beroepsvarianten weer eigen wegen gingen. Het zou nog tot 2015 duren voordat alle beroepsvarianten van sociaal werkers weer samen kwamen in één vereniging, onze BPSW.

Inmiddels is de BPSW dè beroepsvereniging van al die verschillende sociaal werkers. Wat al die beroepsvarianten met elkaar verbindt, maakten we recent al duidelijk door één nieuwe gemeenschappelijke beroepscode te introduceren en in juni 2022 verschijnt het eerste beroepsprofiel voor alle sociaal werkers. Ook een historisch moment!”

Beroepscode en jubileumboekje

Per januari 2022 is er een nieuwe beroepscode voor de sociaal werkers van kracht. Professionals in het sociaal werk – maatschappelijk werk, sociale agogen, jeugd- en gezinswerkers en sociaal werkers – hebben één gezamenlijke ethische basis. Niet nieuw, maar wel belangrijk voor de gezamenlijke ruimte om te handelen in het beroep van sociaal werker.

Ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum wordt er een boekje over de rijke geschiedenis van de beroepsvereniging gepubliceerd in de serie Canon van Sociaal Werk, geschreven door diverse auteurs.

Jubileumfeest op 24 november 2022

Op 24 november 2022 is er ’s middags een bijeenkomst in Utrecht waarin de vereniging stil staat bij het jubileum. Een van de sprekers is Margo Trappenburg, bijzonder hoogleraar ‘Grondslagen van het Maatschappelijk Werk’ op de Universiteit voor Humanistiek en universitair hoofddocent Bestuurs- en Organisatiewetenschap op de Universiteit Utrecht. Ander onderdeel van het programma is de uitreiking van de Van Dantzig-penning.

 

75 jaar beroepsvereniging van sociaal werkers, door Jan Willem Bruins, directeur BPSW: www.bpsw.nl/actueel/columns/75-jaar-beroepsvereniging-van-sociaal-werkers-feest/

75 Jaar BPSW: ‘Sociaal werkers zijn van toegevoegde waarde’, Zorg en Welzijn, 22 april 2022: https://www.zorgwelzijn.nl/75-jaar-bpsw-sociaal-werkers-zijn-van-toegevoegde-waarde/
Zorg + Welzijn is een tijdschrift en website voor professionals en beleidsmakers in het sociaal domein

Info over de Van Dantzig-penning: www.bpsw.nl/

 

Downloaden Beroepscode voor professionals in sociaal werk: www.bpsw.nl/app/uploads/BPSW-Beroepscode-2021.pdf

 

“Onderwijs is voor ons een werkplaats waar je met elkaar aan iets bouwt”

Eva Naaijkens is een van de bekendste schoolleiders van Nederland. Met haar collega Martin Bootsma nam ze in 2016 de leiding op zich van een zieltogende Amsterdamse basisschool, die werd omgedoopt tot Alan Turingschool. Ze bedachten een nieuwe aanpak en schreven daarover het boek En wat als we nu weer eens gewoon gingen lesgeven? waarin ze stap voor stap uitleggen hoe je de werkdruk in op school kunt verlagen en hoe je daardoor ruimte krijgt om je vakmanschap te ontwikkelen. De nieuwe aanpak is eenvoudig en efficiënt en geschikt voor elke basisschool.
Het boek werd verkozen tot beste onderwijsboek van 2018. Uit reacties bleek dat er vooral waardering was voor de centrale positie van de leraar in deze aanpak. Alles valt of staat namelijk met de kwaliteit van de man en de vrouw voor de klas.

“Er is een emancipatiebeweging op gang gekomen”

In maart 2022 verscheen er een nieuw boek van het duo: De school als werkplaats – Gereedschap voor een sterke kwaliteitscultuur. In het vaktijdschrift voor leerkrachten in het basisonderwijs JWS vertelt Naaijkens in een interview aan Ronald Buitelaar dat in dit boek alles “samenkomt wat wij de afgelopen jaren hebben gedaan en geleerd”.
Onderwijs blijkt een “werkplaats te zijn waar je met elkaar aan iets bouwt en elkaar nodig hebt om goed onderwijs te maken”. In de school als werkplaats helpen leraren elkaar om het vakmanschap te ontwikkelen en te verbeteren en dit leidt tot meer werkplezier en beroepstrots.

Eva Naaijkens:“Er is echt een emancipatiebeweging op gang gekomen in het onderwijs. Dat komt overigens niet alleen door ons. Ook mensen als Jan van der Ven, Thijs Roovers, René Kneyber, Jelmer Evers en vele anderen hebben beroepstrots in het onderwijs weer op de kaart gezet. Ik zie dat vooral leerkrachten – ik vind schoolleiders vaak een beetje stil – regie pakken en daar mogen we met z’n allen trots op zijn. En hoewel veel mensen boos op Arie Slob zijn, is hij wel degelijk onderdeel van die beweging geweest. Het onderwijs staat er nu totaal anders voor dan vier jaar geleden. Met Sander Dekker was dat niet gebeurd”.

Wat is het verschil met jullie eerste boek?
“Het eerste boek richt zich vooral op structuur via kaarten en documenten. Het leverde veel enthousiaste reacties op, maar veel scholen kwamen niet verder dan knippen en plakken. Dat vonden Martin en ik niet fijn. In dit boek laten we zien dat het om structuur én cultuur gaat. Met opschrijven ben je er niet. Je moet het dóen door als schoolleider een vlecht te maken van drie belangrijke stromen in je school: leercultuur, kwaliteitscultuur en ouders. Die drie moet je met elkaar vervlechten, waarbij je er oog voor moet hebben om de vlecht in drukke tijden dun te houden, zodat je hem in rustige tijden dikker kunt maken”.

De school als werkplaats is uitgegeven bij Pica. Tjip de Jong reisde in maart 2022 af naar de in Huizen gevestigde uitgeverij  voor een uitgebreid gesprek met de auteurs voor zijn podcastserie Tjipcast. In deze serie gaat De Jong op zoek naar verrassende antwoorden en nieuwe perspectieven op vragen die ons bezighouden. Elke week voert hij een vraaggesprek over onderwijsverbetering, leiderschap, samenwerken of innovatie.

Referenties
Schoolleider Eva Naaijkens over vakmanschap, door Ronald Buitelaar, JSW, 11 maart 2022: https://www.jsw.nl/opinie/schoolleider-eva-naaijkens-over-vakmanschap/
JSW (Jeugd in School en Wereld) – is een vakblad voor leerkrachten in het basisonderwijs en bestaat sinds 1931. Het verschijnt maandelijks behalve in juli en augustus. Nummer 7 van maart 2022 is gewijd aan vakmanschap.

De school als werkplaats – Gereedschap voor een sterke kwaliteitscultuur: www.uitgeverijpica.nl/titels/onderwijs/de-school-als-werkplaats-pica

Hoe kan de huisarts in zijn praktijk het beste omgaan met administratieve rompslomp?

In Zorgvisie – online platform voor beleid en management in de zorg – zijn de eerste twee delen van een drieluik gepubliceerd over de positie van de huisarts. Is de huidige organisatie van huisartsenzorg wel toekomstbestendig?
Het eerste deel gaat over de poortwachtersfunctie. Kan de huidige organisatie van huisartsenzorg die functie in deze tijd nog aan?
In het tweede deel wordt ingegaan op de administratieve lasten. Wie of wat veroorzaakt de bureaucratie, de registraties en de administratie? Het derde deel behandelt de bekostiging en de organisatie van de huisartsenzorg.

Auteur van het drieluik is Martien Bouwmans. Hij schreef het boek Het zorgstelsel ontrafeld, gepubliceerd in 2021 bij Bohn Stafleu van Loghum, waarin hij ons gidst door de geschiedenis van de ziektekostenverzekering en het huidige zorgstelsel. Daarbij rijst de vraag: Hebben we nu de beste zorg ter wereld of valt er nog wat te verbeteren?

Een belangrijke vraag in het tweede deel – over de administratieve lasten – is wie of wat de veroorzaker is van de bureaucratie, de registraties en de administratie. Hoewel de problematiek algemeen bekend is, is het goed nog eens te kijken wie er in feite verantwoordelijk zijn voor al die lasten.
Zorgverleners die 40 procent van hun tijd kwijt zijn aan registreren, eindeloos verantwoording moeten afleggen, ten onder gaan aan verstikkende bureaucratie, meestal veroorzaakt door ‘de marktwerking’, met als grote boeman: de zorgverzekeraar. Wie kent de verhalen niet?

Bouwmans citeert Danka Stuijver, Volkskrant-columnist en huisarts, die kort en bondig opmerkte: “Meerdere malen schreef ik over externe factoren die het werk van dokters hebben veranderd. Zoals de bureaucratische rompslomp, waaraan zorgverleners twintig uur per week kwijt zijn, ontstaan uit wantrouwen, een drang naar controle en een onstilbare honger naar het keurmerken van zorg”.

De onderwerpen van deel 2:

  • Registraties voor het patiëntendossier
  • Contracteren en declareren
  • Verantwoorden vanuit wantrouwen?
  • Productiegedreven manier van betalen
  • Onstilbare honger naar keurmerken

Lees verder in deel 2: Hoe kunnen huisartsen beter omgaan met administratieve lasten? door Martien Bouwmans, Zorgvisie, 21 april 2022: www.zorgvisie.nl/blog/hoe-kunnen-huisartsen-beter-omgaan-met-administratieve-lasten/

Deel 1: Huisartsen: duizenddingendoekjes of poortwachters? door Martien Bouwmans, Zorgvisie, 20 april 2022: www.zorgvisie.nl/blog/huisartsen-duizenddingendoekjes-of-poortwachters/

Deel 3: Huisartsenzorg kan ook anders, door Martien Bouwmans, Zorgvisie, 22 april 2022: www.zorgvisie.nl/blog/huisartsenzorg-kan-ook-anders/

Leraren gaan kopje-onder door werkdruk als gevolg van politici en beleidsmakers die verkeerde, in de klas doorwerkende keuzes maken

Tot haar verbazing hoorde Merel van Vroonhoven de inspecteur-generaal van de Onderwijsinspectie, Alida Oppers, op televisie zeggen dat zij de toverstok heeft gevonden die alle onderwijsproblemen gaat oplossen. En wel binnen twee jaar. ‘Het roer moet radicaal om’, vertelt ze. Want taal- en rekenvaardigheden in het basisonderwijs zijn voor het vijftiende jaar op rij weer verder gedaald. De oplossing: focus!

Over de voornemens van Alida Oppers schrijft Van Vroonhoven in haar column in de Volkskrant: “Geen woord over waarom leraren en scholen kopje-onder gaan door de tsunami van werk. Of hoe ‘meer focus’ valt te rijmen met het almaar groeiende lerarentekort. Terwijl er in de aanpak daarvan eerder sprake is van meer versnippering en minder focus (het aantal opleidingsroutes is het afgelopen jaar weer verder gegroeid – het waren er pas 384). Nergens lees of hoor ik hoe politici, beleidsmakers en alle anderen die zelf niet voor de klas staan, maar wel elke dag keuzes maken die doorwerken in de klas, gaan zorgen voor die focus”.

Aan het eind van haar column adviseert Van Vroonhoven de inspecteur-generaal van de Onderwijsinspectie: “Als u, in plaats van met uw toverstok te wijzen naar het klaslokaal, er eens driftig op los zwaait richting de vele bestuurskamers, dan kan het goedkomen”.

Over Merel van Vroonhoven

Merel van Vroonhoven maakte een opvallende carrièrestap. Ze gooide het roer om in 2019 en werd juf van groep zes op een school voor speciaal onderwijs in Den Haag. Meer dan twintig jaar lang bekleedde ze verschillende bestuursfuncties bij Nationale-Nederlanden, ING, Nederlandse Spoorwegen en de Autoriteit Financiële Markten. In het boek De stap vertelt ze voor het eerst het verhaal van haar carrière. Het boek geeft een unieke inkijk in de dilemma’s van de directiekamers. Het is een persoonlijk, openhartig verhaal over hoe ze als vrouw steeds verder omhoog klom in een door mannen gedomineerde wereld, en de top bereikte. Om die vervolgens te verlaten voor het klaslokaal.

Lees de hele column Geen woord over waarom leraren kopje-onder gaan door de tsunami van werk, door Merel van Vroonhoven, de Volkskrant, 15 april 2022: www.volkskrant.nl

Website Merel van Vroonhoven: https://merelvanvroonhoven.nl

 

Afbeelding bovenaan is van Venita Oberholster

Stand van zaken van de platformeconomie in de Europese Unie

Er is opnieuw onderzoek gedaan naar de platformeconomie in Europa. De resultaten staan vermeld in het rapport The platform economy in Europe – Results from the second ETUI Internet and Platform Work Survey. Het onderzoek is uitgevoerd in veertien lidstaten van de Europese Unie in het voorjaar van 2021 door European Trade Union Institute (ETUI), onafhankelijk onderzoeks- en opleidingscentrum van het Europees verbond van vakverenigingen.

De ETUI-enquête over internet- en platformarbeid is opgezet om de diverse vormen van digitale arbeid vast te leggen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen internetarbeid en platformarbeid. De eerste vorm omvat brede, digitale arbeid, de tweede wordt gemeten op basis van zowel een beschrijving van het soort werk als de namen van platforms die door de respondenten worden verstrekt. Door gebruikmaking van een op standaard kanssteekproeven gebaseerde onderzoeksmethode, is een schatting mogelijk van het aandeel internet- en platformwerkers en kunnen hun kenmerken worden vastgesteld. De resultaten van het onderzoek laten zien dat platformwerk nog steeds vrij zeldzaam is, maar dat internetwerk wel alomtegenwoordig is.

Uniforme ontwikkeling

Een interessante uitkomst is dat de prevalentie van internet- en platformarbeid in de veertien onderzochte Europese landen tamelijk gelijk is. Dat wijst op een uniforme ontwikkeling van dit soort werk in die landen. 17 procent van de beroepsbevolking heeft via internet gewerkt; 4,3 procent via een platform; 1,1 procent kan worden beschouwd als hoofdplatformwerker – dat wil zeggen 20 uur of meer per week werken of meer dan 50 procent van de inkomen verdienen via platforms. Geschat wordt dat er in de 27 landen van de Europese Unie in 2021 ongeveer 47,5 miljoen internetwerkers zijn, 12 miljoen platformwerkers en 3 miljoen hoofdplatformwerkers.

Internet- en platformwerkers verschillen in diverse opzichten van de offline beroepsbevolking. Zij zijn gemiddeld jonger, maar ze zijn niet overwegend mensen in de studentenleeftijd die wat bijverdienen. Ze zijn vaker hoog opgeleid dan degenen die nooit internetwerk hebben verricht. Dat geldt met name voor degenen die creatief, freelance werk verrichten.

Online-arbeid lijkt vooral een aanvulling te zijn op onzekere offline-arbeid en fungeert als een extra bron van inkomsten voor mensen met minder stabiele contracten. Dat geldt met name voor werk op locatie, en werk in transport- en bezorgsector. Clickwerk*), verhuur en verkoop zijn over het algemeen de meest voorkomende werkzaamheden. De uren die aan online-werk worden besteed, lijken geen verband te houden met de uren aan offline-werk. Dat betekent dat mensen die economisch niet actief zijn op de traditionele arbeidsmarkt een vergelijkbaar aantal uren besteden aan platformwerk als degenen in loondienst of als zelfstandige werken.

Lage inkomsten

De inkomsten uit internet- en platformarbeid zijn zeer laag. Voor de grote meerderheid van werknemers vormt dit soort werk slechts een klein deel van hun totale inkomen. De laagste lonen zijn te vinden in clickwerk, waarmee de gemiddelde werknemer 50 euro per maand verdient, gevolgd door bezorging (100 euro) en transport (113 euro). Slechts een kleine groep – ongeveer 5 à 10 procent van de internet- en platformwerkers – verdient een aanzienlijk bedrag, met name via de verhuur van woonruimte, freelance-werk op afstand en transportwerk.

Het is met de thans beschikbare gegevens niet mogelijk vast te stellen in hoeverre dergelijke lage inkomsten het gevolg zijn van het feit dat de respondenten dit werk slechts als bijverdienste beschouwen of van de manier waarop de online-markt functioneert. In het licht van eerdere studies die wijzen op onvoldoende beschikbaar werk als een van de belangrijkste grieven onder platformwerkers en de hoeveelheid werk waarom wordt gevraagd, maar niet wordt vergoed door platforms, blijkt dat lage
verdiensten allesbehalve welkom zijn. Desondanks zijn die lage inkomsten geneigd een integraal kenmerk van de platformeconomie te worden, als er geen actie wordt ondernomen om de arbeidsvoorwaarden en de arbeidsomstandigheden te verbeteren.

Noot
*) Zie video Wat is clickwork? Clickwerk uitgelegd in één minuut: https://www.youtube.com/watch?v=xkuls01e3LY

The platform economy in Europe – Results from the second ETUI Internet and Platform Work Survey (IPWS), door Agnieszka Piasna, Wouter Zwysen en Jan Drahokoupil, European Trade Union Institute, februari 2022: www.etui.org

The second ETUI Internet and Platform Work Survey Country tables, door Wouter Zwysen, Agnieszka Piasna en Jan Drahokoupil, European Trade Union Institut, februari 2022: www.etui.org

SER-verkenning: De platformeconomie biedt grote kansen maar ook meer risico, SER, Blogs Beroepseer, 20 oktober 2020: https://beroepseer.nl

The platform economy in Europe: www.etui.org/publications/platform-economy-europe

David van Lennep Scriptieprijs 2022 uitgereikt aan drie jonge gedragswetenschappers

De David van Lennep Scriptieprijs 2022 is uitgereikt aan drie jonge gedragswetenschappers. In een tijd waarin de wereld er opeens heel anders uitzag dan we gewend waren, schreven zij hun masterthesis over mens, werk en organisatie. De drie winnaars geven een mooi overzicht van de huidige omstandigheden op de werkvloer.
De bekendmaking van de winnaars en de prijsuitreiking vonden plaats tijdens een symposium in Arnhem op vrijdag 8 april 2022. Voorafgaand aan de bekendmaking hield Saskia Nijs een lezing, getiteld Want de toekomst van werk gaat niet over werk!“. Daarin presenteert ze relevante Ideeën voor het vormgeven van de toekomst van werk waarin technologie en digitale transformatie de mens echt gaan helpen. Nijs is oprichter van Studio 21st, een organisatieadviesbureau voor robotisering en de toekomst van werk; daarnaast is zij onderzoeker aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

De eerste Van Lennep Scriptieprijs is gegaan naar Charlotte Rodriguez Conde van de Maastricht Universiteit vanwege haar onderzoek naar existentiële vraagstukken rondom werk. De tweede prijs ging naar Lee Colmer van de Universiteit van Amsterdam die onderzoek deed naar werknemers die hun chronische ziekte kenbaar maken – of juist niet – aan hun werkgever.
De derde prijs ging naar Dieuwertje van Dijk van de Maastricht Universiteit. Zij onderzocht leiderschap en stress in crisisteams.

David van Lennep Scriptieprijs

Jaarlijks reikt de Nederlandse Stichting voor Psychotechniek (NSvP) de David van Lennep Scriptieprijs uit aan drie jonge gedragswetenschappers. Het gaat om een prestigieuze prijs die wordt toegekend voor uitzonderlijk goede Mastertheses op het gebied van mens, werk en organisatie. Deze Scriptieprijs is één van de manieren waarop de NSvP bijdraagt aan innovatie op het terrein van de psychologie van arbeid, beroep en organisatie. De NSvP zet zich in voor een menswaardige toekomst van werk.
Alleen de beste theses worden door de universiteiten genomineerd voor de prijs. De hoogleraar van de vakgroep dient de nominaties in en een onafhankelijke jury – in 2022 bestaande uit prof. dr. Toon Taris, dr. Diana Rus en dr. Machteld van den Heuvel – beslist wie de winnaars zijn.
De theses hebben, zo blijkt uit ervaring, ontegenzeggelijk een maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie. Voor de auteurs, die in het begin van hun carrière staan, is de prijs een aansporing om op de ingeslagen weg door te gaan en zich in te zetten voor de verdere ontwikkeling van het vakgebied.
De David van Lennep Scriptieprijs, genoemd naar de grondlegger van de NSvP, werd voor het eerst uitgereikt in 1997. David Jacob van Lennep (1896-1982) wordt beschouwd als een van de pioniers van de psychotechniek (later de Arbeids- en Organisatiepsychologie) in Nederland.
De prijswinnaars ontvangen een geldbedrag van respectievelijk € 2.000, € 1.500 en € 1.000.

Werk en de zin van het leven

We leven in onzekere tijden en velen van ons denken na over de zin en de betekenis daarvan. Charlotte Rodriguez Conde speelt hierop in en combineert in haar thesis filosofie en psychologie. Ze deed onderzoek naar de manier waarop werk bijdraagt aan de zin van ons leven. Ze ontwikkelde zelf een beoordelingsinstrument om vijf existentiële vraagstukken rond werk te meten: betekenis, identiteit, vrijheid, isolatie en dood. Haar onderzoek behelsde ook de relatie tussen betekenisvol werk en burn-out. Haar scriptie is relevant voor onze tijd en kan mogelijk inspireren tot een nieuwe manier van onderzoek naar werkgerelateerde emotionele uitputting.
Titel van de these van Charlotte Rodiguez Conee: Sisyphus Really Happy? Construction and Initial Validation of an Assessment Tool Measuring Existential Concerns Rooted in Work.

Lee Colmer onderzocht onder welke omstandigheden werknemers bereid waren hun chronische ziekte te delen met hun werkgever. Werknemers laten vaak niet merken dat zij lijden aan een chronische ziekte, omdat zij  bijvoorbeeld bang zijn gestigmatiseerd te worden. Maar ervan op de hoogte zin is zowel in het belang van de werkgever als de werknemer, met als gevolg  een gezonde, positieve werkomgeving voor iedereen.

Dieuwertje van Dijk deed onderzoek naar stress bij crisismanagers. Wat veroorzaakt de stress? En hoe ervaren zij deze? Uit het onderzoek kwam een aantal stressoren. Er werd ook gekeken in hoeverre de mentale gesteldheid van invloed is op de stresservaring, en welke kenmerkende omstandigheden van invloed waren op de stresservaring. De interessante bevindingen uit het onderzoek kunnen door crisisorganisaties worden gebruikt ter verbetering van de mentale gezondheid van crisismanagers.

De scripties van de dertien genomineerden van de David van Lennep Scriptieprijs 2022 zijn te lezen op de site van Innovatief in werk: www.innovatiefinwerk.nl/arbeidsmarkt-van-morgen-innovatie/2022/03/dit-zijn-de-genomineerden-david-van-lennep-scriptieprijs

David van Lennep Scriptieprijs 2022 uitgereikt, NSVP, 11 april 2022: www.innovatiefinwerk.nl

Hieronder video van de uitreiking van de Van Lennep Scriptieprijs en de lezing van Saskia Nijs op 8 september 2022.

Foto bovenaan is een moment uit de video-opname van prijsuitreiking David van Lennep Scriptieprijs 2022

Toekomstscenario’s voor de zorg worden steeds onheilspellender. Maar de zorg kan op simpele wijze toekomstproof gemaakt worden

Het door rampscenario’s bedreigde zorgstelsel kan grondig worden opgeknapt en betaalbaar blijven. En dat kan zonder stelselwijziging maar wél met een andere regisseur. Dat schrijft Herman Suichies in de Volkskrant van 13 april 2022. Suichies is oud-huisarts en oud-bestuurder bij beroepsvereniging VPHuisartsen.
Hij schrijft dat toekomstscenario’s voor de zorg steeds onheilspellender worden. Als de groei zo doorgaat, neemt de zorg een steeds grotere hap uit ons totale budget en wordt zij onbetaalbaar. Personeel is niet te krijgen of verlaat vroegtijdig gefrustreerd de zorg. Niet iedereen krijgt meer een huisarts, het kennisinstituut Nivel voorspelt dat in bepaalde regio’s huisartsenzorg binnen een jaar niet meer geleverd kan worden.

We moeten dus een stapje terug doen en het ziekenhuis Bernhoven bracht dat in de praktijk. Overbodige zorg werd geschrapt, alleen passende zorg werd geleverd. Maar ja, de schoorsteen moet wel roken, dus in het huidige productie-gedreven zorgstelsel ontstaan dan tekorten.

Vriend en vijand zijn het inmiddels wel eens dat er fundamenteel iets moet wijzigen in dit zorgstelsel. Volgens de Nederlandse Zorgautoriteit (de NZa, die over de financiering van de zorg gaat), moet de productieprikkel helemaal en overal verdwijnen. En snel ook. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) adviseert ook fundamentele wijzigingen. Maar hoe dan?

Kamerolifant: de zorgverzekeraar

Zorgverzekeraars moeten veranderen, maar kunnen door het systeem niet veranderen. Een ander basispakket, concentratie van spoedeisende zorg, chronische zorg buiten het ziekenhuis (gebeurt allang) en kijk- en luistergeld. Maar de olifant in de kamer, de regisseursrol van de zorgverzekeraars, aan hen door de politiek opgelegd en niet waargemaakt, staat merkwaardigerwijs niet ter discussie. En dat is vreemd.

Zorgverleners en zorgverzekeraars vertrouwen elkaar voor geen meter. Dat bleek uit een onlangs gehouden onderzoek (van zorgverlenersvereniging VvAA) onder tweeduizend zorgverleners, waarbij nog geen 13 procent vertrouwen heeft in de regisseur van de zorg. Dat moet een negatief effect hebben op de zorgkwaliteit.

Suichies vraagt zich af wat die zorgverzekeraar in de eerste lijn nou eigenlijk toevoegt? Is het niet beter die regisseursrol te schrappen? Te beginnen bij de huisartsenzorg, de wijkzorg en de paramedische zorg (10 procent van de totale zorgkosten). De zorg het dichtst bij de burger, de zorg die is gebaat bij langdurige relaties, vertrouwen, kleinschaligheid, samenwerking en lokale of regionale netwerken, en eigenlijk zonder marktwerking.

Lees het hele artikel van Herman Suichies: Opinie: Ministers, leest u even mee? Zo simpel maakt u de zorg toekomstproof, door Herman Suichies, de Volkskrant, 13 april 2022: www.volkskrant.nl

Resultaten van brede verkenning van zorglandschap: Grote kloof tussen beleid en praktijk, Blogs Beroepseer, 17 februari 2022: https://beroepseer.nl

 

Afbeelding bovenaan is van Manfred Steger