Skip to main content

Redactie Beroepseer

Nieuw initiatief van Corporate Rebels: Werk radicaal veranderen met Krisos

Het is een belangrijke dag voor Corporate Rebels, schrijft Pim de Morree op 21 oktober 2021: “We beginnen aan een nieuw avontuur: de wereld van werk radicaal veranderen”. Hoe? Corporate Rebels lanceert, samen met anderen, een nieuw bedrijf, genaamd Krisos.
Corporate Rebels gelooft niet dat werk iets zou moeten zijn waar je je elke dag “doorheen moet worstelen”: “Vandaag geven we een extra impuls aan onze belangrijke missie. Gerevitaliseerde werkplekken creëren die de ziel van de mensen niet uitputten en die niet leiden tot een hekel krijgen aan je baan”.

Corporate Rebels

Na een wereldreis waarop Joost Minnaar and Pim de Morree in aanraking waren gekomen met meer dan honderd alternatieve, stimulerende manieren van werken, besloten ze tot het oprichten van Corporate Rebels. Doel daarvan is personen en organisaties inspireren tot het creëren van meer betrokken arbeidsplaatsen en werkruimten.
Beiden zijn ook mede-oprichter van het consultancybedrijf Revolt, dat tot doel heeft de revolutionaire ideeën om te zetten in de realiteit.
Minnaar behaalde zijn masters in nanowetenschappen en nanotechnologie aan de Universiteit van Barcelona. De Morree behaalde zijn master in innovatiemanagement aan de Technische Universiteit Eindhoven.

Arbeid is aan herziening toe

Beiden zijn indertijd gestart met Corporate Rebels vanuit een gevoel van frustratie. Ze verafschuwden het bedrijfsleven en de verouderde manier van werken van de meeste organisaties. Ze ontdekten dat ze niet de enige waren die zo dachten. Het bleek dat 85% van de werknemers zich niet betrokken voelt. 23% heeft een burn-out en 37% vindt dat hun baan geen waardevolle bijdrage levert aan de maatschappij. Arbeid is vandaag de dag aan herziening toe.
Dat komt omdat de meeste bedrijven steriele, zielloze plekken zijn, ontworpen om creativiteit, passie en moed te verpletteren op het moment dat ze opduiken. In plaats daarvan ontwikkelde Corporate Rebels een model dat is gebaseerd op vrijheid, vertrouwen, passie en betekenis.

Krisos

Corporate Rebels heeft zich aangesloten bij Krisos, opgezet om de overgang naar een meer humane organisatie te faciliteren. Krisos doet drie dingen: op een verantwoorde manier bedrijven kopen, transformeren en verkopen.
De bedrijven worden in zogenaamde steward-owned bedrijven veranderd. Dat betekent dat de transformatie niet ongedaan kan worden gemaakt. Het omgeschakelde bedrijf wordt wettelijk beschermd tegen de vernietigende command-and-control aanpak van aasgieren die geen zier geven geven om de werknemers in hun bedrijf. Het gaat om menselijke bedrijven met meer betrokkenheid.

Pim de Morree:

“We staan te popelen om Krisos op te starten en een omwenteling teweeg te brengen in de manier waarop bedrijven georganiseerd zijn”.

Krisos: https://krisos.eu/

Buying, Transforming, And Selling Companies, Responsibly, door Pim de Morree, Corporate Rebels, 21 oktober 2021: https://corporate-rebels.com/krisos

Toename van aantal werkenden dat minder uren wil werken

Sinds begin 2015 is het aantal werkenden dat meer uren wil werken vrijwel voortdurend gedaald, behalve tijdens het begin van de coronacrisis in het tweede kwartaal van 2020. In het tweede kwartaal van 2021 waren dit er 759 duizend, 54 duizend minder dan in hetzelfde kwartaal van 2020. Het gaat veelal om mensen met een bedrijfseconomisch of administratief beroep of dienstverlenende en zorg- of welzijnsberoepen. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van de nieuwste cijfers uit de Enquête beroepsbevolking (EBB).

In het tweede kwartaal van 2021 hadden 9,0 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar betaald werk. Het overgrote deel – 7,6 miljoen – wil een gelijk aantal uren blijven werken. Daarnaast gaven 682 duizend mensen aan minder uren te willen werken, ook als dat gevolgen heeft voor het inkomen. De overige 759 duizend werkenden gaven aan meer uren te willen werken, ongeacht hun beschikbaarheid. Een deel van hen zijn zogenoemde onderbenutte deeltijders: het gaat om 354 duizend deeltijders (werken minder dan 35 uur per week) die niet alleen meer willen werken, maar hiervoor ook op korte termijn (twee weken) beschikbaar zijn.

Toename aantal werkenden dat minder wil werken

Het aantal mensen dat minder uren wil werken ontwikkelde zich in de afgelopen jaren tegengesteld aan het aantal dat meer uren wil werken. Naarmate de werkloosheid afnam, slonk het aantal werkenden dat meer uren zou willen werken, van ruim een miljoen in het tweede kwartaal van 2014 naar 759 duizend in het tweede kwartaal van 2021. Het aantal werkenden dat minder uren wil werken steeg van 520 duizend in het tweede kwartaal van 2012 naar 780 duizend in het tweede kwartaal van 2019. Na een daling in het tweede kwartaal van 2020 is dit aantal in 2021 weer iets toegenomen.

Bedrijfseconomische en administratieve beroepen

In bedrijfseconomische en administratieve beroepen geven de meeste werkenden aan dat ze meer uren willen werken (123 duizend). Dit is overigens ook de grootste beroepsklasse, met in totaal 1,8 miljoen werkenden. Ook in zorg- en welzijnsberoepen werken veel mensen (1,3 miljoen) en zijn er veel werkenden die meer uren willen werken (111 duizend). In dienstverlenende beroepen werken beduidend minder mensen (691 duizend), maar is het aantal werkenden dat meer wil werken bijna even groot (113 duizend) als in de twee grootste beroepsklassen. Bij dienstverlenende beroepen gaat het bijvoorbeeld om schoonmakers en kelners en barpersoneel die aangeven meer uren te willen werken.

Minder mensen willen meer uren werken, behalve in ICT-beroepen

Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2014 daalde het aantal werkenden dat meer uren wilde werken in alle beroepsklassen, behalve in de ICT-beroepen (+3 duizend). Vooral de beroepsgroep software- en applicatieontwikkelaars groeide sterk, en ook het aantal werkenden dat meer uren wil werken nam daar juist iets toe.

Anderhalve dag meer werken per werkweek

De groep werkenden die in het tweede kwartaal van 2021 aangaf graag meer uren te willen werken werkte gemiddeld 21 uur per week, en wil gemiddeld 12 uur per week meer gaan werken. Van hen had 40 procent een vast dienstverband met vaste uren, 35 procent een flexibel contract of flexibele uren en 26 procent werkte als zelfstandige.

Vooral jongere werkenden willen graag meer uren werken

De helft van de 759 duizend werkenden die meer uren willen werken behoren tot de jongere leeftijdsgroepen: 206 duizend 15- tot 25-jarigen en 185 duizend 25-tot 35-jarigen willen meer uren werken. Onder 35- tot 55-jarigen betreft het zo’n 275 duizend werkenden. De resterende werkenden die meer uren willen werken zijn 55-plussers (94 duizend). Bijna drie kwart van diegenen die meer uren willen werken volgt geen regulier onderwijs (546 duizend) en het betreft veelal middelbaar en hoger opgeleiden (306 duizend en 288 duizend).

Steeds minder werkenden willen langere arbeidsduur, met tabellen, CBS, 21 oktober 2021: www.cbs.nl

 

Afbeelding bovenaan is van Oliver Menyhart

Beoordeel een boek niet op z’n omslag. Leen een ‘levend boek’ in de Mensenbibliotheek

Het jaarlijkse muziekfestival in Roskilde in Denemarken beleefde in het jaar 2000 een primeur. Vier Denen namen het initiatief tot de ‘Menneskebiblioteket’. Deze Mensenbibliotheek is geen gewone bibliotheek waar je boeken kunt lenen. Je kunt er een mens ‘lenen’ om een gesprek mee te voeren. Met iemand die je normaliter niet gauw tegenkomt, laat staan mee praat. De Mensenbibliotheek is een plek voor mondeling communiceren met onbekende mensen.
De bibliotheek is opgezet met doel het bestrijden van vooroordelen, een positief kader scheppen voor gesprekken die stereotypen kunnen ontkrachten. We plakken elkaar voortdurend etiketten op. We stoppen de ander in een hokje en lijden aan hokjesdenken. We drukken iemand een stempel op.  We noemen iemand een werkloze, hooligan, dakloze, vluchteling, psychiatrische patiënt, autist, moslim, kale of tienermoeder. Maar als je naar het verhaal van de mensen luistert, ga je beseffen dat je een boek beter niet kunt ‘beoordelen op het omslag’.

85 landen

Het initiatief van de Denen heeft intussen navolging gevonden in 85 landen, en wordt meestal The Human Library genoemd. Er bestaan enkele permanente Human Libraries, maar de meeste hebben plaats op wisselende locaties, in een bibliotheek of museum of een andere geschikte plek zoals een school, en op festivals en evenementen.
De eerste Mensenbibliotheek in Denemarken duurde vier dagen. Elke dag gedurende acht uur waren er gesprekken van een half uur; meer dan duizend mensen namen eraan deel.
In Nederland zijn er twee stichtingen actief voor het organiseren van een Mensenbibliotheek: Mensenbieb bestaat sinds 2005; Human Library NL sinds 2014.

Human Library NL beschrijft de werkwijze voor het lenen van een levend boek als volgt:

  • Ga naar een Human Library evenement
  • Blader door de catalogus en kies een Boek (De boektitel wijst op een vooroordeel of stigma)
  • Registreer uzelf bij de balie
  • Een vrijwilliger zal u voorstellen aan het Boek
  • U heeft twintig minuten de tijd om met het Boek door te brengen
  • Er zijn vrijwilligers ter plaatse om te helpen indien gewenst

De studenten zijn onder de indruk van de moed en openheid van hun gesprekspartners

Deelname aan de Mensenbieb of de Human Library is vrijwillig, lezers dienen open te staan voor een gesprek in een speciale dialoogruimte, waar moeilijke vragen worden verwacht, gewaardeerd en beantwoord. Het is een plaats waar mensen die anders nooit zouden praten, ruimte vinden voor een gesprek dat alle kanten kan opgaan. Maar, de basis van het gesprek vormt de titel (en daarmee het vooroordeel) van het levende boek, bijvoorbeeld Dakloze, Ex-verslaafde, Donorkind, NSB-kind, Veteraan, Zonder verblijfspapieren, Gevangenis. De bibliotheek is nadrukkelijk niet bedoeld voor het vertellen van verhalen, maar voor echte dialoog. Ook de lezer komt aan het woord en kan gericht vragen stellen. Gesprekken zijn op hun mooist als ze twee kanten uitgaan: twee onbekenden raken oprecht geïnteresseerd in elkaar en elkaars leefwereld. Het komt wel eens voor dat er telefoonnummers worden uitgewisseld en het gesprek elders wordt voorgezet.

Inmiddels is er een wetenschappelijke studie naar de impact van de Human Library voltooid, in 2017 door Anna Handke, masterstudent Psychologie aan de Universiteit van Groningen. Titel: Don’t judge a book by its cover – Impact evaluation of a Human Library. Het blijkt dat zelfs een kort gesprek, waaraan mensen altijd vrijwillig deelnemen, voldoende kan zijn om de houding van de bezoeker, degene die het levende boek leent, bij te stellen. Bepalend daarbij zijn de kwaliteit van het gesprek en de motivatie.

Een levend boek merkte deze zomer na afloop van een bijeenkomst op: “Wat een verademing om eens met iemand te spreken die geen vooroordelen over mij heeft”.

Leestip
Aanbevolen is een kort verslag van een Mensenbieb op een MBO school in Tilburg in mei 2021: Je begrijpt anderen beter. 46 eerstejaarsstudenten gingen in gesprek met vijftien levende boeken.

Enkele van de reacties:

  • “Knap hoe iemand zo goed kon praten over zijn of haar verhaal want ik kan het zelf niet goed”;
  • “Fijn dat iedereen zo open is”;
  • “Er waren best wel wat momenten die me overdonderd lieten voelen. Ik heb zelf ook wel wat dingetjes meegemaakt…”;
  • “Ik kijk nu veel meer op een andere manier naar mensen. Op een positieve manier”;
  • “Indrukwekkend, terwijl ik dat niet had verwacht”;
  • “Leerzaam en confronterend”.

Je begrijpt anderen beter: https://mensenbieb.nl/2021/je-begrijpt-anderen-beter/

De Mensenbieb: https://mensenbieb.nl

The Human Library Organization: https://humanlibrary.org

Living Library (voorheen Human Library geheten): https://livinglibrary.nl/

Hieronder introductievideo van Human Library NL

 

Tegendraadse professionals in de GGZ

“Als mensen psychisch lijden, wordt teveel naar alleen de ggz en medische behandelingen gekeken. Dat stoort me enorm”, zegt Jack van der Kruijs, strategisch adviseur en kwartiermaker ambulantisering in de gemeente Eindhoven. Van der Kruijs is initiatiefnemer van het landelijke netwerk GGZ-vriendelijke gemeente, gericht op de ‘wederopbouw’ van de ggz-structuur in gemeenten. Zijn missie is de beste herstelzorg organiseren voor psychisch kwetsbare mensen.

Van der Kruijs liet zich interviewen door José van de Waerden voor tijdschrift Zorg + Welzijn voor de rubriek Tegendraads. Volgens Van der Kruijs is het “de plicht van elke zorgprofessional om zelf te blijven nadenken. Geen enkele waarheid, regel of protocol moet je blind volgen”.

Als samenleving de psychische zorg versterken

Als geformaliseerde rollen en protocollen in de weg gaan staan, de druk te groot wordt en het systeem dwingend, dan probeert Van der Kruijs het op een andere plek op een ander moment.
Sinds april 2021 werkt hij bij de gemeente Eindhoven waar hij zich geheel op zijn plaats voelt: als samenleving de psychische zorg versterken. “In wijken en buurten, en iedereen is daar even belangrijk bij, dus ook gemeente, politie, huisartsen, de media. We moeten echt minder afhankelijk worden van de ggz”.

Het gaat Van der Kruijs om het normaliseren van psychische kwetsbaarheid. Psychisch lijden benadert hij het liefst niet vanuit een stoornis maar vanuit gezondheid. Hij blijkt zijn beroep te hebben gekozen vanuit persoonlijke ervaring: “Ik ben op mijn twaalfde in de ggz begonnen, als KOPP-kind*). Door medicatie werd mijn moeder minder psychotisch, maar niet gelukkiger. Psychiatrie zorgt niet voor verbinding en zingeving”.

Opsteker Van der Kruijs:

“Blijf altijd je eigen afwegingen maken. Neem elke dag je verantwoordelijkheid als professional en laat je niet teveel afleiden door bureaucratische bijzaken en systeemgeneuzel (protocollen met of zonder stropdas). We moeten minder afhankelijk worden van de gespecialiseerde ggz, zonder mensen tekort te doen die wel af en toe een (herstelondersteunend) steuntje in de rug gebruiken”.

Noot
*) KOPP/KOV (voorheen KOPP/KVO) staat voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP) en Kinderen van Ouders met een Verslaving (KOV). Het kan gaan om één of beide ouders. Nederland telt jaarlijks 405.000 ouders met een psychische stoornis en/of verslaving.

‘Geen enkele waarheid blind volgen’, door José van de Waerden Zorg + Welzijn, no 5, oktober 2021: www.zorgwelzijn.nl/magazine-artikelen/tegendraads-geen-enkele-waarheid-blind-volgen/
Zorg + Welzijn, tijdschrift en platform voor professionals en beleidsmakers in het sociaal domein. Thema van het oktobernummer 2021 – no 5 – is ervaringsdeskundigheid: “Als je ervaringskennis inzet, krijg je veel betere oplossingen”.

GGZ-vriendelijke gemeente: www.ggzvriendelijkegemeente.nl

Samenvatting 5 rapporten: ‘Toekomst jeugd’. Gezamenlijke visie jeugdexperts op hervorming jeugdzorg

Hulpverleners, ervaringsdeskundigen, toezichthouders en inhoudelijk experts in de jeugdzorg hebben de afgelopen maanden de koppen bijeen gestoken om te komen tot een samenhangende toekomstvisie. In het rapport Toekomst jeugd, de samenvatting pleitten de partijen er onder meer voor dat hulpverleners zich ontwikkelen tot stevige ‘poortwachters’.

Nieuwe Raad voor de Jeugd

Ook willen de opstellers van het rapport dat er wordt ingezet op de ontwikkeling van een professionele leercultuur met onder meer een sectorbreed onderwijsprogramma met verplichte nascholing en goede arbeidsvoorwaarden. De ontwikkeling moet bovendien worden gemonitord en aangejaagd door een nieuwe Raad voor de Jeugd en een Deltacommissaris Jeugd.

Hervorming van de jeugdzorg

Met landelijke kwaliteitseisen willen jeugdhulppartijen gaan helpen bij de inzet van essentiële jeugdhulp. Het rapport moet een bijdrage leveren aan de hervorming van de Jeugdzorg waar het ministerie van Volksgezondheid (VWS) momenteel aan werkt. Op basis van vijf eerder verschenen rapporten en aangevuld met input van ervaringsdeskundigheid, Jeugdzorg Nederland en vereniging Pleeggezinnen Nederland werd één gezamenlijke samenvatting opgesteld: Toekomst Jeugd, de samenvatting. Het sluit aan bij de volgende vijf nota’s:

  • Van systemen naar mensen, van de Sociaal Economische Raad;
  • Manifest De Jeugdsprong van de FNV en Stichting Beroepseer;
  • Samen verder van IGJ, NZa, RVS en de Kinder- en Nationale Ombudsman;
  • Op de groei van de Beweging van 0;
  • Vasthoudend transformeren van het Nederlands Jeugd Instituut.

Vergeten waar het echt om gaat

Strategisch adviseur Joep Choy is voorzitter van de gelegenheidssamenwerking voor dit rapport. Hij benadrukt het belang van het advies: “In de politieke en bestuurlijke drukte die is ontstaan rond de jeugdzorg wordt vaak vergeten waar het écht om gaat: wat hebben het gezin en kinderen echt nodig? Wij gaan van daaruit na wat nodig is om vanuit meerdere perspectieven haalbare en betaalbare jeugdhulp te bieden”.

Betere samenwerking

De opstellers van het rapport pleiten voor een betere samenwerking binnen de jeugdzorg door een overzichtelijke rolverdeling. Er moet een heldere voorziening komen rond jeugd- en gezinsteams. En er wordt gepleit voor betere arbeidsomstandigheden voor jeugdzorgmedewerkers. “Ook op het vlak van kwaliteit valt er nog veel te winnen, én voor professionals én voor zorgorganisaties”, zegt Peter Dijkshoorn, landelijk ambassadeur voor een lerend jeugdstelstel.

Toewijding en betrokkenheid

Arne Popma van de gezamenlijke beroepsverenigingen: “Het is echt bijzonder met hoeveel toewijding en betrokkenheid verschillende partijen tot deze samenvatting zijn gekomen”. Volgens Mannus Boote, ervaringsdeskundige van ExpEx (Experienced Experts) bevat de samenvatting veel verschillende perspectieven en oplossingsrichtingen waar de partijen het over eens zijn. “Inclusief die van de (pleeg)ouders en jongeren, waar het uiteindelijk natuurlijk allemaal om gaat”.

Verschillen te overbruggen

FNV-bestuurder Maaike van der Aar: “Ondanks dat er best nog verschillen te overbruggen zijn, is het belangrijk om te merken dat we als partijen ‘met de pootjes in de modder’ het over veel oplossingsrichtingen eens zijn of eens kunnen worden en verantwoordelijk willen nemen. Dit is dan ook wat ons betreft een belangrijke, zo niet de belangrijkste, basis voor de komende gesprekken over hervormingen in de jeugdzorg”.

Hervormingsagenda

Het ministerie van VWS stelt voor volgend jaar in totaal 1,9 miljard euro beschikbaar voor het oplossen van de tekorten in de jeugdzorg. Onderdeel van de forse financiële investering is dat de jeugdzorg beter georganiseerd moet worden. Hoe dat moet, wordt besproken aan een zogeheten hervormingstafel die eind 2021 met een hervormingsagenda moet komen. Aan die tafel zitten onder meer VWS, de gemeenten (VNG), de Branches gespecialiseerde Zorg voor Jeugd, cliëntenorganisaties en beroepsverenigingen.

Downloaden Toekomst jeugd. De samenvatting: https://beroepseer.nl

Jeugdzorgexperts leveren gezamenlijk visie voor hervorming jeugdzorg, door Sander Wageman, FMV, 18 oktober 2021: www.fnv.nl

Herziene versie manifest De Jeugdsprong met update van ‘aanbeveling no 5’ over jeugdbescherming, Blogs Beroepseer, 6 oktober 2021: https://beroepseer.nl

Brief aan Vaste commissie VWS over hervormingen jeugdzorg. Maak Jeugdsprong volwaardig onderdeel van hervormingstafel, Blogs Beroepseer, 30 september 2021: https://beroepseer.nl

Dagbladen worden steeds uniformer. Oorzaak is duopolie op Nederlandse krantenmarkt

In de afgelopen veertig jaar is het aantal dagbladuitgevers in Nederland sterk teruggelopen. In 1980 waren er nog veertig uitgevers, in 2020 nog zes. Namen als Sijthoff, VNU, Audet, Kluwer, van der Loeff en Damiate zijn verdwenen.Twee van die zes – de Belgische bedrijven Mediahuis en DPG Media – beheersen naar schatting bijna 95 procent van de markt voor gedrukte kranten. Daarnaast hebben ze aanzienlijke belangen in tijdschriften, huis-aan-huisbladen, online-uitgaven en radio.

Rendement en rationalisering staan bij de Vlaamse duopolisten*) in de Nederlandse dagbladenmarkt voorop, schrijft journalist Joost Ramaer in Vrij Nederland. Dat blijkt uit hun prijsverhogingen en inhoudelijk steeds uniformere aanbod.
Ramaers artikel Eigen smoel of eenheidsworst? De toekomst van de noordelijke dagbladen onder Mediahuis, is het vierde en laatste deel van een onderzoek door journalistencollectief Spit naar het Vlaamse duopolie in de Nederlandse kranten.

Hun mediamarkt was uniek

Drie betaalde kranten en 33 gratis huis-aan-huisbladen, waren tot eind november 2020 allemaal in handen van een onafhankelijke regionale uitgeverij. Friezen, Groningers en Drenten mogen door ‘Den Haag’ dan meestal met de nek worden aangekeken, hun mediamarkt was uniek. In die maand werd de onafhankelijk Noordelijke Dagbladcombinatie (NDC) overgenomen door Mediahuis.

Mediahuis is de uitgever van de dagbladen NRC Handelsblad, De Telegraaf, en de regionale dagbladen De Limburger, Noordhollands Dagblad, De Gooi- en Eemlander, IJmuider Courantde Leeuwarder Courant, Dagblad van het Noorden Friesch Dagblad, en huis-aan-huis bladen.
DPG Media is uitgever van de dagbladen Trouw, Algemeen Dagblad (AD), De Volkskrant, Het Parool en de regionale dagbladen BN De Stem, Brabants Dagblad, De Gelderlander, De Stentor, Eindhovens Dagblad, Provinciale Zeeuwse Courant, Tubantia.

Schaalvergroting

Ramaer schrijft dat de Vlaamse duopolisten al jaren poseren als ‘de redders van de Nederlandse kranten’, zonder wie er in Nederland überhaupt geen pluriform media-aanbod meer zou bestaan – een riedel die hun eigen hoofdredacteuren al even lang braaf nabauwen. (Zie het artikel over krantenkoning Christian van Thillo van DPG Media in Vrij Nederland van 21 april 2021).
De bewering is evenwel een mythe. Ondanks hun gestage verval zijn alle betaalde Nederlandse kranten altijd goed winstgevend gebleven, op een paar titels na. Ook de regionale kranten. Anders hadden de Belgen al die bladen ook nooit opgeslokt natuurlijk. Dat zij daar per saldo bijna niks voor hoefden te betalen, was puur en alleen een gevolg van jarenlang wanbeheer bij de uitgeverijen van die kranten. Rampzalige overnames. Bergen schulden. Slepende ruzies tussen directies en aandeelhouders. Eerst bij PcM, toen bij Mecom-Wegener, vervolgens bij TMG, en tenslotte bij NDC.

En er speelt nog iets anders: hoe groter de uitgever, hoe meer hij neigt tot schaalvergroting en immer hogere rendementen. Nergens hakt die wedren er harder in dan bij lokale en regionale media, terwijl de nood aan hoogwaardige en onafhankelijke journalistiek nergens hoger is dan in de (kleine) steden en de regio’s.

DPG Media was de eerste uitgever die op grote schaal dezelfde landelijke kopij ging gebruiken voor al zijn regionale titels. Alle regionale DPG-kranten zijn kopbladen van het landelijke AD geworden. Geheel – AD Rotterdams Dagblad, AD Utrechts Nieuwsblad – of bijna helemaal: BD (ooit het Brabants Dagblad), ED (voorheen het Eindhovens Dagblad), De Stentor, Tubantia. Het Parool oogt nog als een zelfstandige titel, maar in deze Amsterdamse krant is op veel dagen een minderheid van de kopij afkomstig van de eigen redactie.

Vrij Nederland heeft op 9, 10 en 11 augustus 2021 onderzocht welke kopij er werd overgenomen door de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden. Het bleek dat gemiddeld een derde van de kopij in deze bladen is overgenomen uit grote landelijke kranten. Vóór de overname van hun uitgeverij NDC kwam die vooral uit het AD: NDC had een deal gesloten met AD-eigenaar DPG Media. Sindsdien komt de landelijke kopij uit de Mediahuis-titels De Telegraaf, de Vlaamse De Standaard en NRC.

De Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden geven niet aan welke artikelen uit andere Mediahuis-kranten komen. Hun zusterkrant Friesch Dagblad doet dat wel. Die neemt overigens nauwelijks artikelen uit De Telegraaf over, maar vooral uit NRC. Hoe lang deze krant dat nog kan volhouden onder de nieuwe eigenaar is de vraag.
Mediahuis laat zijn Nederlandse redacties tot dusver veel meer de vrije hand dan DPG Media.

De schaalvergroting bedreigt de pluriformiteit in het Nederlandse medialandschap. Met twee mediaconcerns is de democratie niet voldoende voorzien van een vierde macht, die controleert, bekritiseert en zaken aan het licht brengt.

Noot
*) Een duopolie is een soort oligopolie waarbij twee bedrijven dominante of exclusieve zeggenschap hebben over een markt

Lees het hele artikel van Joost Ramaer, Eigen smoel of eenheidsworst? De toekomst van de noordelijke dagbladen onder Mediahuis, Vrij Nederland, 30 september 2021: www.vn.nl/overname-ndc/

Krantenkoning Christian Van Thillo: de man die ons medialandschap verschraalde, Vrij Nederland, door Kim van Keken en Joost Ramaer, 21 april 2021:  www.vn.nl/krantenkoning-christian-van-thillo/

Miljarden Belgische staatssteun verschralen systematisch de Nederlandse media, Business AM, 4 mei 2021: https://businessam.be

Media grijpen meer naar het ANP: hoe pluriform is het medialandschap met maar één persbureau? door Sjors Hofstede. Stimuleringsfonds voor de jouralistiek 1 juni 2021: www.svdj.nl/

Hoe Nederland een dagblad-duopolie kreeg, door Piet Bakker, SvdJ, 16 september 2020: www.svdj.nl

U P D A T E

De Belg – Christian Van Thillo, de mediakoning van de Lage Landen, door Mark Koster, uitgeverij Prometheus, 2024: https://uitgeverijprometheus.nl/boeken/belg-paperback/

 

Foto bovenaan is van Michael Schwarzenberger

Hoe komt het toch dat leraren nog steeds met al hun praktijkervaring zelden betrokken worden bij vernieuwingen in het onderwijs?

In en rond het onderwijs zijn veel organisaties met onderwijsinnovatie bezig. Maar relevante vernieuwing kan alleen maar plaatsvinden in de dagelijkse praktijk. Door ‘gewone’ leraren op ‘gewone’ scholen. Daar moet het gebeuren.
Kimon Moerbeek blikt in een essay terug op vijftien jaar pionieren door leraren en trekt hieruit een les voor het hele onderwijs. Moerbeek is onderwijsvernieuwer en senior adviseur sociale innovatie en onderwijs van Kennisland1). Hij stond aan de wieg van het in 2018 van start gegane programma Onderwijs Pioniers. Doel daarvan was een antwoord geven op de top-down vernieuwingen in het onderwijs, waarbij leraren vaak niet betrokken zijn en waar zij gebrek aan professionele ruimte ervaren. Tien jaar later kreeg het initiatief een duurzame plek in het onderwijs onder de vleugels van het LerarenOntwikkelFonds (LOF), een netwerk van, voor en door leraren voor vernieuwing van het onderwijs van binnenuit.

Leraren aan het roer

Volgens Moerbeek slaagt onderwijsvernieuwing alleen met leraren aan het roer: “Het leek zo’n eenvoudig, bijna té simpel idee. Een idee dat letterlijk het levenslicht zag op de achterkant van een bierviltje aan een cafétafel in de winter van 2007. Waarom zou een leraar met een goed idee om het onderwijs op school te verbeteren dat idee niet gewoon kunnen realiseren? Wat is er voor nodig om te zorgen dat leraren, van Texel tot Maastricht, met een idee over hoe het onderwijs beter kan, ondersteund worden om daar echt iets mee te doen?

Het bleek een vraag met veel implicaties, die raakt aan de logica van decennia onderwijsbeleid, het professionele beroepsbeeld en de beroepstrots van de leraar, de inrichting en kennisinfrastructuur van het onderwijssysteem, de wetenschap versus de praktijk, het idee van scholen als lerende organisaties, nieuwe perspectieven op leiderschap en de manier waarop leraren georganiseerd zijn als beroepsgroep. In die ene vraag lag het begin van een nieuw tijdperk besloten. Een transformatie van de leraar als uitvoerder van door anderen bedachte methodes en beleid, een soort lopende bandmedewerker, naar de leraar als architect van het onderwijs”.

Gebrek aan visie

Moerbeek eindigt zijn essay met:
“…. maar een baanbrekende systematiek om leraren structureel meer ruimte en ondersteuning te bieden ontbreekt vooralsnog. Er wordt hier en daar wel lippendienst bewezen aan de rol van de leraar, maar een baanbrekende systematiek om leraren structureel meer ruimte en ondersteuning te bieden ontbreekt vooralsnog. De manier waarop de NPO-gelden2) zijn uitgezet, laten eenzelfde gebrek aan visie zien om van deze historische kans gebruik te maken het onderwijsveld fundamenteel aan te passen volgens dit logische, voortschrijdende inzicht: alleen de leraar kan de toekomst van het onderwijs succesvol vormgeven. De pionierende leraar welteverstaan. Maar daar zijn ook pionierende bestuurders, schoolleiders, beleidsmakers en politici voor nodig. Leraren zijn er klaar voor. Nu de rest nog”.

Lees het hele essay van Kimon Moerbeek: Onderwijsvernieuwing slaagt alleen met leraren aan het roer, Kennisland, 12 oktober 2021: www.kl.nl/opinie/onderwijsvernieuwing-slaagt-alleen-met-leraren-aan-het-roer/

Leraren Ontwikkel Fonds – LOF: www.lerarenontwikkelfonds.nl (Het LOF is gestopt. Daarvoor in de plaats heeft het ministerie van OCW de regeling Schoolkracht gelanceerd: https://sterkmetschoolkracht.nl/ (website Sterk met schoolkracht is opgeheven)  De LOF-onderzoeken zijn ondergebracht bij het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek: www.nro.nl/onderzoeksprojecten?f%5B0%5D=project_types%3A499)

Regeling Schoolkracht is per 1 augustus 2022 afgerond. Om de geleerde lessen van Schoolkracht niet verloren te laten gaan, blijven de praktijkvoorbeelden van regeling Schoolkracht en de LOF-regeling beschikbaar via https://archief.meteddie.nl/schoolkracht/?page=1

Leraren maken het onderwijs: https://jijmaakthetonderwijs.nl/#s1 (Website is opgeheven)

Noten
1) Kennisland is sinds 1999 gespecialiseerd in het onderzoeken en ontwerpen van maatschappelijke vooruitgang. Kennisland leert mensen zelf vernieuwen, en heeft sinds de oprichting met tientallen organisaties in binnen- en buitenland samengewerkt.
2) NPO-gelden: In het voorjaar van 2021 trok de overheid 8,5 miljard euro uit voor scholen om corona-achterstanden in te halen: Het Nationaal Programma Onderwijs (NPO).

 

Afbeelding bovenaan is van Peggy en Marco Lachmann-Anke

Het Alternatieven-kabinet stopt

Het Alternatieven-kabinet heeft besloten met de activiteiten te stoppen m.i.v. 14 oktober 2021. Maar, de kernboodschap – het versterken van vertrouwen, vakmanschap en de menselijke maat – blijft levend en wordt verder verspreid, zij het in andere vormen. Stichting Beroepseer blijft de krachten bundelen en is bezig met het ontwikkelen van kortdurende, krachtige coalities met een helder doel. Een voorbeeld is denktank De Jeugdsprong, opgericht in samenwerking met FNV Jeugdzorg. De denktank lanceerde in mei 2021 het Manifest De Jeugdsprong met adviezen en aanbevelingen voor een ander jeugdzorgstelsel. Het kernteam van de denktank, dat in totaal zestien leden telt, wordt geleid door Steven de Waal, oprichter en voorzitter van Public Space.

Korte terugblik

Op 31 mei 2018 ging het Alternatieven-kabinet van start. Aanleiding was het besef dat we in de samenleving verstrikt zijn geraakt in top-down denken. Het echte leven is secundair geworden en onzichtbaar waar het beleid wordt gemaakt. Doel van het Alternatieven-kabinet was alternatieven ontwikkelen voor twee thema’s, jeugdhulp en de tweedeling in het onderwijs.

Het Alternatieven-kabinet bestond uit tien leden, onder leiding van Jos de Blok, directeur van Buurtzorg Nederland. Zij zijn allen professionals die hun eigen kennis, ethiek en ervaring en die van anderen inzetten voor alternatieven, gebaseerd op vertrouwen, vakmanschap en menselijk contact. Het Alternatieven-kabinet wilde laten zien hoe het beter, slimmer en duurzamer kan en burgers en professionals, die nu in de schaduw staan, in het zonnetje zetten.

Na de feestelijke start in de Social Impact Factory in Utrecht, volgde in november 2018 een bijeenkomst – een ‘Alternatieven-lab’ – in Oude IJsselstreek in de Gelderse Achterhoek voor de presentatie van het boek Écht doen wat nodig is. Een pleidooi voor kleinschalige en effectieve jeugdhulp. Daarbij aanwezig waren leden van het Alternatieven-kabinet. Naar aanleiding van deze bijeenkomst heeft de gemeente van Oude IJsselstreek het jeugdzorgbeleid geheel omgegooid.

Daarna zijn er nog enkele bijeenkomsten geweest van het Alternatieven-kabinet maar in de loop van 2020 bleek een actief en werkzaam Alternatieven-kabinet steeds lastiger, mede door de coronacrisis. Stichting Beroepseer blijft regelmatig een Alternatieven-lab Jeugdhulp organiseren. Binnenkort een in de gemeente Zutphen.

Verslag Start Alternatieven-kabinet, 2018: https://beroepseer.nl/blogs/verslag-start-alternatieven-kabinet/

Filmimpressie Start Alternatieven-kabinet, 2018: https://beroepseer.nl/video-podcast/andere/filmimpressie-start-alternatieven-kabinet/

Verslag Alternatieven-lab jeugdhulp, 2018: https://beroepseer.nl/blogs/verslag-alternatieven-lab-jeugdhulp/

Stichting Beroepseer lanceert Alternatieven-kabinet onder leiding van Jos de Blok, 2018: https://beroepseer.nl/actueel-in-beroepseer/stichting-beroepseer-lanceert-alternatieven-kabinet-onder-leiding-van-jos-de-blok/

Manifest De Jeugdsprong feestelijk gepresenteerd, 2020: https://beroepseer.nl/actueel-in-beroepseer/manifest-de-jeugdsprong-feestelijk-gepresenteerd/

 

Foto bovenaan is van Walter Knerr

‘Stadsgeneeskunde’ verovert plaats no 97 in dertiende ‘Duurzame 100’ van dagblad Trouw

Dagblad Trouw heeft de Duurzame 100 van 2021 gepresenteerd. Op nr 97 staat Stadsgeneeskunde. Natuur geneest, is het motto van de Rotterdamse ‘stadsdokter’ Rini Biemans, uitvinder van Stadsgeneeskunde ofwel landleven in de stad en eco-sociale wijkontwikkeling. In zijn woonplaats Rotterdam is hij sinds jaren bezig de stad leefbaarder en gezonder te maken met zijn kleine, biodiverse tuinen en parken. Altijd met inzet van buurtbewoners. Dat hij in dat streven ook telkens weer te maken krijgt met onbegrip en tegenwerking van het lokale ambtenarenapparaat, is te betreuren. De gemeente denkt volgens Biemans nogal rechtlijnig over de manier waarop een park onderhouden moet worden.

Esther Bijlo bracht Biemans een bezoek in Rotterdam en liep met hem mee door zijn ‘buitenruimte’:
“Rini Biemans beent over de kronkelende paadjes met boomschors. ‘Kijk wat hier ­allemaal groeit’ wijst hij. ‘Teunisbloem, kaardebol, boerenwormkruid. Inheemse planten, sommigen vinden het onkruid. Je hoeft er niet zoveel aan te doen, als je moedertje natuur een beetje haar gang laat gaan, krijg je heel veel soorten en insecten’.

De paadjes bevinden zich middenin in de stad, in Park 1943 in de wijk Tussendijken in Rotterdam-West. Het is een klein groen stukje met speeltuintje, het gevolg van een ‘vergisbombardement’ van de geallieerden in 1943. Biemans noemt zich ‘stadsdokter’. Natuur geneest, is zijn motto, en dat geldt net zo goed voor de postzegels groen in de stad. Het moderne bestaan is niet gezond, ziet hij, en dat geldt al helemaal aan de onderkant van de samenleving. ‘Het overgrote deel van de ziektelast is niet fysiek. Mensen hebben te veel stress, bewegen te weinig, eten slecht, zijn eenzaam’.

Door met buurtbewoners als vrijwilligers het park te onderhouden en te ontdoen van zwerfvuil, hoopt Biemans daar wat aan te doen. Op die manier beheert hij meerdere parken in Rotterdam. Vandaag helpt Patricia, die verderop in het park rondloopt en vuil verzamelt in een witte emmer. ‘Zij is illegaal in Nederland en zwanger, ze wordt door de kerk opgevangen. Ik probeer mensen als mens te benaderen, hier kunnen ze even zichzelf zijn, aan de onderkant is een groot gebrek aan aandacht’.

Biemans vindt dat de gemeente nogal rechtlijnig denkt over de manier waarop een park moet worden onderhouden. De kunst is volgens hem om niet te veel te doen. Zijn les is de natuur de ruimte en de tijd te geven. ’Liefde en aandacht aan de buitenruimte geeft ook liefde aan de mensen die er wonen. Ik zou willen dat de gemeente daar ook een beetje blij van zou worden’.

Lees het hele interview met Rini Biemans: ‘Laat de natuur het zelf doen, ook in de stad’, door Esther Bijlo, Trouw, 2 oktober 2021: www.trouw.nl

De Duurzame 100 van Trouw 2021: https://verhalen.trouw.nl/duurzame100/

Dokter Biemans: https://www.dokterbiemans.nl

Video: De Tuinman (m/v), het beroep dat steden weer gezond gaat maken, Beroepseer, 29 april 2016: https://beroepseer.nl