Skip to main content

Redactie Beroepseer

Eerdere publicaties

De jeugdhulpverlener aan het woord. Onderzoek onder jeugdhulpverleners, door Marianne Langkamp, november 2009

Essay dr. Gabriël Anthonio: Vervreemding of vrienden?

Reacties peiling zorgnetwerk Stichting Beroepseer over regeldruk in de zorg.  Oktober 2009

Brief Stichting Beroepseer aan Vaste Kamercommissie VWS over zorgregels. 9 oktober 2009

Brief Minister Klink van VWS over Voortgang vermindering regeldruk. 2 september 2009

Lezing van Margo Trappenburg voor het jubileumcongres van Divosa : ´Ethiek voor managers´. 12 juni 2009

Interview met Jos Lamé in Pedagogiek in Praktijk. Juni 2009

Verslag evenement Denken, durven, doen n.a.v. presentatie boek Beroepstrots in Den Haag op 4 juni 2009

Speech van staatssecretaris Ank Bijleveld tijdens presentatie boek Beroepstrots in Den Haag op 4 juni 2009

Powerpoint presentatie van prof. Geert Blijham tijdens presentatie boek Beroepstrots in Den Haag op 4 juni 2009

Laat de kracht van beroepstrots spreken, De Volkskrant, 6 juni 2009

Leerlingen moeten trots zijn op vmbo-diploma, De Twentsche Courant Tubantia, 30 mei 2009

Presentatie boek Beroepstrots 4 juni 2009

Nieuwsbrief  Beroepseer no. 4.  Mei 2009

Boek van B. Heyl: Zorg over de zorgverlening door Alexandra Gabrielli, november 2008

Essay Publieke beroepstrots door Thijs Jansen, september 2008

Nieuwsbrief Beroepseer no. 3.  December 2008

Verslag De GGZ spreekt, bijeenkomst Amersfoort zaterdag 25 oktober 2008. Door Alexandra Gabrielli.

Verslag Werkconferentie Publieke beroepstrots van 1 oktober 2008

Het nut van ‘de’ crisis voor herstel van de beroepstrots. Bijdrage Marc Chavannes aan conferentie Publieke Beroepstrots, Den Haag, 1 oktober 2008

De docent in het hoger onderwijs. Toespraak opening Haagse Hogeschooljaar 2008-2009 door Pim Breebaart

Manifest Middelbaar Beroepsonderwijs Willem I College Den Bosch. 30.augustus 2008

HET WERK, gedicht door Robert Anker

Psychiater Kaspar Mengelberg: ‘Beroepseed niet gewaarborgd’, Volkskrant 10 juli 2008

Wat is een Diagnosebehandelingcombinatie (DBC)? Volkskrant, 10 juli 2008

Psychiatrie: Elitezorg gevolg van nieuwe regels, Volkskrant 10 juli 2008

Bezieling en beheersing. Door Detlef Petry, september 2007; geplaatst door Annette Schulte

Frans van de Pol: Gereguleerde marktwerking in de GGZ. Uit Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, november 2005

ADHD-bestuur laat publieke sector ontsporen, door Jos de Beus in: NRC Handelsblad, 28/29 juni 2008

Evaluatie klokkenluidersregeling publieke sector. Eindrapport. April 2008. Onderzoek in opdracht van het ministerie BZK, door Departement Bestuurs- en organisatiewetenschap van de Universiteit Utrecht.

Verslag bijeenkomst Stichting Beroepseer, CAOP en literair tijdschrift Parmentier te Den Haag op 4 april 2008

‘Je ziel op straat. Psychische diagnose openbaar’, door Rudie Kagie. In Vrij Nederland, 12 april 2008.

Thijs Jansen en Ad Standaart: ‘Geef de vakman ook verantwoordelijkheid’, NRC Handelsblad, 29/30 maart 2008

‘Socioloog Gabriel van den Brink over onrust bij professionals: ‘Het gaat niet om geld’, in NRC Handelsblad, 29/30 maart 2008

J. Schaberg, ‘Iedereen heet professional, maar bijna niemand is het’, in NRC Handelsblad, 29/30 maart 2008.

Paul Schnabel, ‘Het wijze afdelingshoofd’, bespreking van Yolande Witman, De medicus maatgevend. Over leiderschap en habitus. Proefschrift, Rotterdam 2008

Jos van der Lans, ‘Stop de transparantieterreur’, NRC Handelsblad, 1 maart 2008

Rapport Dijsselbloem Tijd voor Onderwijs. Eindrapport van de parlementaire onderzoekscommissie Onderwijsvernieuwingen, 13 februari 2008

Rapport Dijsselbloem Tijd voor Onderwijs, samenvatting, 13 februari 2008

Mirko Noordegraaf, Professioneel bestuur. De tegenstelling tussen publieke managers en professionals. Oratie bij de aanvaarding van de leerstoel Bestuurs- en organisatiewetenschap, in het bijzonder publiek management, op 4 februari 2008 te Utrecht.

‘Kwijnende trots’. Artikel over Stichting Beroepseer in Binnenlands Bestuur, 1 februari 2008

Burgerschap verzilverd. Jaarverslag Nationale Ombudsman 2007

Nieuwsbrief  Beroepseer no. 2. Stichting Beroepseer, 19 december 2007

Verslag Stop uitverkoop thuiszorg. Verslag van een manifestatie 3 oktober 2007, Plein, Den Haag. Door Alexandra Gabrielli

Artikel Stichting Beroepseer in Staatscourant. 7 november 2007

Verslag van presentatie Actieplan AWBZ – Bureaucratie wordt aangepakt! van het Ministerie van VWS. 28 augustus 2007

Dag van de Arbeid en van de Beroepseer vieren met staatssecretaris Jet Bussemaker en ouderen
van verzorgingstehuis Het Schouw
, Alexandra Gabrielli, 1.05.2007

Bijdrage aan symposium De Gekooide Professie? van Hein Dijkstra, CVB-voorzitter Windesheim , Zwolle , 21 mei 2007

Verslag Symposium Gekooide professie? mei 2007, door Alexandra Gabrielli

Verslag De Gekooide Professie in de Stentor (22 mei 2007)

Verslag symposium De gekooide professie? (Zwolle 21 mei 2007), door Ale Pietersma

Minister Klink en staatssecretaris Bussemaker (VWS) reageren op BeroepsEer videoreacties. 12 juni 2007

Plasterk en Van Bijsterveld (OC&W) reageren op BeroepsEer videoreacties. 19 juni 2007

Samenvatting en bundeling reacties Onderwijs, ontvangen in het kader van de actie ´Adviseer het kabinet over beroepseer´ in mei 2007

Samenvatting en bundeling reacties Zorg, in het kader van de actie ´Adviseer het kabinet over beroepseer´ in mei 2007

Interview met Tiny Tulner, regiobestuurder ABVAKABO FNV, door Alexandra Gabrielli, 29.5.2007

Vertrouw op uw bestuurder, Niek van Keulen

Een kwestie van vertrouwen. Over transparantie en verantwoorden in de zorg en het terugdringen van administratieve lasten. Rapport van de VWS-commissie Administratieve lasten in de zorg. Januari 2006

Over professionalisering in de jeugdzorg. 2006

`Noblesse oblige´ geldt ook voor de huidige elite, Thijs Jansen

Flyer oproep video-actie ´Adviseer het kabinet over beroepseer´

Vertrouwen in professionals. Fragmenten regeerakkoord kabinet Balkenende IV.

Van Ede lezing ‘Talent in Nederland’, door SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan, 29 maart 2007

De spagaat van de verpleegkunde door Wilfried van der Bles, Trouw, 15 februari 2007

Thuiszorg in transitie. Door Harry Kunneman en Marjan Slob. Bunnik, januari 2007

´Haal (m)eer uit je werk´ door Gijs Herderscheé, Volkskrant Banen, 2 januari 2007

Pompoenen, hazenschade en het labyrinth der regelingen. Gesprek met boerin Mia Salomons door Alexandra Gabrielli, januari 2007

Nieuwe regentenkliek Door Max van Weezel. Vrij Nederland, 6 januari 2007

Verslag Focusgroep Het echte werk, 7 december 2006

Ken je dat land achter de regels, standaarden en protocollen? Door Hans van der Schaaf en Jacques van der Palen

Goede en kwade trouw in openbaar bestuur. Lezing Dorien Pessers, 12 september 2006

Van marktwerking, zorgkavels en mededogen, Artikel door Jan Bijker in Interunit, september 2006

Profilering wijkverpleegkundigen, door Patricia ten Brinke, 24 oktober 2006

Nieuwsbrief  Beroepseer no.1. Stichting Beroepseer, 26 oktober 2006

GGZ manifest Genoeg is genoeg. 25 oktober 2006

Verslag Debat “Genoeg is genoeg” tegen controlezucht in de zorg, door Alexandra Gabrielli,  10 november 2006

Beroepseer moet terugkomen, artikel De Telegraaf, 25 november 2006

Vakmanschap is meesterschap, Henk Smeijsters, Maandblad voor geestelijke gezondheid, november 2006

Geef mensen op de werkvloer de ruimte, Gids Signaal, december 2006

De ethiek van de publieke sector. Den Uyl lezing van MargoTrappenburg in De Rode Hoed, 18 december 2006

Brief van GGZ Nederland aan kabinetsinformateur Wijffels.  27 december 2006

Terug naar beroepseer in ZorgVisie, 30 juni 2006

Werknemer wordt gek van regelzucht van managers. Volkskrant,  28 april 2006

De opmars van de managers in  Enquête Netwerk, 21 april 2006

Verslag conferentie van BeroepsZeer naar BeroepsEer op 7 april 2006, door Alexandra Gabrielli

Stop onteigening beroepseer. Volkskrant | Thijs Jansen, A van der Burgt, 6 april 2006

De Zorgsector voegt leed toe. De Volkskrant, 1 april 2006

‘Ruzie is niet erg’ , PM, interview met A. van der Burgt, 30 maart 2006

Zes manieren om de journalistiek “aanspreekbaar”  te maken, door Claude-Jean Bertrand en Thijs Jansen, 26 april 2005

Flink de P in uw organisatie. Door Hans van der Schaaf en Jacques van der Palen, maart 2004

 

Kennis en ervaring delen

Wat een goed initiatief om een website als deze in het leven te roepen. Jammer dat ik er pas onlangs achter kwam dat deze site bestaat. (Ben meteen lid geworden, een fotootje volgt nog). Dat is dan wel een aandachtspunt denk ik.
Wanneer jullie willen dat steeds meer professionals lid worden van dit forum, dat tot doel heeft de professional weer de ruimte (terug) te geven die hij verdient, zou er wellicht wat steviger gecommuniceerd mogen worden over het bestaan van de Stichting. Ik zal in ieder geval in mijn organisatie de naam geregeld laten vallen en een link laten plaatsen op ons intranet.

Ik ben directievoorzitter van een school voor voortgezet onderwijs in het zuiden des lands. Een brede scholengemeenschap van gymnasium tot en met leerwegondersteunend onderwijs. We hebben op dit moment 1654 leerlingen en er werken zo’n 200 medewerkers dagelijks aan goed onderwijs voor al die pubers, die elk op hun manier hunkeren naar ontwikkeling.
Sinds mijn aantreden in maart 2008 maak ik samen met mijn directieteam werk van het ruimte geven aan de vaklui in de school die dagelijks oog in oog staan met leerlingen en ouders. Kenniswerkers aan het front. Frontwerkers zoals ze in het boek ‘Beroepseer, een ongekende kracht’ genoemd worden. (Overigens een absolute aanrader, mooie mix tussen praktijkverhalen en wetenschap over dat wat zal bijdragen tot beter onderwijs, maar ook tot betere zorg, betere dienstverlening enz. )

We hebben het afgelopen schooljaar een teamorganisatie ingevoerd die hulpmiddel moet zijn in een structurele communicatie onder professionals over de essentie van hun werk. Tegelijk biedt de teamstructuur een basis voor het stimuleren van meer eigenaarschap van het primaire proces in de klas voor die professionals. Daarnaast hebben we een personeelsbeleid ingevoerd dat gericht is op presteren en ontwikkelen. Waarbij het ontwikkelen van de medewerker in dienst staat van het verbeteren van de leerresultaten van de leerlingen. De invoering hiervan mag je slechts instrumenteel noemen. Het zijn HR instrumenten die als veerboot gezien moeten worden, net als de andere organisatiestructuur. Met een nieuwe structuur heb je immers nog geen nieuwe cultuur. En daar willen we uiteindelijk wel naar toe.

We hebben de ambitie om de school te leiden als een organisatie waar professionals echt het verschil maken. In de zin van zoals Drücker deze stijl in 6 punten samenvat: dat we voortdurend stilstaan bij de centrale vraag: ‘wat is onze taak?”, dat de verantwoordelijkheid voor de resultaten van het werk bij de professionals ligt, dat continue innovatie een verantwoordelijkheid is van elke professional, dat kenniswerk continue leren en scholen vereist, dat het bij kenniswerk niet om de kwantiteit van de output gaat, maar om de kwaliteit en dat de professional gezien wordt als een asset en niet als een kostenpost.
Of zoals Aristoteles het in het artikel van de heer Gabriël Antonio in het eerder genoemd boek zo inspirerend weet te zeggen: ‘de belangrijkste kwaliteit van een leider is een gemeenschap van vrienden te creëren: de leider zou in staat moeten zijn de grootst mogelijke diversiteit aan werkelijkheden die van invloed zijn op de diverse meningen en gevoelens van de medewerkers te begrijpen. Tegelijk moet hij in staat zijn over deze werkelijkheden te communiceren en ze met elkaar te verbinden, zodat een gemeenschappelijke wereld ontstaat.

Het gaat er bij een goede leider dus niet om mensen aan zichzelf of zijn organisatie te binden, maar om de diverse werelden en opinies op elkaar te laten aansluiten in een gedeelde wereld die door alle deelnemers herkend wordt en daarmee en open scheppingsruimte biedt’.

Zoals gezegd: de structuur ligt er in mijn school, de HR instrumenten zijn (bijna) ingevoerd, het besef en de wil bij de schoolleiding om ruimte te geven aan professionals is er, maar daarmee heb je nog geen ander, professioneel, gedrag in je organisatie. Die stap is wel al voorzichtig gezet en het doorstappen staat met stip op nummer 1 van onze beleidsagenda voor de komende jaren.
We zullen niet de eerste en de enige zijn die deze stappen zetten. Daarom zou ik graag ervaringen willen horen van directeuren en/of bestuurders en/of wetenschappers die al een stuk verder zijn en ook serieus werk (willen) maken van het leidinggeven aan professionals.

Binnen mijn eigen school hebben we vorig jaar een ‘Academy’ opgericht. Deze is niets meer of minder dan een zestal bijeenkomsten van de schoolleiding, waarin ontwikkelingen in de school door onszelf of door een deskundige buitenstaander worden belicht. Het simpele doel is scholing van de schoolleiding op een inspirerende en prikkelende manier.
Misschien is er wel een collega in het land, van binnen het onderwijs, of misschien nog liever van buiten het onderwijs, die dit leest en bereid is om zijn of haar ervaringen over hoe realiseer je een professionele cultuur te komen vertellen in een volgende ‘Academy’.

Mail kan naar j.fasen@connectcollege.nl

 

Film van het ministerie van BZK over presentatie boek ‘Beroepstrots’

bzk film presentatie boek beroepstrotsOp 4 juni 2009 werd het boek Beroepstrots – een ongekende kracht gepresenteerd. Het boek is geredigeerd door Thijs Jansen, Gabriël van den Brink en Jos Kole. Het eerste exemplaar van het boek werd aangeboden aan staatssecretaris Bijleveld van het ministerie van Binnenlandse Zaken in het bijzijn van vele professionals die een bijdrage hebben geleverd aan het boek.

Tijdens de presentatie lieten professionals horen wat trots zijn op je werk betekent voor de samenleving. De staatssecretaris op haar beurt vertelde in haar speech hoe de regering probeert de administratieve rompslomp voor professionals te verminderen. Een film van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Zie onder de video: Presentatie boek Beroepstrots: https://beroepseer.nl/video-podcast/andere/presentatie-boek-beroepstrots-2/

Plasterk pakt lerarentekort aan

Het kabinet heeft ingestemd met het Actieplan van Minister Plasterk om het lerarentekort op te lossen. Mariëtte Hamer, PvdA-woordvoerder Onderwijs in de Tweede Kamer: ‘Ik ben heel erg blij dat er nu eindelijk wat wordt gedaan aan de salarispositie van de leraren. De PvdA vraagt hier al jaren aandacht voor en nu gebeurt het.’

Ruim 1 miljard euro

Sneller carrière maken voor de klas, bonussen voor leraren op moeilijke scholen en een scholingsfonds voor docenten die hun vakkennis willen verdiepen: enkele maatregelen uit het Actieplan ‘Leerkracht van Nederland’, dat nodig is om het lerarentekort op te lossen.
Het kabinet stemde afgelopen vrijdag in met dit plan van minister Plasterk, die hiervoor ruim één miljard euro uittrekt.

Tien procent meer loon

Loon naar werken is een eerste vereiste om het beroep leraar aantrekkelijker te maken. Plasterk doet nu boter bij de vis. Leraren kunnen in de toekomst sneller aan de top van hun salarisschaal komen: binnen twaalf in plaats van achttien jaar. Wie aan de top van z’n schaal zit, krijgt bij goed presteren een bindingstoeslag. Ook komen er extra arbeidsmarkttoeslagen, met name voor leraren die werken op scholen en in regio’s waar een nijpend tekort aan leraren is. Bijvoorbeeld op vmbo’s en mbo’s in de Randstad. Leraren zullen de gevolgen van dit plan duidelijk voelen in hun portemonnee. ‘In het voortgezet onderwijs bijvoorbeeld gaan leraren er gemiddeld tien procent op vooruit’, rekent Plasterk voor.

Plezier in het vak

Om betere leraren voor de klas te krijgen en om ervoor te zorgen dat leraren zelf plezier in hun vak houden, komt er een groots opgezet scholingsfonds. Dit stelt leraren in staat om bijvoorbeeld een master opleiding te volgen. Verder besteedt het Kabinet ook aandacht aan een prettige werkomgeving. Zo komt er meer ruimte voor scholen om conciërges aan te stellen.
‘Leraren zijn het cement van onze samenleving. Het is dan ook belangrijk dat door dit pakket de ontwikkeling van het vak en vakkennis kan worden verhoogd’, aldus Hamer.

Verlangen naar beschaafde zorg

Wij (Klaas Laansma en Judith Boeijink) maken ons zorgen over de toenemende ontmenselijking in de zorg. Het maakt daarbij niet uit of we over ‘care’ of ‘cure’ praten. De organisaties zelf lijken belangrijker dan de zorgvrager. Het administratieve systeem krijgt meer aandacht dan de medewerker. We zien directies en raden van bestuur die kiezen voor fusies en marktwerking. Persoonlijke belangen gaan voor het levensgeluk van mensen die zorg geven en zorg ontvangen.

De zorg in Nederland is van ons allemaal. Het ‘zorgen voor een ander’ zien we als een belangrijke waarde van onze beschaving. Daarmee is iedereen verantwoordelijk voor de zorg. Wij willen ons aandeel in die verantwoordelijkheid graag nemen. Vanuit een persoonlijk verlangen naar beschaafde zorg. Het afgelopen jaar hebben wij daar veel over nagedacht en over gesproken. Wat is onze rol en wat kunnen wij nu voor de zorg in onze samenleving betekenen?

We hebben besloten om niet te gaan vechten tegen bestaande patronen en macht. We willen onze kracht en energie stoppen in het zoeken naar kiemen voor een beweging naar beschaafde zorg. We noemen die beweging Noorderhart! Bedoeld om samen met anderen het ethische pad in te slaan naar hartverwarmend zorg verlenen en liefdevol zorg ontvangen. Kijk ook op onze site www.dewikel.nl

Met Noorderhart! willen we mensen bij elkaar brengen die bereid zijn om na te denken, te leren en te handelen (of je nu zorg verleent of zorg vraagt) rondom de kernvragen:
• Wat is in onze ogen beschaafde zorg?
• Wat is er nodig om beschaving in de zorg (terug) te krijgen?
• Wat kunnen we zelf doen?

Graag nodigen we je hierbij uit voor de eerste ontmoeting van Noorderhart! op dinsdag 13 november, met mensen die net als wij het verlangen naar beschaafde zorg delen. Zijn er anderen in je omgeving waarvan jij denkt, die wil ik meenemen, ga gerust je gang.

Heb je belangstelling? Bel of mail ons! We zijn bereikbaar op telefoonnummer 050-5490816 of mail naar: j.boeijink@dewikel.nl.

We zien uit naar je komst!
Klaas Laansma en Judith Boeijink

1 op 7 Nederlanders geniet van werk

Betekenis in werk ontbreekt: 1 op de 7 Nederlanders geniet van werk

Persbericht, Leusden, 12 oktober 2007

Werknemer mist ‘betekenis’, bedrijven presteren daardoor minder. Betekenis in werk ontbreekt: slechts 1 op de 7 Nederlanders geniet van werk. Nederlandse werknemers zijn best tevreden met hun werk maar zijn minder te spreken over de organisatie en het management. Vooral blijkt de Nederlander werk niet of nauwelijks als betekenisvol te zien.

Dat blijkt uit het eerste nationale onderzoek naar de betekenis van werk gehouden door adviesbureau Turner in samenwerking met Mercer.

Turner ondervroeg in totaal 499 Nederlanders. Het onderzoek van Turner staat haaks op recente onderzoeken naar onder meer geluk op het werk. Het is uiteindelijk het salaris als de belangrijkste ‘betekenisgever’ wordt gezien.
Turner is zeer teleurgesteld met deze uitkomsten. “We bevinden ons nog steeds in een soort van postindustrieel tijdperk. De Nederlandse werknemer voelt zich nog steeds een loonslaaf en ziet te weinig uitdaging in z’n werk. Slechts 1 op de 7 Nederlanders hecht betekenis aan werk in de zin van persoonlijke groei en relevante bijdrage aan de samenleving. Gezien de huidige tekorten op de arbeidsmarkt heeft Nederland een probleem”, aldus Maaikel Klein Klouwenberg, directeur bij Turner.

Maaikel Klein Klouwenberg, arbeids- en organisatiepsycholoog: “Ik vind het schokkend om te zien hoe het werk wordt ervaren. We hebben een moreel-ethisch economisch probleem in Nederland. Het management wil vanaf dag één dat iemand in dienst komt, controle uitoefenen. We standaardiseren te veel. Uit ons onderzoek blijkt dat ‘betekeniswerkers’ harder werken, loyaler zijn, innovatiever zijn en dat het vakmensen zijn. Ik zou willen dat het werk weer als eervol en leuk wordt ervaren. Waar vakmanschap weer tot kunst wordt verheven. De machinist, de postbode en de onderwijzer werden vroeger gezien als vakmannen, nu als vervangbare middelen. Medewerkers worden niet gestimuleerd om verantwoordelijkheid te nemen, maar om uit te voeren….”
“De reden dat we dit onderzoek hebben uitgevoerd is dat wij nieuwsgierig zijn naar de diepere drijfveren van de werknemer. Zien zij werk als een noodzakelijkheid? Of halen ze er ook betekenis uit. En kun je er vervolgens als werkgever er voor zorgen dat je bedrijf een excellente prestatie levert? Iets wat knap lastig is als slechts 15% ‘betekeniswerkers’ zijn.”

Dat er nog veel werk is te verzetten blijkt wel uit de bevindingen van Turner:

– Slechts een kwart van de Nederlandse medewerkers geeft aan dat hun direct leidinggevende hen regelmatig coacht en ongeveer één derde speelt een actieve rol in de ontwikkeling van hun medewerkers.

– De helft van de respondenten heeft het gevoel dat hun organisatie goed gemanaged wordt en heeft er vertrouwen in dat de directie eerlijk communiceert. Slechts de helft geeft aan dat er regelmatig wordt gecommuniceerd terwijl dit wel als belangrijk wordt gezien.

– De Nederlandse werknemer voelt zich autonoom en voldoende toegerust om het werk uit te voeren. Meer dan 8 van de 10 medewerkers vinden dat ze voldoende gezag hebben en dat ze over de juiste instrumenten en tools beschikken om hun werk goed te verrichten. Bovendien vindt meer dan 70% dat ze uitgedaagd worden door hun werk. Echter, slechts 5 van de 10 medewerkers geven aan aangemoedigd te worden om verbeteringen aan te brengen en om te innoveren.

Klein Klouwenberg: “Hoewel het zo basaal klinkt moeten organisaties verantwoordelijkheid delen, vakmanschap in ere herstellen, waardering en aandacht geven en niet bang zijn om de controle te verliezen. En ja dat moet je wel gewoon netjes honoreren. Er zijn drie bewezen aanpassingen in organisaties nodig om betekenis van werk te stimuleren:
1.Geef verantwoordelijkheid, koester vakmanschap.
2.Pas managementstijl aan: geef waardering en laat controle (deels) los.
3.Betrek klant in groei: stimuleer direct klant contact voor de medewerker”.

Wat belangrijk is om te ontdekken is dat betekenis bijdraagt aan loyaliteit. De mate van betekenis die aan het werk wordt verleend heeft invloed op de getoonde inzet.
Respondenten die betekenis hechten aan sociale relaties en persoonlijke groeifactoren, vinden meer betekenis in het werk. 50% Van de Nederlandse werknemers heeft het gevoel een lange termijn toekomst bij de huidige werkgever te hebben en loopbaandoelen te kunnen realiseren.
Carrièretijgers vertrekken sneller.

Uit het onderzoek van Turner blijkt dat ambitieuze medewerkers die werken om te voorzien in een inkomen of in persoonlijke groei, eerder geneigd zijn de organisatie te verlaten dan de groep respondenten die werkt om te voldoen aan de behoefte van sociale zekerheid.

Voor meer informatie:

Maaikel Klein Klouwenberg

T: (033) 285 93 00

E: mkk@Turner.nl

I: www.turner.nl

Wim van de Merwe: VMBO docent, Niet roepen maar doen met het bedrijfsleven

Het is al vijf voor twaalf, vindt techniekdocent Wim van de Merwe van het Reggesteyn College in Rijssen: “Straks zijn we op de VMBO’s weer een aantal metaalafdelingen kwijt. Doodzonde.”

Hoe het anders kan

Het kan ook anders, bewijst Van de Merwe. Tijdens de WorldSkills 2005 staan expert Wim van de Merwe en werkgever Jan Lammers als één man achter hun deelnemend Vakkanjersteam.Veel bevlogener kom je ze niet vaak tegen. Wim van de Merwe steekt wekelijks aanzienlijk meer uren dan hij als docent heeft in zijn missie: techniek een beter imago bezorgen: “De tijdsinvestering is groot, maar daar geef ik niks om. Je moet niet alleen roepen hoe het beter kan, maar het ook laten zien. Het is allemaal niet zo moeilijk, als mensen er de noodzaak maar van inzien.”

Zijn geheim is een persoonlijke benadering. Voor alle partijen: bedrijven, scholieren, ouders en niet te vergeten de lokale en regionale media: “Zomaar een mailtje werkt niet. Je moet als praktijkdocent vertellen wat je allemaal doet en wat je bereikt met die jongens. Laten zien dat er aan de weg getimmerd wordt. Dan gaat het pas leven.”

Metaalontdekkingsplan

Zo krijgt Van de Merwe inmiddels volop medewerking van het lokale bedrijfsleven: “Ze sponsoren niet alleen machines, maar bieden naast stages ook bijbaantjes. En docenten kunnen er de nieuwste technieken leren.”
Ouders betrekt Van de Merwe onder meer met het metaalontdekkingsplan voor leerlingen van groep acht en zogenaamde ouderwerkavonden: “Ze trekken een overall aan en gaan frezen. Kunnen ze op een feestje eindelijk eens trots vertellen wat hun kind doet.”

Balkenende

Ook buiten de regio Twente is Van de Merwe volop actief. Hij trok vorig jaar de stoute schoenen aan en belde Ad Verbrugge (voorzitter Beter Onderwijs Nederland) om zijn verhaal te doen: “We bleken het uitstekend te kunnen vinden. Af en toe houd ik een voordracht voor hem over hoe het beter kan op het vmbo. We zijn samen ook bij de nieuwe staatssecretaris Marja van Bijsterveldt langs geweest om aandacht te vragen voor de vmbo-problematiek. En ik heb meegewerkt aan een boek voor het CDA. Tijdens de presentatie kwam ik premier Balkenende tegen. Toen hij kort daarop voor een verkiezingsbijeenkomst op onze school was, heb ik hem meteen mijn lokaal ingetrokken.”

Spannende les

De meeste tijd investeert de docent evenwel in zijn scholieren: “Ik zeg altijd: als jullie ervoor gaan, dan doe ik het ook. Ik wil ook geen les afdraaien, je moet het spannend maken. Raak ze waar hun interesse ligt. Kapotte skelter of mini-bike? Dan maken we die op school.

Deelname aan de Junior VakkanjerWedstrijden is de beloning voor de allerbeste leerlingen: “Die wedstrijden zijn een gouden zet. De deelnemers zijn niet meer van school weg te slaan. Het stimuleert alle leerlingen.”

Ambassadeur Van de Merwe benut de pr-kracht van Vakkanjers zo veel mogelijk: “Neem oud-leerling Arjan Smit, nu Nederlands kampioen CNC-frezen en student aan de Saxion Hogeschool. Da’s een fantastisch verhaal. Ik zet hem dus in als ambassadeur in op beurzen, ouderavonden en bij voorlichting op basisscholen. Dan nemen we een blok aluminium en het eindproduct mee: dit krijg je na zes uur op een machine van zeven ton. Dat maakt techniek tastbaar.”

Dit artikel is eerder verschenen in een special van Heroes magazine (juni 2007). Zie verder site Vakkanjers

Met DBC privacy van psychotherapeutische en psychiatrische cliënten bedreigd

PERSBERICHT, 17 september 2007

Privacy van psychotherapeutische en psychiatrische cliënten bedreigd. DBC-systeem onzinnig, tijdrovend, en fraudegevoelig. Psychiaters en psychotherapeuten laten in meerderheid niets heel van nieuw registratie- en declaratiesysteem.

Onlangs zijn de resultaten bekend gemaakt van een opinieonderzoek dat door DeVrijePsych (www.devrijepsych.nl) onder vrijgevestigde en in dienstverband werkende psychiaters en psychotherapeuten is verricht.  Het onderzoek betreft de opvattingen van ruim 600 respondenten over de door de overheid opgelegde vorm van registreren en declareren volgens de DBC-systematiek, (zie toelichting), die per 1 januari 2008 voor GGZ-instellingen, zelfstandig gevestigde psychotherapeuten en psychiaters als declaratiebasis verplicht is gesteld. Driekwart van de vrijgevestigde psychiaters en psychotherapeuten acht echter de DBC-systematiek een gevaar voor de privacy van patiënten. De jaren 2006 en 2007 zijn zowel voor de psychiatrische instellingen als voor de vrijgevestigde beroepsbeoefenaren “proefjaren”.

Sinds 1 januari 2006 dienen, conform de regelgeving van de Nederlandse zorgautoriteit (Nza), onder beroepsgeheim vallende patiëntengegevens in DBC-vorm per internet bij het gouvernementele DBC Informatie Systeem (DIS) te worden aangeleverd. Dit geldt zelfs de gegevens van cliënten die hun behandeling geheel zelf betalen. De aanlevering geschiedt “geanonimiseerd”. Onduidelijk is of de gegevens desondanks tot natuurlijke personen kan worden teruggebracht. Per 1 januari aanstaande zullen DBC’s als declaratiebasis op patiëntennaam, dus niet geanonimiseerd, naar de verzekeraars verzonden moeten worden.

Verzekeraars zullen hiermee een zeer gedetailleerd gegevensbestand over individuele cliënten kunnen opbouwen.Uit de enquête blijkt dat de meerderheid van de vrijgevestigde psychiaters en psychotherapeuten geen DBC’s registreert en aanlevert. En hiermee de regelgeving van de overheid feitelijk negeert. Degenen die dit wel doen melden daaraan zeeën van tijd te besteden: 10% zelfs meer dan 20% van de werktijd. Dus een dag per week of twee volle maanden per jaar.Degenen die in dienstverband binnen de psychiatrische en psychotherapeutische instellingen werkzaam zijn moeten doorgaans van hun directies DBC-registraties verrichten, maar doen dit zeer tegen hun zin en signaleren óók groot tijdverlies en/of ergernis: bij sommigen wordt één vijfde van de werktijd eraan besteed, bij 33% van de responderende dienstverbanders is het in ieder geval meer dan één tiende van de werktijd. Die tijd (minstens één dag per twee weken, een maand per jaar!) wordt onttrokken aan de patiëntenzorg. Maar ook als de werkgever secretariaatsmedewerkers heeft ingeschakeld voor de registratie, of de computersoftware zo heeft aangepast dat de beroepsgroep weinig tijd aan de DBC-registratie hoeft te besteden, wordt het systeem toch nog als storend ervaren. Meer dan 80% van beide groepen respondenten denkt namelijk dat het systeem onjuistheden en fraude in de hand werkt. In eigen commentaren geven enkele dienstverbanders aan door hun management aangespoord te worden veel “korte” DBC’s te registreren, want die brengen meer op dan weinig “lange”. Ook zijn er afdelingen waar onnodig veel laboratoriumonderzoek moet worden aangevraagd, want ook dat zet financieel zoden aan de dijk. De eigen commentaren die de respondenten bij de vragenlijst gaven, getuigden dan ook bijna allemaal van grote ergernis over de DBC’s en hun bedenkers. (zie www.devrijepsych.nl/Commentaren).

De DBC’s die voor psychiatrie en psychotherapie bedacht zijn berusten op een systeem dat geen complete diagnoses beschrijft, het DSM-systeem (zie toelichting) en geven geen inzicht in de behandelingen die nodig zijn. Driekwart van de psychiaters en 90% van de psychotherapeuten vindt de DBC-systematiek onzinnig. Een vijfde (!) deel van de vrijgevestigde psychiaters en psychotherapeuten kondigt aan de praktijk te zullen staken als de DBC-systematiek feitelijk wordt doorgevoerd. Toelichting:Over DBC-systematiek Bij de overgang van het oude verzekeringsstelsel naar het nieuwe zorgstelsel werd een nieuw declaratiesysteem ingevoerd, het zogenoemde DBC-systeem (DBC=Diagnose Behandel Combinatie), waarbij de betaling van ziekenhuizen en specialisten door zorgverzekeraars zou moeten plaatsvinden op grond van de diagnose en de meest daarbij passende behandeling. De invoering ging gepaard met veel enthousiasme van beleidsmakers en er werden ettelijke honderden miljoenen Euro’s aan besteed. In theorie zou het systeem zeer “innovatief”, logisch en rechtvaardig worden en zou het een einde moeten maken aan ondoorzichtige declaraties. In de praktijk van ziekenhuizen en specialisten blijkt de DBC-systematiek een bureaucratisch wangedrocht: de declaraties zijn veel minder transparant dan vroeger en er is een enorme hoeveelheid bureauwerk bijgekomen voor administratief medewerkers, specialisten en ziekenhuizen waardoor geld en tijd onttrokken worden aan de werkelijke missie van de gezondheidszorg. De DBC-systematiek brengt veel verschrijvingen (dat zijn “vergissingen” en incidenteel echte fraude) met zich mee. Bij veel specialisten bestaat het gevoelen dat de veranderingen waren doorgedrukt zonder dat het Bureau (en het Hoofdbestuur) van de Orde van Medisch Specialisten de mensen uit het veld voldoende had gehoord en zonder dat zij zich de grote nadelen hadden gerealiseerd.

Op de werkvloer in de ziekenhuizen en bij de specialisten bestaat dan ook groot onbehagen dat regelmatig geuit werd in de media en in Medisch Contact, het weekblad van de KNMG. Laatste tranche van de DBC-dering: psychiatrie en psychotherapie: Tot op heden wordt de gehele Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) al meer dan 17 jaar betaald uit de AWBZ. Beleidsmakers wilden zoveel mogelijk eenvormigheid bij de invoering van het nieuwe zorgstelsel. Daarom zou per 1 januari 2008 ook de financiering van de hele GGZ, dus van de psychiatrie en de psychotherapie (met uitzondering van langdurig ernstig zieken en zorgbehoeftigen) worden “overgeheveld” van de AWBZ naar de zorgverzekeraars. Op zich is dat niet slecht. Maar, vanuit die behoefte aan eenvormigheid, vinden beleidsmakers dat nu ook voor psychiatrische en psychotherapeutische verrichtingen DBC’s moeten worden ingevoerd.

Het DBC-systeem deugt op zich al niet (zie boven) maar bovendien berust de basis voor de voor de GGZ bedachte DBC’s niet op echte diagnoses, die óók altijd de oorzaak of oorzaken van het psychisch lijden definiëren, maar op een handboek dat slechts combinaties van symptomen weergeeft. Daarom kunnen behandelingen op geen enkele wijze verantwoord worden weergegeven: de ene depressie is immers de andere niet en aan dezelfde psychische verschijnselen kunnen bij de ene patiënt heel andere oorzaken ten grondslag liggen dan bij de andere, dus heeft de ene patiënt meer zorg of een andere behandeling nodig dan de andere, hetgeen niet gehonoreerd kan worden via het “eenheidsworstprincipe” van de DBC-systematiek met protocolbehandelingen.

Beleidsmakers blijken tevens te miskennen dat gegevens die in een psychiatrische of psychotherapeutische behandeling naar voren (moeten kunnen) komen met zeer stricte geheimhoudingsgaranties omgeven moeten blijven. Van het begin af aan heeft de DBC-systematiek onder psychiaters en psychotherapeuten veel weerstand ontmoet. De opiniepeiling van DeVrijePsych geeft weer wat door beleidsmakers al enkele jaren achteloos ter zijde wordt geschoven.Een soortgelijk, ook miljoenen verslindend project, PARTS geheten, liep in 2006 op de klippen. De bezwaren die tegen PARTS werden geformuleerd gelden onverkort voor de huidige DBC-systematiek.

Lees het allemaal op de site van DeVrijePsych.

Kaspar Mengelberg, psychiater-psychotherapeut
Wietse Velthuys, klinisch psycholoog-psychotherapeut