Onderstaand artikel stamt uit 2008 en heb ik geschreven in de “WDH Berichten”, een regionaal nascholingskrantje. Maar het is nu nog steeds erg actueel, dus breng ik het nog eens onder de aandacht!
Met een stevig bak koffie installeer ik me toch maar even achter de PC om uit de grote verzameling notities en gedachten een stukje voor de WDH berichten te baren. Hoopvol had ik nog even het Medisch Contact (19 febr 2008) van deze week erbij gepakt, op de voorpagina stond “Nieuwerwets bijblijven” en dat zou vast iets heel moois kunnen zijn voor de WDH berichten.
Het enige artikel waar deze titel naar verwijst is het verhaal van Frank Bosch over RSS-feeds. Een onderwerp wat voor mij niet nieuw is en waar ik op dit moment heel druk mee ben in om de beschikbare stroom van informatie te kanaliseren tot behapbare stukken. Laten we ons door de e-mail- en RSS-overvloed sturen?
Waar ik over wil schrijven is de moeite die ik ervaar om juist in een wereld waar we zo snel en veelvuldig overspoeld worden met informatie, de juiste keuzes blijven maken. Overwegingen vanwaaruit we indertijd ons vak gekozen hebben, keuzes die naar je eigen overtuiging belangrijk en van waarde zijn.
In hoeverre laten we ons sturen door de financiële prikkels die dit nieuwe zorgstelsel als verleidelijke taarten (want het zijn geen snoepjes) ons voorzet?
Ik zeg wel eens tegen mijn patiënten, ‘luisteren en praten betaalt niet’, snijden, meten (ecg, spirometrie etc) wel.
Toch is naar mijn stellige overtuiging het persoonlijke contact wat gebaseerd is op een gesprek tussen twee mensen de kern van ons vak. Het vertrouwen dat tussen arts en patiënt moet groeien. Daarmee is het ‘kennen van de patiënt in zijn omgeving’ om het populistisch te zeggen “the unique selling point” van de huisarts.
Door de tijd heen bouwen we een relatie op met onze patiënten die van grote waarde is en door patiënten ook erg gewaardeerd wordt. Het komt ons niet altijd even goed uit en vraagt veel tijd met een relatief magere materiële beloning. De verleiding is groot om onze spreekuurtijd in te gaan korten en meer tijd aan de M&I’s te besteden. Dat is in ieder geval goed voor de omzet, maar wat doet dat op de lange termijn met onze patiënten en het huisartsenvak?
De ‘gehoor-shops’, ‘opticiëns met directe verwijzingen naar oogklinieken’, ‘internetsites waar direct specialistische hulp wordt aangeboden’, ze schieten als paddenstoelen uit de grond. Wij doen driftig mee en verruimen onze indicaties voor b.v. ECG’s en preventieve vraaggestuurde controles met een ongebreidelde gretigheid.
Er zijn ook goede ontwikkelingen in deze M&I’s, maar we moeten ook dit kritisch en evidence based proberen te doen.
In hetzelfde MC van deze week lees ik dat er een onderzoek komt naar verrichtingen van huisartsen. Volgens het Nivel werd in 2006 een bedrag tussen de 81 en 128 miljoen euro gedeclareerd, terwijl de prognose zo’n 50 miljoen was. Er zijn geen goede controlestudies en wat erger is, we hebben ook niet goed gedocumenteerd wat het aan andere winst opbrengt anders dan in onze portemonnee.
Ik mocht eens aan tafel zitten met een van onze huidige hoogleraren huisartsgeneeskunde en sprak mijn zorg uit over het feit dat de oude driepoot van de huisartsgeneeskunde, ‘levensloop-‘, ‘gezins-‘ en curatieve geneeskunde zo weinig betaalt.
Het antwoord wat ik kreeg was dat er zo weinig ‘evidence-based’ over bekend was. Daarin had hij gelijk. Toch zullen velen met mij eens zijn dat ‘het kennen van de patiënt in zijn context’ een bijzonder en essentieel deel van ons vak is. Naar mijn mening ons “Unique Selling Point”!
Wij zijn het die een, vaak volledig geautomatiseerd, medisch dossier hebben. We hebben de mogelijkheid een hele woonomgeving te onderzoeken en begeleiden. Deze kenmerken moeten we koesteren en bewaken en dat vraagt inspanningen en investeringen. Een SOS dokter of wat dan ook, heeft daarop een gigantische achterstand. Misschien moeten er ook wel andere M&I’s bijkomen, b.v. bijwonen van oncologiebesprekingen, bezoek in het ziekenhuis, etc.
Marketing technisch moeten we daarom op de bres staan, als b.v ons consult of visite tarief bedreigd gaat worden, b.v. omdat we overmatig en soms slecht onderbouwd M&I’s declareren. Dat vraagt een kritische houding naar onszelf en de beroepsgroep, willen we dit vak voor de toekomst bewaren.
Straks geven sommige apotheekketens bij elke eerste uitgifte van een β-blokker, een online beoordeeld ECG mee, misschien zelfs wel via een RSS-feed op je pocket-pc. Of minder futuristisch; wat te denken als de hospices, in navolging van de UK, de palliatieve zorg ook consultatief thuis gaan verzorgen? De verloskunde zijn we al kwijt, de reizigersadvisering gaat al meer naar gespecialiseerde clinics waar zorgverzekeraars tariefafspraken mee maken. Waar blijft onze continue zorg…?
In hetzelfde Medisch Contact staat in de column van Luc Bonneux een leuk zinnetje: “Het cholesterol dient enkel om mensen de medische fuik in te lokken”. Gaat het daarom? Ooit waren wij de poortwachters, die moesten voorkomen dat mensen de medische fuik inzwommen. Willen wij de beheerders zijn van de medische fuiken of de kooikers van een eendenkooi? Zoals Wikipedia schrijft: Een eendenkooi (soms kortweg kooi genoemd) is van oorsprong een plek waar diverse soorten in het wild levende eenden werden gevangen voor consumptie.
Wat stuurt ons…? Wat is onze overtuiging…? Hopelijk komt er meer onderzoek naar de plaats van en het behoud van dit uitdagende vak. Dat vraagt meer dan (een tijdelijk) goede honorering, maar een bevechten van het in stand houden van onze krachtige en unieke positie in de gezondheidszorg.
Daarom een belangrijke taak voor goede (na-)scholing, introspectie en toetsing met een intensieve samenwerking met de 2e lijn, allemaal aspecten waarin de WDH van dienst kan zijn.
Dan wordt het een duurzame ´booming business (LHV slogan)´ voor de lange termijn.
Martin Beeres, huisarts
e-mail: beeres@praktijkparklaan.nl
Februari 2008