Een grote conferentie organiseren is lastiger dan het lijkt. Het kost geld en fondsen werven kan leiden tot belangenconflicten. Grote media-organisaties proberen conflicten te voorkomen bij medefinanciering van commerciële bedrijven. Beroepsorganisaties en vakbladen daarentegen organiseren juist conferenties om vernieuwende ideeën te lanceren die voorgeselecteerde doelen dienen van zakelijke sponsoren. We noemen dat “thought leadership”*).
Met andere woorden, men neigt ertoe, zich niet al teveel te bekommeren om ethiek en moraal.
Dat is ook de ervaring van de Amerikaanse journaliste Francine McKenna. Ze heeft meegemaakt hoe ze enkele maanden geleden uitgenodigd werd om te spreken op een conferentie over ethiek en compliance-professionals**), en hoe daarna abrupt de uitnodiging weer ongedaan werd gemaakt: ze merkte zelfs dat diegenen die doorgaans ethische praktijken aanbevelen bij anderen, bezwijken voor grote sommen geld.
In een artikel op de site van Aljazeera America schrijft McKenna dat de problemen beginnen als sponsoren zich gaan bemoeien met de keuze van de sprekers en toespraken afkeuren, en als een conferentie is gebaseerd op pay to play, het inwisselen van geld voor diensten.
De grote financierders – “diamanten” en “platina”-sponsoren – bepalen de plek waar banners en kraampjes komen te staan. Ze hebben exclusieve rechten, om bijvoorbeeld een concurrent uit te sluiten van deelname of een vetorecht op sprekers en inhoud. “Bronzen”- of “zirconium”-sponsoren mogen een logo plaatsen op een ecologisch verantwoorde boodschappentas of mogen hun pennen met bedrijfslogo neerleggen bij de koffie en de broodjes.
McKenna werd gevraagd voor de jaarlijkse conferentie van de Ethics and Compliance Officer Association (ECOA), een van de leden van de beroepsgroep op gebied van ethiek en compliance. De ECOA presenteert elk jaar twee gastsprekers die een bij de leden sterk in de belangstelling staand thema behandelen. Vorig jaar was de vraag: Verandert een training in ethiek ons gedrag? De conferentie wordt door ECOA getypeerd als “Het grote debat”.
De Grote Vier
Francine McKenna: “ECOA benaderde me op een laat tijdstip en gaf als reden de annulering van een andere spreker op de bijeenkomst van september 2013. Ik stemde direct in vanwege de kans een “nee”-positie in te nemen jegens Laura Pincus-Hartman, hoogleraar bedrijfsethiek aan DePaul-universiteit. Pincus-Hartman en ik waren onlangs te gast in het televisieprogramma Chicago Tonight. Ik heb meer dan dertig jaar gewerkt als o.a. (compliance)consultant in de zakelijke dienstverlening en ben nu journalist. Ik schrijf over de Grote Vier: de vier grootste zakelijke dienstverleners – accountants- en consultancykantoren – ter wereld: KPMG, PricewaterhouseCoopers (PwC), Deloitte en Ernst & Young. Ik ben geschikt om te discussiëren over trainingen in ethiek en ik kan verhalen vertellen over personen die hun lessen niet hebben geleerd”.
Toegang tot deze conferentie is niet goedkoop: 2.350 dollar voor niet-leden en 1.850 dollar voor leden. Organisatoren verzoeken ook nog om extra bijdragen van sponsoren en beursexposanten. Het is een conferentie om winst mee te maken, georganiseerd door een non-profit beroepsorganisatie.
McKenna heeft zelf afgezien van haar gebruikelijke honorarium, ten gunste van het ECOA lid dat haar had aanbevolen.
Voor McKenna begonnen de moeilijkheden een week voor aanvang van de conferentie. De organisator vertelde haar “schaapachtig dat hij niet had afgeweten van mijn ‘reputatie’ als ‘waakhond van de accountancysector’, die ‘zich uitspreekt tegenover de machthebbers’. Hij verzocht me te beloven geen enkele sponsor of een van de andere sprekers te ‘bekritiseren of te schofferen’.
Ik had gedacht dat de Grote Vier intussen wel aan me gewend waren. Ik spreek regelmatig op universiteiten, voor academisch opgeleide groepen als de American Accounting Association (AAA), de Society of Corporate Secretaries and Governance Professionals Annual Conference, de Compliance Week Annual Conference en het Institute of Internal Auditors conferences”.
Hoeveel zou het gaan kosten bij niet toegeven aan de druk?
Op een vrijdagmiddag werd McKenna door de organisator opgebeld die haar vertelde dat “sprekers” dreigden “Het grote debat” te boycotten, hun lezingen te annuleren en zelfs het lidmaatschap op te zeggen als zij op het programma stond: “Ik vermoedde dat de klagers mensen waren die voor sponsoren werkten, zoals de Grote Vier.
PwC, Deloitte en KPMG hebben ook zitting in de Raad van Bestuur van ECOA. Aangezien ik de accountantsfirma’s regelmatig bekritiseer, zijn ze waarschijnlijk niet bereid voor mij als spreker te betalen via sponsoring. Rond die tijd was de affaire Scott London in het nieuws, een partner van KPMG die schuld had bekend aangaande het delen van vertrouwelijke informatie van een cliënt met een vriend die ermee ging handelen. Ze waren misschien bang dat ik de affaire London als schoolvoorbeeld zou gebruiken om te bewijzen dat iemand die geacht wordt ethisch te handelen, foute dingen kan doen”.
Hoeveel zou het ECOA gaan kosten bij niet toegeven aan de druk? Er was tenminste 90.000 dollar bijeengezameld van drie firma’s van de Grote Vier en twee sponsoren die McKenna in het verleden had bekritiseerd. ECOA zou ook lidmaatschapsbijdragen en geld van bestuursleden kunnen kwijtraken. De Deloitte Foundation had 35.000 betaald voor het “diamanten”-sponsorschap en KPMG 15.000 dollar. Thomson Reuters, een media- en softwarebedrijf dat McKenna had gehekeld vanwege een zakelijke relatie met PwC die volgens haar de onafhankelijkheid van de accountant geweld had aangedaan, had 15.00 gedoneerd. En dan was er nog de 15.000 dollar van PwC-cliënt Merck en 10.000 dollar van Ernst & Young.
Op maandagmorgen kwam er een boodschap van Tim Mazur, een hoge leidinggevende van ECOA en organisator van de conferentie. Hij vertelde McKenna: “Er zijn afgelopen vrijdag nog meer telefoontjes binnengekomen van sprekers. Ik verontschuldig me voor het onderschatten van de reacties van de sprekers”.
Omgaan met sponsoren
Matt Kelly, uitgever en hoofdredacteur van het vakblad Compliance Week, organiseert jaarlijks een zeer succesvolle conferentie waarop veel dezelfde deelnemers en sponsoren als op de conferentie van ECOA aanwezig zijn. McKenna heeft hem gevraagd hoe hij omgaat met sponsoren die druk uitoefenen:
“Als vakblad gaat het er ons in de allereerste plaats om onze sector te bedienen. We hebben een verantwoordelijkheid jegens onze deelnemers en onze betrokken sponsoren om helder en duidelijk te zijn over ons programma. Een conferentie die honderd procent gefinancierd wordt door sponsoren zou door onze abonnees niet worden gewaardeerd. Ze zullen niet willen betalen. Bezoekers van vakconferenties zijn kritisch. Ze gaan niet betalen om zich iets te laten verkopen”.
Het Institute of Internal Auditors (IIA) wordt geleid door directeur Richard F. Chambers. Dit instituut organiseert elk jaar verschillende conferenties voor zijn leden in en buiten de V.S. Volgens Chambers maken sponsoren een belangrijke deel uit van het organiseren van succesvolle conferenties:
“We nodigen sponsoren uit om met namen van sprekers te komen, maar we volgen een strenge procedure om hen vakinhoudelijk te toetsen en er zeker van te zijn dat de leden aan hun trekken komen. We nemen onze verantwoordelijkheid serieus en staan in voor de integriteit en kwaliteit van de programmering van onze conferentie. We hebben geen afspraken gemaakt waardoor sponsoren invloed kunnen uitoefenen op het programma of de macht hebben sprekers de toegang te weigeren”.
Deloitte is ook co-gastheer van de FT Global Pharmaceutical and Biotechnology conferentie: New businesses, new markets. Een woordvoerder van de Financial Times vertelde McKenna dat sponsoren geen gratis lunch meer krijgen. Ze betalen voor het voorrecht partner te zijn van de FT: “Deloitte verwierf een exclusiviteitsclausule”, zei hij.
Deloitte is ook de nieuwe sponsor van de Cambridge Union Society, de befaamde debatvereniging van de Universiteit van Cambridge in Engeland. De Union heeft verklaard dat vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel blijft staan ondanks deze ongebruikelijke commerciële overeenkomst. Maar, een van de leden van de vereniging vertelde aan verslaggevers:
“Bij elke zakendeal, van welke soort ook, is er een stilzwijgende overeenkomst over wat kan en wat niet gezegd kan worden over de andere partij. Dit is geen goed teken voor een eeuwenoude debatclub die als motto heeft: ‘vrijheid van meningsuiting'”.
McKenna verzucht aan het slot van haar artikel: “Volgens de Union mag Deloitte geen sprekers uitkiezen noch invloed uitoefenen op het debat. Misschien kunnen we rekenen op vrijheid van meningsuiting bij de Union. Maar, op andere plaatsen zou je wel eens alleen kunnen horen wat de sponsoren voorschrijven”.
Zie Barred from ethics conference for caring about ethics – Trade associations don’t want speakers who might offend their chief sponsors, door Francine McKenna, 26 januari 2014, site Aljazeera America: http://america.aljazeera.com
Noten
*) Thought leadership: er is een trend bij organisaties om zichzelf het predicaat thought leader toe te kennen. Thought leadership-afdelingen zijn het afgelopen half jaar als paddestoelen uit de grond geschoten, gericht op de kennis en expertise van de organisatie. Thought leadership is evenwel niet hetzelfde als kennis en expertise. Een thought leader-organisatie is in staat om conventionele gedachtepatronen in de markt te doorbreken en daarmee vernieuwende inzichten te bieden aan klanten. Thought leadership is niet te claimen, maar wel te verdienen, als gevolg van het vertrouwen dat is opgebouwd in het uitdragen van vernieuwende ideeën en perspectieven.
**) Een compliance professional is veelal aangesteld bij een instelling of bedrijf om toe te zien op de naleving van wet- en regelgeving binnen de organisatie.