Ze leren het nooit… Reactie op Open brief van zorgsector aan leden demissionair kabinet en parlement
De zorgsector – beroepsorganisaties, vakbonden en werkgevers – heeft een open brief gestuurd naar het demissionaire kabinet en parlement. De bijna twintig ondertekenaars roepen op te investeren in betere beloning, meer zeggenschap en mogelijkheden voor begeleiding en ontwikkeling. De open brief*) is gepubliceerd in de Volkskrant van 10 september 2021.
Mijn reactie op de open brief
Aan de ondertekenaars,
Helaas ze leren het nooit. Uit de open brief blijkt dat de ondertekenaars niets eisen, maar nederig vragen en een beroep doen op het demissionair kabinet en het parlement, alsof dat enig effect heeft als we kijken naar de afgelopen veertig jaar. Het is de zoveelste beschamende vertoning, temeer daar het zittende kabinet en de vorige kabinetten en parlementen heus wel weten wat er aan de hand is. Ze voeren al decennia doorlopend open en constructief overleg met beroepsverenigingen, brancheorganisaties en vakbonden over het centraal stellen van de patiënt, de cliënt en de bewoner, het bevorderen van hun welbevinden en het voorkomen van (nodeloos) lijden.
Het vreemde aan deze open brief is dan wel weer dat de vertegenwoordigers van de centraal staande patiënten/cliënten/bewoners de grote afwezigen zijn. Maar alles dat in deze open brief staat betreft uiteindelijk wel hún welbevinden. Er worden heel wat open deuren ingetrapt.
“Het gaat mis met de zorg”, aldus de ondertekenaars. Deze deur staat al decennia wagenwijd open. Wat er mis is, is namelijk al decennia bekend bij overheid en zorgsector
“Er wordt al te lang te veel gevraagd van degene die de zorg draaiend houden: de zorg- en welzijnsprofessionals. Dagelijks merken zij de effecten van personeelstekorten”.
Over wat de ondertekenaars zelf wel gedaan hebben in de achter ons liggende jaren geen woord. Wel wijzen zij naar anderen onder het motto: zij zijn groot en ik is klein. Beschamend hoe beroepsverenigingen, vakbonden en brancheorganisaties zichzelf zo naar beneden kunnen halen. Met open deuren intrappen bereikt men niets, dat moet toch bekend zijn. Er is kennelijk niets geleerd sinds 1979 toen verplegenden en verzorgenden totaal tot wanhoop gedreven de straat oprenden en actie voerden. Kennelijk niets geleerd vanaf 1989 toen verplegenden en verzorgenden in opstand kwamen tegen hoge werkdruk, slechte arbeidsomstandigheden en lage salarissen. Er wordt met verve doorgegaan met open deuren intrappen.
Allang bekend
“Tegelijkertijd neemt het aantal patiënten en cliënten waarvoor zij zorgen toe en krijgen zij te maken met steeds zwaardere (gezondheids-)problematiek. Daarbovenop neemt het ziekteverzuim al jaren toe en is het nog nooit zo hoog geweest als nu. Dat betekent dus meer en zwaarder werk, met minder collega’s”.
Buiten het feit dat dit allemaal al lang bekend is, wordt verzwegen dat dit alles de uitstroom van (leerling)verpleegkundigen en verzorgenden bevordert. Men zit in een neerwaartse spiraal, die al decennia geleden in gang is gezet. Over het feit dat dit nodeloos lijden veroorzaakt, geen woord.
U geeft impliciet aan dat kabinetten en parlementen niets tot veel te weinig gedaan hebben en dat u zelf niet in staat was om gezamenlijk en eensgezind een alleszins redelijk eisenpakket samen te stellen om het tij te keren, laat staan de eisen af te dwingen. U zet zichzelf volkomen te kijk met ook nu weer Calimerogedrag: “Dit raakt heel Nederland”, al decennia, “de kwaliteit van zorg staat onder onhoudbare druk en wachtlijsten worden langer”.
Hoe lang speelt dit al? Wat hebben de beroepsverenigingen, vakbonden en brancheorganisaties concreet gedaan in de afgelopen tien jaar?
Kijk eens naar de eigen rol
“Er wachten nu 170.000 mensen op een operatie, mensen die dat wensen kunnen niet overal meer thuis overlijden door gebrek aan wijkverpleging en op de IC’s is de uitstroom van verpleegkundigen zo groot, dat er minder bedden beschikbaar zijn, in plaats van meer” .
Is deze situatie te wijten aan kabinet en parlement of ook aan bestuurders? Aan beroepsverenigingen, vakbonden, brancheorganisaties die geen eenheid vormen en voor ieder voor zich optreden? Het zou hen sieren eindelijk eens concrete eisen op tafel te leggen en ze af te dwingen. Ik ben van mening dat zij in staat zijn nodeloos lijden te voorkomen en eensgezind op te treden en zich vervolgens niet laten ringeloren door welk kabinet en parlement dan ook. Kijk eens naar de eigen rol en de eigen verantwoording hierin en vraagt u af hoe het allemaal zo ver heeft kunnen komen in plaats van alleen naar kabinet en parlement te wijzen.
“De weerbaarheid van de samenleving en van onze zorgprofessionals is kwetsbaar en het beroep dat gedaan wordt op de huisartsenpraktijken en huisartsenposten, de geestelijke gezondheidszorg, de jeugdzorg, het welzijnswerk en de gehandicaptenzorg neemt verder toe. Tijdens verschillende pieken van de corona-uitbraak in Nederland hebben we gezien waar dat toe leidt, we scheerden angstig dicht langs ‘code zwart’. Ternauwernood hield zorg- en welzijnspersoneel het land draaiende. Het is tijd om de maatschappelijke waardering om te zetten in merkbare investeringen: waarderen betekent ontegenzeggelijk investeren’’.
Het gaat verder dan waarderen, het gaat om nodeloos lijden te voorkomen, te bestrijden en op te heffen, en dat doe je als een sterk en eensgezind machtsblok samen met de vertegenwoordigers van de centraal staande patiënten/cliënten/ bewoners als gelijkwaardige partners.
Overigens geldt dat eveneens voor de vertegenwoordigers van de mantelzorgers. Hoe zouden de zorginstellingen functioneren zonder mantelzorgers? Hoe zou het toch komen denkt u, dat zoveel mantelzorgers, met of zonder burn-out, afnokken?
Moeten we nu lachen of huilen?
“Rapport na rapport laat zien: er moet beter gezorgd worden voor de zorgprofessionals”.
Het wordt geroepen, meer dan veertig jaar lang. In al die jaren is er niets voor de verpleegkundigen en verzorgenden gedaan. En nu dan die open brief. In 2021. Moeten we nu lachen of huilen? Wanneer beroepsverenigingen, vakbonden en brancheorganisaties niet anders kunnen dan vragen, desnoods smeken, bij kabinet en parlement, geef dan gewoon toe dat jullie machtspositie maar heel beperkt is en dat de macht gewoon ligt bij kabinet en parlement.
Er zit zodoende niet veel anders op dan een open brief in de hoop er iets mee te bereiken. Geef toe dat de machtsverhouding tussen kabinet/parlement en de zorgsector niet in balans is, net zoals deze niet in balans is tussen bestuurders/toezichthouders en de leefwereld van cliënten/patiënten/bewoners en professionals. Om hun machtspositie te vergroten is het niet ongebruikelijk dat één persoon én bestuurslid én elders toezichthouder is. Zo ontstaat een machtsblok van ‘ons kent ons’. Dit uiteraard in het belang van patiënten/cliënten/bewoners/professionals. Zij staan bij bestuurders en toezichthouders toch centraal?
Kan dat alleen met instemming van kabinet en parlement?
“Allereerst door te investeren in een betere beloning”.
Volgens mij wordt hiermee de plank mis geslagen, het is een combinatie van factoren die het beroep van verpleegkundigen en verzorgenden onderuit haalt. Inderdaad, een betere beloning hoort daar zeker bij, maar wat te denken van onzinnig registreren, onvoldoende doorlopende bijscholing en begeleiding, geen enkele inspraak. Verpleegkundigen en verzorgenden zijn professionals, behandel deze werknemers als zodanig. Behandel hen als gelijkwaardige partners en laat hen meepraten op directie- en bestuursniveau. Of heeft u die mogelijkheden niet? Kan dat alleen met instemming van kabinet en parlement? Wat te denken van regelmatig meewerken binnen de leefwereld van de centraal staande patiënten/cliënten/bewoners zodat u kunt zien, horen, proeven, ruiken, voelen wat er speelt en aan den lijve ervaart wat het betekent om als verpleegkundige en verzorgende het beroep niet naar behoren te kunnen uitoefenen. Kunt u dat niet? Kan dat alleen met instemming van kabinet en/of parlement? Bestuurders zouden moeten ‘meewerken’ op een afdeling om het gelaat te zien van kwetsbare en om hulp vragende mensen.
“De salarissen van zorg- en welzijnsprofessionals liggen gemiddeld maar liefst 9 en 6 procent lager dan het salaris in de marktsector en de publieke sector. Nu voor iedereen tastbaar is dat de zorg heel belangrijk is, is dit het moment om dit gat te dichten. Daarvoor zijn extra investeringen nodig”.
Voor de centraal staande patiënten/cliënten/bewoners is al decennia bekend dat de zorg heel belangrijk is en dat is ook kabinet, parlement, beroepsverenigingen, vakbonden en brancheorganisaties bekend. Iedereen die bij de zorg betrokken was en is met meer verstand dan een kip wist en weet dat verpleegkundigen en verzorgenden hun beroep niet naar behoren konden en kunnen uitoefenen en dat het lijden van patiënten verergerd wordt door hoog ziekteverzuim en uitstroom bij (leerling) verpleegkundigen en verzorgenden. Gewoon open deuren. Maar we trappen nog een open deur open en dreunen wensenlijstjes op waarvan iedereen die bij de zorg betrokken is weet dat die wensen gewoon noodzakelijk zijn. Jongeren laten zich niet meer wegzetten als mensen met een roeping die bereid zijn een tandje harder te werken omdat zij lijden aan een roepingencomplex. De professional met een roepingencomplex is een uitstervend ras. Wanneer jongeren van vandaag ervaren hoe zij door machthebbers, ten koste van de patiënten, niet serieus genomen worden en er met hen gespeeld en gedold wordt, hoe kun je je dan in vredesnaam verbazen over hoog ziekteverzuim en hoge uitstroom? Dat kabinet en parlement dat niet zouden weten, dat geloven de ondertekenaars van de open brief toch zelf niet?
Het lijkt mij handiger een pamflet te maken met alleszins redelijke eisen, ondertekend door patiënten/cliënten/bewoners, hun familieleden, mantelzorgers, professionals, vrijwilligers,managers, directieleden, bestuurders, mensen op straat, op de markt. Met een beetje goeie wil en doorzettingsvermogen haal je een miljoen handtekeningen op en dan zou het mooi zijn als bestuurders, leden van raden van toezicht, goedwillende bewindspersonen en volksvertegenwoordigers, vakbondsmensen, beroepsorganisaties en brancheverenigingen ook mee doen.
Onzinnig registreren
“Daarnaast moet er ruimte, dus tijd en geld, komen voor ontwikkeling en scholing om zorgpersoneel nu en in de toekomst meer mogelijkheden te bieden en (zij) instromers beter te begeleiden”.
Er moet doorlopend hoog gekwalificeerd bijgeschoold en begeleid worden, wil men afgestudeerde verpleegkundigen en -verzorgenden vasthouden. Zoals gezegd: professionals met een roepingencomplex sterven uit. Dit is bij kabinet en parlement toch bekend, gezien het veelvuldige overleg met beroepsgroepen en vakbonden, of vergis ik me? Dat geldt ook voor de volgende open deuren.
“Om meer aandacht te kunnen besteden aan preventie en samenwerking, moet juist de denkkracht van zorgprofessionals zelf beter worden benut. Hun kennis en expertise is van wezenlijk belang en zeggenschap verdient op alle niveaus een impuls. Hiermee kan ook dure en vertragende bureaucratie aangepakt worden”.
Bedoeld wordt natuurlijk dat het ronduit beschamend is dat kabinet en parlement niet bereid zijn om onzinnig registreren af te schaffen, terwijl kabinet en parlement weten hoe frustrerend dat is voor de zorgprofessionals. Beroepsverenigingen, vakbonden en beroepsorganisaties strijden hier gezamenlijk hard voor, maar kabinet en parlement gooien de deur keihard voor hun neus dicht. Om hen te laten voelen waar de macht ligt. Tot de dag van vandaag kan of wil deze zorgsector niet eensgezind optrekken. De achterban moet tevreden gehouden worden met mooie woorden, of spierballentaal, dat is veel belangrijker dan gezamenlijk en eensgezind alleszins redelijke eisen opstellen en afdwingen. De nood is duidelijk nog niet hoog genoeg.
Het schijnt dat ook de zorgverzekeraars van mening zijn dat onzinnig registreren bijdraagt tot professionalisering van verpleegkundigen en verzorgenden en nodeloos lijden voorkomt. Maar dat zijn geruchten. Bestuurders zouden zelf ook in beweging kunnen komen om de professionals als gelijkwaardige partners te zien op alle niveaus van hun instelling, met de daarbij behorende mede- beslissingsbevoegdheden. Tot op heden willen ze daar niets van weten, doodsbang voor machtsverlies. Ze gooien het liever op een akkoordje met V&VN door Verpleegkundige Adviesraden in het leven te roepen waarbij alle macht in hun handen blijft en zij met de adviezen kunnen doen wat zij willen, in het belang van de professionals en de centraal staande patiënten, dat spreekt.
“We zitten in een permanente zorgcrisis”
“De komende jaren neemt de zorgvraag alleen maar verder toe. Het aantal 80- en 90- plussers in Nederland wordt drie keer zo groot, terwijl het aantal mantelzorgers afneemt. We kunnen het ons als samenleving niet permitteren om op deze voet verder te gaan. We zitten in een permanente zorgcrisis”.
Zover mij bekend willen kabinet en parlement gezamenlijk met alle beroepsgroepen, vakbonden en brancheorganisaties eensgezind deze problematiek te lijf gaan. Alleen kan er niet gezamenlijk en eensgezind opgetreden worden, gezien de grote onderlinge meningsverschillen. Deze partijen kunnen niet over hun eigen schaduw heen springen en hun eigen ego een ietsie pietsie laten krimpen. Behoren niet eveneens vertegenwoordigers van patiënten/cliënten/bewoners en mantelzorgers betrokken te worden? Om daadwerkelijk gezamenlijk en eensgezind in actie te kunnen komen om het tij te keren, dient, ongeacht alle noodkreten, nog heel wat werk verricht te worden. Immers, patiënten/cliënten/bewoners en hun verzorgers daadwerkelijk centraal stellen is een hele opgave waarvoor onderling al decennia lang keihard gevochten wordt.
“Met Prinsjesdag is het erop of eronder. Kwakkelen we door en bezwijken steeds meer professionals onder de druk, of gaan we investeren en oplossingen bieden?’’
Zolang de zorgsector niet in staat is om gezamenlijk en eensgezind een alleszins redelijk eisenpakket op te stellen en af te dwingen, maar ervoor kiest zich tegen elkaar te laten uitspelen in het machtsspel dat zich afspeelt in de zorg, en niet stopt elkaar vliegen af te vangen of in de haren te vliegen om stoer over te komen bij de achterban, wordt het helemaal niets
De lachende derde
“Het is tijd om de maatschappelijke waardering om te zetten in substantiële investeringen. Daar heeft heel Nederland profijt van. We weten dat het kabinet en het parlement vergaande besluiten kunnen nemen als het gaat om urgente of spoedeisende zaken, Dit is zo’n zaak”.
Het is tijd voor een redelijk eisenpakket, het afdwingen van de eisen en ophouden met spierballentaal.
Een voorbeeld: september (2021) komt de FNU (Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra) met een salarisvoorstel, en jawel, vakbond FNV (Federatie Nederlandse Vakbeweging) en NU91 (na eigen zeggen: de enige onafhankelijke beroepsorganisatie voor verzorgenden en verpleegkundigen) vliegen elkaar in de haren. De FNU doet een voorstel die meer (leerling) verpleegkundigen en verzorgenden aantrekt waardoor de werkdruk verlicht wordt, de frustraties verminderen, het werkplezier doet toenemen waardoor er een situatie ontstaat dat nodeloos lijden vermindert. NU91 vindt het een goed voorstel, de FNV denkt daar anders over en zo zien we hoe deze verdeeldheid de onmacht van beroepsverenigingen, vakbonden en brancheorganisaties aangeeft. Wie de lachende derde is, drie keer raden. Zeker niet de professionals, en al helemaal niet de centraal staande patiënten/cliënten/bewoners.
*) Open brief aan de leden van het demissionair kabinet en parlement, gepubliceerd op 10 september 2021 in de Volkskrant: https://cnvstorageprd.blob.core.windows.net/media/documents/ADVERTENTIE_ZORG_DEF.pdf
Binjamin Heyl (1946) is oud (psychiatrisch) verpleegkundige en oud-leraar verpleegkunde, ethiek en maatschappijleer. Hij bekleedde leidinggevende functies en schreef diverse boeken, waaronder De Beroepstrots van verpleegkundigen en verzorgenden. Pleidooi voor een sterke beroepsorganisatie. https://beroepseer.nl