TNO-rapport ‘Werkdruk in het onderwijs’
TNO heeft onderzocht of er verschil is in werkdruk voor verschillende groepen in het onderwijs, zoals het onderwijstype (primair onderwijs, voortgezet onderwijs), het type school (wel/geen achterstandsschool, wel niet een school in G5 gemeente)*), verschillende functies (management, docenten en onderwijsondersteunend personeel) en achtergrondkenmerken van de werknemers (leeftijd, geslacht, werkervaring, parttime/fulltime, wel/geen overwerk). De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het rapport Werkdruk in het Onderwijs, door Swenneke van den Heuvel en Ernest de Vroome (december 2023).
Het onderzoek is gebaseerd op de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA), een van de grootste periodieke onderzoeken naar de werksituatie van werknemers in Nederland.
Conclusies
Werknemers met de hoogste werkdruk
Wanneer er alleen naar een van de belangrijkste indicatoren van werkdruk wordt gekeken, de combinatie van hoge taakeisen en lage autonomie, is de hoogste werkdruk te vinden bij docenten in achterstandsscholen (49%). Dat ligt zowel aan een lage autonomie als aan hoge taakeisen. Op beide indicatoren heeft deze groep de meest ongunstige score. Deze werknemers ervaren daarnaast iets minder sociale steun en meer ongewenst gedrag van collega’s. Zij hebben echter geen hogere emotionele belasting.
Over het algemeen ervaren docenten meer werkdruk dan management en ondersteunend personeel. Docenten in het PO hebben vaker high strain jobs dan in het VO door zowel hogere taakeisen als een lagere autonomie, maar er is geen sprake van substantiële verschillen. Docenten in het VO geven vaker aan dat er maatregelen nodig zijn als het gaat om werkdruk en werkstress. Ook rapporteren zij vaker dat er sprake is van een conflict op het werk. Tenslotte geven VO-docenten iets vaker aan dat er sprake is van ongewenst gedrag en minder sociale steun van de leidinggevende. Die laatste verschillen zijn echter niet substantieel.
Werknemers die soms of regelmatig overwerken scoren op alle werkdrukindicatoren ongunstig. Een verklaring zou kunnen zijn dat de hoge werkdruk bij deze werknemers hen aanzet tot meer uren werk.
Werknemers waarbij de werkdruk het meest is gestegen/gedaald
Werknemers in het onderwijs verschillen niet of nauwelijks in de groei of daling van de werkdruk. Dat wil zeggen dat er op geen van de onderzochte werkdrukindicatoren substantiële trendverschillen zijn gevonden tussen PO en VO, tussen de verschillende functietypes in het onderwijs en tussen diverse achtergrondkenmerken van werknemers. Wel zijn er soms wat kleinere verschillen. Te zien is dat zowel het percentage werknemers in het PO met hoge taakeisen als met een hoge emotionele belasting enigszins is gedaald, terwijl dit in het VO ongeveer gelijk is gebleven.
Een vergelijking van de trend binnen functiegroepen laat zien dat het percentage docenten met hoge taakeisen de laatste drie jaar iets is afgenomen, terwijl het in de andere functiegroepen ongeveer gelijk blijft. Bij werknemers in het management zien we vaker een kleine afname in emotioneel zwaar werk.
Over het geheel genomen is er een afname in het ongewenst gedrag. Daarin volgen de werknemers in het onderwijs de landelijke trend.
Werknemers met de meeste burn-outklachten
De werknemers met de meeste burn-outklachten zijn docenten in het VO (34%). Daarbinnen zijn het vooral de docenten die overwerken (37%), de vrouwelijke docenten (36%) en de docenten in G5-gemeentes (35%).
Er zijn geen leeftijdsverschillen of verschillen in werkervaring. Ook docenten in achterstandsscholen rapporteren niet meer burn-outklachten dan anderen.
Werknemers waarbij de burn-outklachten het meest zijn gestegen/gedaald
Er is een lichte stijging van de burn-outklachten bij docenten in het PO en een lichte daling bij docenten in het VO te zien, maar de verschillen zijn niet groot. Een ander marginaal verschil is te zien bij de functiegroepen. Bij het management en het ondersteunend personeel is er sprake van een lichte stijging, bij de docenten van een lichte daling
Downloaden Werkdruk in het Onderwijs, door Swenneke van den Heuvel en Ernest de Vroome, TNO Public, december 2023: https://beroepseer.nl
Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden: https://monitorarbeid.tno.nl/onderzoeken/
Noot
*) Het lerarentekort in het primair onderwijs is in de grote steden, de zogenaamde G5 – Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere – een groeiend probleem. Voorspellingen laten zien dat de tekorten in deze steden de komende jaren verder zullen toenemen.
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Geef een reactie