Robots pikken onze banen niet in. Over robots, banen en de toekomst van werk
Apocalyptische visies over robots die de plaats van werknemers innemen zijn niet alleen verkeerd, maar hebben ook de aandacht afgeleid van belangrijkere trends. Er wordt al jaren heftig gediscussieerd over de invloed van robotisering op de werkgelegenheid. Er wordt gezegd dat de effecten groot zullen zijn. Maar dat valt nog te bezien. Het is nog maar de vraag of de effecten positief dan wel negatief zijn. Ze zijn in ieder geval niet groot genoeg om de berichten daarover en de daarmee gepaard gaande angst bij het publiek te rechtvaardigen. Volgens een Eurobarometer-enquête uit 2017 gelooft 72 procent van de Europeanen dat “robots en kunstmatige intelligentie de banen van mensen inpikken”.
Andere kijk
Dergelijke opvattingen over robotisering en werkgelegehneid zijn een toonbeeld van overdrijving en kenmerkend voor het debat over de toekomst van arbeid. In een in mei 2021 gepubliceerd artikel geven drie auteurs het debat over industriële robots in Europa een andere, minder dramatische wending. Het is geschreven door Enrique Fernández-Macías, David Klenert en José-Ignacio Antón en getiteld Not so disruptive yet? Characteristics, distribution and determinants of robots in Europe.
In de eerste plaats wordt de overgrote meerderheid van de vandaag in gebruik zijnde robots ingezet in de verwerkende industrie. Ze worden heel weinig gebruikt voor economische doeleinden, meestal voor huishoudelijke apparaten – zoals de robotstofzuiger – en speelgoed. Aangezien slechts 15% van alle werknemers in geavanceerde economieën werkzaam is in de verwerkende industrie, maakt dit de potentiële invloed van robots aanzienlijk kleiner.
Bovendien wordt driekwart van de robots in de verwerkende industrie ingezet in slechts drie subsectoren: auto’s, rubber en kunststof, en metaalproducten. Een rol hierbij speelt de geografische concentratie, met name in Duitsland. 27 procent van het totale aantal robots in Europa in 2017 bevond zich in de Duitse automobielindustrie, die minder dan 1 procent van de totale Europese werkgelegenheid vertegenwoordigt.
In de tweede plaats voeren de huidige industriële robots in wezen fysieke taken uit, zoals het verplaatsen en nauwkeurig sturen van voorwerpen binnen gestandaardiseerde industriële processen. Zij zijn in het geheel niet antropomorf. In feite lijken de meeste op mechanische armen, eindigend in een bewegende vorm die op een menselijke hand lijkt. Hoewel zij over het algemeen diverse assen hebben waarmee zij in verschillende richtingen kunnen bewegen, bewegen zij zich binnen een vooraf bepaalde, afgebakende ruimte. En ook al kunnen zij worden geherprogrammeerd voor andere specifieke taken, meestal blijven zij fysiek beperkt tot het verrichten van een specifieke handeling.
In wezen zijn deze robots de nieuwste en meest geavanceerde iteratie*) van automatiseringstechnologieën die al vele tientallen jaren in de verwerkende industrie worden gebruikt. Ze zijn ietsje beter omdat zij flexibeler en nauwkeuriger zijn, maar zij luiden niet de ontwrichting of discontinuïteit in waarover zo vaak wordt geschreven. In de Europese verwerkende industrie zullen zij eerder andere (minder geavanceerde) robots verdringen dan werknemers.
Zelfs in de verwerkende industrie is de hoeveelheid arbeid die door robots kan worden vervangen vrij klein, deels als gevolg van voorgaande automatiseringsgolven. De meeste menselijke arbeid in geavanceerde economieën wordt nu besteed aan taken die gericht zijn op sociale interactie, het verwerken van complexe informatie of het oplossen van problemen. De taken die robots kunnen uitvoeren – repetitieve, manuele taken waarbij kracht en/of behendigheid vereist zijn – zijn reeds vrij marginaal, zelfs binnen de verwerkende industrie. Het potentieel voor arbeidsvervanging is dus beperkt.
Misleidend en schadelijk
Hoe kan het dan dat het idee van “robots die onze banen inpikken” zo overheersend is geworden in openbare debatten over de toekomst van werk? Het idee van technologie als een onverbiddelijke kracht die onze manier van leven bedreigt, spreekt zeer tot de verbeelding van het publiek en is een terugkerend thema in de geschiedenis van het sociaaleconomische gedachtegoed. Het lijkt op te duiken in perioden waarin een economische crisis met negatief effect op de werkgelegenheid samenvalt met een zichtbare verspreiding en versnelling van technische veranderingen. Zo’n situatie deed zich voor in de jaren 2010, de periode van de nasleep van de financiële crisis en de consolidering van de digitale revolutie.
Het verhaal is evenwel misleidend en kan schadelijk zijn voor het publieke debat. Overdreven ideeën over een dreigende robocalyps hebben de economische onrust waarschijnlijk vergroot en kunnen het debat in de richting van verkeerde reacties op beleidsgebied hebben gestuurd.
Automatisering krijgt vaak de schuld van verontrustende ontwikkelingen op de Europese arbeidsmarkt, zoals toenemende loonongelijkheid of polarisatie van arbeidskansen. Dat leidt de aandacht af van directer oorzaken: deregulering van de arbeidsmarkt, verzwakking van collectieve onderhandelingen, daling van overheidsuitgaven, vermindering van staatskapitaal (bijv. sociale huisvesting), het verplaatsen van de productie naar een ander land of belastingontwijking door de superrijken.
Het gaat in de eerste plaats niet om banenverlies
De auteurs ontkennen niet dat robots, of meer in het algemeen recente automatiseringstechnologieën, enige invloed hebben gehad op de werkgelegenheid in Europa. Maar deze ontwikkeling is niet zo ontwrichtend geweest en is niet zo snel gegaan als vaak wordt gesuggereerd. Er is eerder sprake van een geleidelijk en gering effect dat seculiere trends**) in de verwerkende industrie volgt.
De auteurs sluiten evenmin uit dat andere, met de digitale revolutie samenhangende technologieën een belangrijk effect op de werkgelegenheid hebben. Met name de toenemende digitalisering van de dienstverlening, sterk versneld door de noodzaak van sociale distantie tijdens de pandemie, kan op middellange termijn leiden tot een verlies van werkgelegenheid. Maar ook dat mag niet aan de automatisering worden toegeschreven: in sommige gevallen – zoals bij online-bankieren of zelfbedieningskassa’s – levert de klant de arbeidskracht. In andere gevallen – zoals in de detailhandel – brengt de verschuiving naar internet een enorme marktconcentratie met zich mee en is het verlies aan werkgelegenheid het gevolg van schaalvoordelen, grotere logistieke efficiëntie en wellicht slechter wordende arbeidsomstandigheden.
Tenslotte heeft de digitale revolutie weliswaar ontwrichtende effecten op de arbeidsmarkten gehad, maar het gaat daarbij niet in de eerste plaats om banenverlies. De digitalisering van economische activiteiten – productie, consumptie en kapitaalvorming – en de platformisering van arbeid zijn beide in een versneld tempo geraakt door de pandemie. Dat heeft onder meer tot gevolg dat de arbeidsorganisatie verandert, de marktconcentratie toeneemt en de doeltreffendheid van de arbeidsregelgeving en de instellingen voor collectieve onderhandeling worden uitgehold. Een verschuiving in het debat over de toekomst van werk naar deze tendenzen, die waarschijnlijk een grotere impact hebben, zou de discussie productiever maken.
——————-
Noten
*) Iteratie = herhaling; iteratief = herhalend. Een term uit de wiskunde en de informatica, bedoeld om aan te geven dat met een bepaald zich herhalend proces een berekening kan worden uitgevoerd.
**) De seculiere trend is een golfbeweging in het economisch tij, Seculiere cycli zijn de lange periodes – zo lang als decennia – die intreden om elk markttijdperk te definiëren.
Robots, jobs and the future of work, door Enrique Fernández-Macías, David Klenert and José-Ignacio Antón, Social Europe, 7 juni 2021: https://socialeurope.eu/robots-jobs-and-the-future-of-work
Social Europa (SE) publiceert opiniestukken en analyses over onderwerpen op het gebied van politiek, economie, werkgelegenheid en arbeid. Social Europa is onafhankelijk en heeft tot doel de democratische praktijk te helpen versterken door bij te dragen aan de openbare discussie over beleid aangaande dringende politieke en economische vraagstukken van onze tijd. Waarden als vrijheid, duurzaamheid en gelijkheid zijn de basis waarop medewerkers kwesties in politiek, economie, werkgelegenheid en arbeid onderzoeken.
Lid worden kan op: https://steadyhq.com/en/socialeurope/about
Not so disruptive yet? Characteristics, distribution and determinants of robots in Europe, door Enrique Fernández-Macías, David Klenert en José-Ignacio Antón, Structural Change and Economic Dynamics Vol. 58, 1 mei 2021 : www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0954349X21000321
Afbeelding bovenaan is van ImaArtist
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Geef een reactie