Oproep van Vlaamse hoogleraar Loobuyck aan academici: Wie de beroepseer hoog in het vaandel draagt, staat op onafhankelijkheid
“De academische vrijheid is in het gedrang! Wegens geldgebrek kunnen sommige universitaire centra alleen overleven door beleidsondersteunend onderzoek. Sommige vakgroepen lijken wel op verlengstukken van politieke kabinetten. Ziehier een stokpaardje van mijn promotor Koen Raes”, schrijft Patrick Loobuyck in het Belgische dagblad De Morgen. Hij refereert aan zijn promotor vanwege een kwestie uit 1999 die hem doet denken aan de huidige discussie tussen minister-president Geert Bourgeois (Nieuw-Vlaamse Alliantie – N-VA) en professor Bea Cantillon van de Universiteit van Antwerpen. Loobuyck is hoogleraar moraalfilosofie aan de universiteiten van Antwerpen en Gent. In 2015 verscheen de door hem geredigeerde bundel Samenleven met overtuigingen, in 2014 zijn boek Pleidooi voor meer LEF in het onderwijs. LEF staat voor Levensbeschouwing, Ethiek en Filosofie.
Vechten voor de beste brokken
“We zijn nu zeventien jaar verder”, vervolgt Loobuyck, “en de situatie is er niet op verbeterd. Het universitair landschap is door en door concurrentieel georganiseerd. Zowel de verschillende universiteiten als de faculteiten en vakgroepen onderling vechten voor de beste brokken. En nog meer dan in 1999 is de universiteit afhankelijk geworden van externe financiering. Externe projectfinanciering is goed voor 61 procent van de middelen, terwijl de basisfinanciering op 17 procent blijft steken.
Professoren en onderzoekers moeten zichzelf ‘terugverdienen’ en vakgroepen moeten ‘opbrengen’ zo klinkt het steeds openlijker. Het pleidooi om de basisfinanciering op te trekken en universiteiten, professoren en onderzoekers op die manier meer rust en vrijheid te gunnen, valt voorlopig nog steeds in politieke dovemansoren.
Dergelijk klimaat, al dan niet gecombineerd met de gretigheid van bepaalde professoren en onderzoekscentra, zet natuurlijk aan om ook naar overheidssubsidies te hengelen. Wim Van den Broeck, professor psychologie aan de concurrerende firma VUB*), tweet laconiek dat academici vaak maar al te graag langs de kassa van het overheidsgeld passeren en daar dan maar de gevolgen van moeten dragen wat betreft de inperking van hun academische vrijheid.
Het zijn inderdaad ook de academici zelf die op hun strepen moeten staan: wie de beroepseer hoog in het vaandel draagt, staat op onafhankelijkheid. De overheid en politieke partijen beschikken voor beleidsondersteunend onderzoek overigens zelf over tal van studiediensten en rekencentra, en ze kunnen ook steeds een beroep doen op consultancy- en studiebureaus die niet aan universiteiten gelinkt zijn.
Overheid en wetenschap hebben twee verschillende doelen
De overheid en de wetenschap hebben uiteindelijk nog altijd fundamenteel verschillende finaliteiten. Wetenschap probeert de werkelijkheid te beschrijven en te analyseren, politiek stuurt en bestuurt de samenleving. Wetenschap zoekt kennis en inzicht op basis van onderzoek, politiek neemt beslissingen op basis van democratische procedures. Wetenschap is descriptief, gebaseerd op vrij onderzoek en kan zich oeverloze discussies over punten na de komma veroorloven. Politiek is normatief, gebaseerd op ideologieën en moet ondanks onenigheid en tegengestelde meningen knopen doorhakken.
Over de scheiding tussen overheid en universiteit moeten we in de toekomst opnieuw duidelijker zijn. De universiteit bestaat bij gratie van het onafhankelijke denken en de academische vrijheid”.
*) VUB – Vrije Universiteit Brussel
Lees het hele artikel van Patrick Loobuyck: Academici moeten zelf op hun strepen staan: wie beroepseer hoog acht, eist onafhankelijkheid, De Morgen, 3 juni 2016: www.demorgen.be
Hij waarschuwt aan het slot voor het achternagaan van Groot-Brittannië waar een voorstel op tafel ligt dat bepaalt dat door de overheid betaalde wetenschappers zich niet publiekelijk mogen uitspreken over belangrijke politieke dossiers: “Laat ons hopen dat het hier nooit zover kan komen”.