Howard Gardner bespreekt boek van Michael Sandel over meritocratie en de tirannie van verdienste
In zijn boek De tirannie van verdienste maakt Michael Sandel de balans op van een in gevaar verkerende democratie. Een oorzaak is de onevenredige beloning van mensen met een hogere opleiding en het terzijde schuiven van de rest. Sandel noemt dat de tirannie van verdienste. Het boek is een vertaling van The tyranny of merit en is evenals de Nederlandse uitgave verschenen in september 2020.
Michael J. Sandel (1953) is hoogleraar politieke wetenschappen aan Harvard University in de V.S.
Howard Gardner bespreekt Sandels boek in het artikel The Costs of Meritocracy: Two Destructive Forms of Being “Smart” op de site van The Good Project, waarna Sandel reageert met een kort commentaar. Gardner is hoogleraar Cognition and Education aan Harvard Graduate School of Education. In de jaren 1995 – 2006 werkte hij met collega’s Mihaly Csikszentmihalyi en William Damon aan het Good Work Project*), uitmondend in The Good Work Toolkit**).
Meritocratie
De tirannie van verdienste is een forse aanklacht tegen de hedendaagse samenleving, schrijft Gardner, vooral die van de Verenigde Staten en Engeland. In dit provocerende boek overdenkt Sandel uitvoerig het belang van het hedendaagse ‘slim’ zijn. Gardner is bekend geworden van zijn theorie over de meervoudige intelligentie, beschreven in zijn in 1983 verschenen boek Frames of mind: The theory of multiple intelligences. Hij voelt zich dan ook verplicht als iemand die vier decennia lang het gebruik van het woord ‘intelligent’ heeft bekritiseerd, zorgvuldig aandacht te besteden aan de door Sandel gebruikte woorden.
Het begrip ‘meritocratie’ is in het midden van de jaren vijftig bedacht door de Britse sociaal-analist Michael Young. Het betekent een ooit aristocratische, overerfbare samenleving die wordt overgenomen door personen die geacht worden een getalenteerder en geschikter leider te zijn voor verschillende sectoren in de samenleving.
In eerste instantie klinkt een dergelijke overdracht van macht en gezag juist te zijn. We behoren ons te laten leiden en inspireren door mensen met vaardigheden (denk aan het Britse Lagerhuis) in plaats van door mensen die hun rijkdom, titel en positie erven (denk aan het Hogerhuis).
Ook al schreef Young zijn betoog met een zekere ironie – willen we het echt aan leerlingen met de hoogste cijfers op school overlaten beslissingen te nemen over oorlog, vrede, handel of gezondheid? – hij gebruikt het begrip meritocratie in positieve zin. Het is bekend dat de beide presidenten Clinton en Obama voortdurend en met nadruk spraken over het belang van een samenleving waarin verdienste wordt beloond… en steeds weer opnieuw wordt beloond..
Slim
Heel belangrijk voor deze en andere hedendaagse leiders is ‘slim zijn’. In deze tijd van Google-getallen staat dat wel vast. President Obama gebruikte steeds weer het woord ‘slim’. In zijn eigen woorden: slim beleid, slim buitenlands beleid, slimme regelgeving, slimme groei, slimme bezuinigingen, slimme netwerken, slimme technologieën. Over het geheel genomen gebruikte hij het bijvoeglijk naamwoord ‘slim’ in verband met politiek en programma’s meer dan 900 keer! Zo ook zijn voorganger Bill Clinton.
Zelfs Donald Trump – hoewel in veel opzichten verschillend van deze Democraten – zegt steeds weer dat hij slim is, ‘zeer slim’; zijn kabinet heeft de hoogste IQ; zijn oom was professor aan het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology (MIT). Hij schept op over de toelating van zijn familie tot de Wharton School (de businessschool van de University of Pennsylvania). Joe Biden is ‘traag’. Maar, tijdens het verkiezingsdebat van 29 september heeft hij het door Biden gebruikte woord ‘slim” aan de kaak gesteld en sprak hij denigrerend over het intellect en de schoolcijfers van zijn tegenstander.
Sandel zou kunnen opmerken dat de opwinding over intellect partijpolitiek en tijdperken overstijgt. Voorts doemt er van geen enkele kant ook maar een tegenverhaal op. Niemand roept op tot de terugkeer naar een erfelijke aristocratie of zelfs van erfelijke rijkdom en posities… hoewel Trump wel belijdt dat hij ‘de laagopgeleiden’ liefheeft.
Sandel gaat ver met zijn kritiek. Zoals de titel suggereert, is de viering van – of zelfs een schuchtere overgave aan – de meritocratie rampzalig gebleken voor de huidige samenleving. Hij schrijft dat mensen die het goed doen op school en slagen voor gestandaardiseerde toetsen, worden toegelaten tot elitaire hogescholen, goed betaalde banen met bijbehorende ‘privileges’ krijgen en deze maatschappelijke voordelen aan hun kinderen doorgeven.De statistieken spreken voor zich en zijn onweerlegbaar, om koude rillingen van te krijgen. En zelfs de meritocraten die erkennen dat ze misschien niet volledig verantwoordelijk zijn voor hun eigen succes, kunnen het niet helpen neer te kijken op degenen die het niet zo goed hebben gedaan in de Darwinistische strijd om wereldse successen.
Erger en schadelijker is het – dit is voor rekening van Sandel – als degenen die niet zijn toegelaten tot de universiteit of niet zijn afgestudeerd, en misschien zelfs geen ‘achtenswaardige’ baan hebben, zich afgekeurd of genegeerd voelen. Of als ze beschouwd worden als ‘deplorabelen’, weggezonken in ‘fly-over country’, de binnenlanden van de VS. Uiteindelijk leidt deze situatie tot een samenleving in oorlog met zichzelf, en, heel misschien, tot het einde van de democratie en de Amerikaanse (of een andere nationale) droom.
Meervoudige intelligentie
Sandel stelt twee soorten oplossing voor: 1) een technologische, bijvoorbeeld een radicale verandering van de manier waarop men kandidaten selecteert voor toelating tot elitescholen; 2) een gemeenschappelijke en zelfs spirituele: alle burgers als gelijkwaardig beschouwen met recht op evenveel respect.
Het indrukwekkende (maar ook deprimerende) verhaal van Sandel leidt bij Gardner tot een tweeledige gedachtegang die beide zijn verbonden met zijn eigen ideeën over intelligentie waarover hij decennialang heeft nagedacht. Gardner daagde indertijd als eerste de theorie uit dat er slechts een enkele soort intelligentie bestaat zoals gemeten door de IQ-test of de SAT-test, een gestandaardiseerde toelatingstest voor hogescholen en universiteiten. Daarvoor in de plaats riep Gardner op tot erkenning van de meervoudige intelligentie, en, misschien ook wel, tot een eerbetoon aan verschillende soorten geestgesteldheid. Hoewel begrippen als ‘sociale’ of ‘emotionele’ intelligentie in de openbare discussie zijn opgenomen, komen ze niet voor in de analyse van Sandel.
Gardner heeft daar vrede mee. Maar, om de analyse van Sandel te nuanceren, zou hij willen opmerken dat de soorten intelligentie of intelligenties die in 2020 worden gewaardeerd, heel anders zijn dan die in het verleden.
Een voorbeeld: 150 jaar geleden vereiste toelating tot bepaalde hogescholen en universiteiten de beheersing van klassieke talen, de zogenaamde verbaal-linguïstische intelligentie. Tegenwoordig geeft niemand meer om talen (laat staan om klassieke talen), maar des te meeer om coderings- en rekenkundige intelligenties (logisch-mathematisch intelligentie). Naarmate machines ‘slimmer’ worden, kunnen we misschien wel kiezen voor nog andere soorten intelligentie – die niet relevant zijn voor machines – zoals de muzikaal-ritmische, de lichamelijke of de interpersoonlijke intelligentie.
Het woord ‘slim’’mag dan wel niet veranderen – maar de kennis en vaardigheden waar het naar verwijst, kunnen wel radicaal veranderen. En inderdaad, sommige van onze succesvolste ondernemers – bijvoorbeeld Bill Gates en Steve Job – hebben zelfs nooit hun studie afgemaakt omdat hun temperament en ambities niet in overeenstemming waren met het programma van de universiteit. Uiteindelijk hebben ze een eredoctoraat gekregen. Zelfs Donald Trump, die blijkbaar iemand anders zijn SAT-test heeft laten maken en weigert zijn examencijfers te onthullen, heeft duidelijk ‘media’-intelligentie.
Respect
Tot zover over de slimheid van Sandel waar Gardner, zoals eerder opgemerkt, geen moeite mee heeft. Maar Gardner voelt zich wel behoorlijk slecht op zijn gemak bij Sandels algemene aanbeveling dat meritocratie dient te worden vervangen door het toekennen van waardigheid aan alle mensen: “Volgens Sandel verdienen alle mensen waardigheid of respect (ik geef de voorkeur aan de laatste term), onafhankelijk van wie ze zijn, hoe ze zich gedragen, hoe ze denken over de wereld. Dat klinkt in eerste instantie misschien redelijk, maar het is niet de manier waarop ik de kwestie opvat.
Mijn mening: Als ze groeien – of liever, als wij groeien – wordt van personen verwacht zich te gedragen met respect jegens anderen, zowel bekende personen als vreemden. En wanneer we geconfronteerd worden met uitdagende vraagstukken of ideeën, behoren alle mensen te proberen er met zoveel mogelijk gevoel en verstand mee om te gaan.
Miljonairs of zelfs miljardairs behoren niet met respect worden behandeld vanwege hun geërfde of vergaarde geld; integendeel, ze behoren die status te verdienen door de manier waarop ze zich gedragen, en van die status te worden beroofd als ze zich misdragen. Op dezelfde manier hebben de loodgieter, de elektricien of de ober – drie vaak door Sandel en andere filosofisch georiënteerde analisten gebruikte voorbeelden – recht op evenveel respect en waardigheid als de rijke persoon, maar niet alleen door hun vakopleiding… maar eerder door de manier waarop zij zich normaal gesproken, dag in dag uit, ten opzichte van anderen gedragen.
Natuurlijk is de manier waarop we ons jegens anderen gedragen ons niet aangeboren. We leren ons te gedragen door familie, buren, vrienden, lessen op school, een religieuze omgeving, wat we lezen en zien op school, in de bioscoop, en tegenwoordig vooral online. Hier verschillen mijn ideeën van die van Michael Sandel”.
“De samenleving waarin ik zou willen leven”
Gardner denkt niet dat goed, moreel en respectvol gedrag meer of minder waarschijnlijk is bij degenen die met meritocratische lauweren worden gekroond dan bij degenen die om welke reden dan ook die lauweren niet zoeken of ermee pronken.
In geen van beide gevallen heeft het gedrag van de mens ten opzichte van anderen iets te maken met een intelligentie-functie, of hoe we het ook gedefinieerd en/of gemeten hebben. Volgens Gardner kan een intelligentie positief of destructief worden gebruikt. Zowel Goethe als Goebbels bezaten een hoge verbaal-linguïstische intelligentie in het Duits; Goethe schreef lofwaardige poëzie, Goebbels bevorderde haat. Zowel Mandela als Milosevic hadden veel interpersoonlijke intelligentie; Mandela bracht elkaar vijandige groepen van de Zuid-Afrikaanse bevolking bij elkaar, Milosevic bevorderde etnische zuivering.
Gardner concludeert aan het eind van zijn reflectie: “Of men nu slim is of niet – wat voor soort intelligentie men ook heeft – of winnaar of verliezer is in een wedijverende meritocratie (of het nu gaat om een CEO of een arbeider), het staat los van de vraag of men respect of waardigheid verdient. Men ontwikkelt deze eigenschappen in de loop van het leven – het is nooit te vroeg, maar het kan ook nooit te laat zijn. Een samenleving waarin personen elkaar respecteren vanwege de manier waarop ze zich tot anderen verhouden, is de samenleving waarin ik zou willen leven”.
Goed werk
Gardners reflectie op Sandels boek leverde een commentaar op van Sandel, waarna Gardner reageerde met:
“Bedankt, Michael voor deze weloverwogen en nuttige verduidelijking. Ik denk dat we het in grote lijnen eens zijn. Ik ben er niet zeker van dat we mensen eenvoudigweg kunnen instrueren of aanmoedigen alle arbeid in dezelfde mate te waarderen, hoewel sociale hervormers daar al eeuwenlang naar streven. Ik heb er iets meer vertrouwen in dat we mensen kunnen instrueren of aanmoedigen onderscheid te maken tussen enerzijds goed betaald werk en anderzijds ‘goed werk’. Dat werk berust op vakmanschap, persoonlijke betrokkenheid en morele verantwoordelijkheid. Maar ik moedig beide benaderingen graag aan”.
Noten
*) Samenwerking Stichting Beroepseer & Good Work Project: https://beroepseer.nl/good-work-project/
**) Good Work Toolkit: https://beroepseer.nl/goed-werk-toolkit/
The Costs of Meritocracy: Two Destructive Forms of Being “Smart”, door Howard Gardner, The Good Project, 14 oktober 2020: www.thegoodproject.org/good-blog/2020/10/14/the-costs-of-meritocracynbsp-two-destructive-forms-of-being-smart
Onder het artikel van Gardner staat een commentaar van Michael Sandel: Comment by Michael Sandel.
De tirannie van verdienste, door Michael Sandel, uitgeverij Ten Have, september 2020: /www.uitgeverijtenhave.nl/boek/de-tirannie-van-verdienste/
Reacties (1)
Geef een reactie Reactie annuleren
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Waarom de comentaar van Sandel niet publiceren , ?