Skip to main content

Volgens Ignace Schretlen wordt Nico Tromp fors onrecht aangedaan

Ignace Schretlen, arts, publicist en beeldend kunstenaar, schreef een reactie op het op 31 maart 2015 gepubliceerde Rapport evaluatiecommissie Tuitjenhorn De commissie had tot taak om de handelwijze van het Openbaar Ministerie (OM), de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en het Academisch Medisch Centrum (AMC) te evalueren.
De zaak Tuitjenhorn betreft huisarts Nico Tromp uit Tuitjenhorn die in oktober 2013 een eind aan zijn leven maakte nadat hij op non-actief was gezet door de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) vanwege twijfels over het toedienen van een te hoge dosis morfine aan een terminale patiënt.

In het rapport is ook aandacht geschonken aan het handelen van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG). In het rapport gaat weliswaar niet om een oordeel over het handelen van huisarts Nico Tromp – waarover wel grote onrust is ontstaan – toch ademt heel het rapport de sfeer van een ernstig strafbaar feit, aldus Schretlen:

Dichtgespijkerd met keiharde juridische nagels

“Na het lezen van het rapport voelde ik mij door de drie commissieleden in de houdgreep genomen: ‘probeer maar eens aan onze conclusies te ontsnappen’. Het had mij eerlijk gezegd al verbaasd dat één van de leden – prof. dr. J. de Ridder – voorzitter is van Vide, de beroepsorganisatie van ‘professionals in het veld van toezicht, inspectie, handhaving en evaluatie’; hij is volgens informatie op de website van de Rijksuniversiteit Groningen zelfs ‘vanwege de Vereniging VIDE’ tot (bijzonder) hoogleraar benoemd. Zijn inbreng en die van voorzitter mr. C.J.G. Bleichrodt, oud-president van de Hoge Raad, zullen wel de reden zijn van mijn onbehaaglijke gevoel dat er iets met keiharde juridische nagels is dichtgespijkerd. De commissie heeft 29 personen geïnterviewd, waaronder de co-assistente die de zaak heeft aangekaart en de weduwe van de huisarts, maar hiertoe behoren niet degenen die direct bij de behandeling van de patiënt waren betrokken en ook niet de collegae van Nico Tromp.

Wanneer juristen zich buigen over een zaak, beginnen ze vrijwel altijd met het afbakenen van het terrein waarover naar hun oordeel conclusies moeten worden getrokken. De kern van een onrechtvaardige behandeling en uitspraak zit vaak juist in deze afbakening: waarom wordt wél gekeken naar A, B en C maar níet naar D, E en F. Dat lijkt ook in dit rapport te zijn gebeurd. De reactie laat zich voorspellen: de opdracht van de Minister van Veiligheid en Justitie en van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport rechtvaardigde dat louter de blik op A, B en C werd gericht. Maar – met dank aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg – werd wél min of meer uitgegaan van een huisarts die een criminele daad had verricht en die hierna ook als zodanig werd behandeld. Hier zit volgens mij de angel!”

“Ik mis een gezicht”

In het rapport worden geen namen maar louter functies genoemd: “Wellicht moet hiermee de objectiviteit recht worden gedaan. Het was ongetwijfeld ook de bedoeling om de naam van Nico Tromp uit het rapport te weren, maar dat is niet gelukt. Op pagina 43 van het rapport valt de naam Tromp zelfs vier maal in het aangehaalde ‘Bevel voor Huisartsenpraktijk Tuitjenhorn’. Ik heb het stellige vermoeden dat aan “de casus van huisartsenpraktijk in Tuitjenhorn” nog een heel ándere kant zit die totaal níet in beeld is gekomen. Ik mis een gezicht. Daarmee wordt Nico Tromp naar mijn gevoel fors onrecht gedaan”.

Lees de hele blog van Ignace Schretlen Hoe onrecht blijft bestaan, Arts en Auto, 31 maart 2015: www.artsenauto.nl

De commissie heeft weinig begrepen van de onrust onder huisartsen

De Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen – VP Huisartsen – schreef naar aanleiding van de publicatie van het Rapport van de evaluatiecommissie Tuitjenhorn o.m.: “In de epiloog van het rapport wordt er uitvoerig bij stilgestaan dat huisartsen bij de zorg rondom het levenseinde een soort vrijbrief zouden willen hebben om naar eigen goeddunken te kunnen handelen. De commissie benadrukt dat er niet voor niets richtlijnen en protocollen zijn die door de beroepsgroep zijn goedgekeurd. Daar hebben ook huisartsen zich aan te houden!

Daarmee wordt duidelijk dat de commissie weinig begrepen heeft van de onrust onder de huisartsen. De beroepsgroep heeft geen moeite met het bestaan van protocollen en richtlijnen. Maar waar het om zeer complexe zorg gaat met een grote persoonlijke betrokkenheid, willen huisartsen niet op voorhand in de verdachtenbank worden gezet. Pas na gedegen onderzoek kan een eventuele veroordeling volgen. Niet ervoor, zoals zich bij Nico Tromp heeft voorgedaan.

Rapport evaluatiecommissie Tuitjenhorn openbaar, VP Huishartsen, 31 maart 2015: www.vphuisartsen.nl

Lees ook Gaat het wel goed met collega Tromp? door Hugo van der Wedden, 1 april 2015: www.hugovanderwedden.nl