Skip to main content

De tien geboden voor universiteitsbestuurders

Ewald Engelen, hoogleraar financiële geografie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) en auteur van het recent verschenen boek De schaduwelite voor en na de crisis (2014), schreef in februari 2012 in Folia, het onafhankelijke medium voor de UvA, de actueel gebleven Tien geboden voor universiteitsbestuurders. Het was de periode van het eerste Kabinet Rutte, waarin Halbe Zijlstra staatssecretaris van Onderwijs was.

Tien geboden voor universiteitsbestuurders

1. U zult afmaken waar u aan begonnen bent, alvorens aan iets nieuws te beginnen.

2. U zult niet als een kip zonder kop achter aftandse beleidsmodes aanlopen, een universiteit verwarren met een onderneming, uzelf als een semipublieke entrepreneur belonen, maar organisatorische rust als hoogste doel waarderen.

3. U zult uw werknemers beschermen tegen de overdreven regelzucht van de overheid en u zult aan het bestrijden van de planeconomische beginselen die daaraan ten grondslag liggen uw grootste arbeidsvreugde ontlenen.

4. U zult strikt het subsidiariteitsbeginsel toepassen, de grootst mogelijke beleidsvrijheid aan de kleinste organisatorische eenheid gunnen (de aloude vakgroep) en de schaalvergrotingszucht in de publieke sector te vuur en te zwaard bestrijden.

5. U zult uzelf behoeden voor megalomanie en zelfoverschatting. Het gaat niet om u, uw carrière, de leaseauto, het salaris of de bonus maar om het liefdevol beheren van een oude, burgerlijke instelling die groter en ouder is dan u, onder het motto: de universiteit is niet een frontsoldaat in de oorlog van het hedendaagse kapitalisme maar een saaie, degelijke, wat conservatieve instelling die gebaat is bij een zo klein mogelijke en zo amateuristisch mogelijke bestuurlijke staf.

6. U zult uw dienstverband lang blijven strijden tegen de misvatting dat kwaliteit hetzelfde is als kwantiteit (groot is goed) en u belooft plechtig het evaluatiemonster dat dit heeft gebaard en dat de publieke dienstverlening in Nederland op steeds perversere wijze dreigt uit te hollen met wortel en tak uit te roeien: sturen op rankings leidt NIET tot beter onderwijs en onderzoek maar tot vormen van boekhoudkundige manipulatie (net weer zo’n bespottelijke mailtje ontvangen om studenten toch vooral op te roepen om de Nationale Studenten Enquête in te vullen in de hoop dat hogere respons betere resultaten oplevert) die een bankier niet zouden misstaan.

7. U zult niet een plekje NAAST Halbe Zijlstra ambiëren, maar zult uzelf juist vierkant tussen Zijlstra en uw medewerkers in posteren om zo nodig als eerste de klap op te vangen die de rancuneuze staat – bevangen als zij is door de gekte van groot-groter-best en (onder dit kabinet) door linksnijd en intellectuelenhaat – onherroepelijk zal uitdelen.

8. U zult uzelf dienstbaar, bescheiden en nuchter opstellen en met regelmaat uw oor te luisteren leggen bij medewerkers en studenten, geleid door de vraag: hoe kunnen wij het perfectioneren van uw functioneren zo veel mogelijk ondersteunen?

9. U zult uw eigen tegenspraak organiseren en de adviezen van uw paladijnen in de centrale ondernemingsraad — vooral van die raadsleden die u naar de mond praten en u proberen te verleiden met hoge plaatsjes op rankings, grote organisaties, gebouwenporno en Oost-Duitse maakbaarheidsverwachtingen — ijskoud negeren.

10. U zult beseffen dat het geen pas geeft om als een gekrenkte geliefde uw werknemers en studenten op te roepen tot meer trots op de instelling omdat trots een beloning is voor dienstbaar bestuur die pas achteraf verkregen kan worden, oftewel: eerst zien, dan geloven.

Ewald Engelen

Zie: Folia, Tien geboden voor universiteitsbestuurders, door Ewald Engelen, 2 februari 2012: https://www.folia.nl/opinie/11876/tien-geboden-voor-universiteitsbestuurders