Skip to main content

CBS koppelt Citoscores aan gegevens over inkomen en gezinssituatie

Op 15 april 2013*) komt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) met een publicatie van ‘Citoscores naar inkomen en gezinssituatie’. Op zijn Onderwijsblog en Twitter vroeg journalist Ronald Buitelaar zich afgelopen vrijdag af hoe het CBS in staat is om een koppeling te maken tussen Citoscores en gegevens over inkomen en gezinssituatie van de geteste leerlingen: “Ik neem tenminste niet aan dat op het antwoordenformulier van Cito vermeld moet worden in wat voor gezin je opgroeit en hoeveel geld je paps en mams verdienen.

In een poging om licht te werpen op deze kwestie stuitte ik op een ouder onderzoek van het CBS waarbij Citoscores gekoppeld werden aan andere bestanden. Het onderzoek uit 2008 constateert dat leerlingen bij afwijking van het Citoadvies een grotere kans lopen om op een ander onderwijsniveau te belanden dan leerlingen waarbij het Cito advies strikt opgevolgd wordt. Koren op de molen van Cito lijkt mij, maar niet relevant voor de beantwoording van de vraag hoe het CBS aan die Citoscores komt. Citoscores zijn immers het bezit van scholen, zoals een woordvoerder van Cito mij al eens in een ander verband heeft laten weten: ‘Op het moment dat de resultaten bekend zijn, sturen wij die naar de scholen. Zij zijn de eigenaar van deze gegevens en kiezen er zelf voor of ze de gegevens willen publiceren’.

Meer duidelijkheid verschafte de technische toelichting bij het onderzoek uit 2008. Daaruit werd duidelijk dat het CBS niet alleen de beschikking had over ‘de Citoscores van 144 duizend leerlingen op de Cito eindtoets basisonderwijs’ maar door middel van ‘achternaam, geboortedatum en geslacht’ ook het sofinummer kon herleiden.

Say what? Het CBS beschikte via achternaam, geboortedatum en geslacht dus ook over het sofinummer en kon aan de hand daarvan en de koppeling met een aantal andere data bestanden – Sociaal Statistisch Bestand (SSB) en Basisregistratie Onderwijsnummer (BRON) – uitspraken doen over ‘Niveauwisselingen na afwijking van Cito-advies’. Op die manier bleek het mogelijk om voor liefst 94% van de leerlingen een koppeling te leggen tussen de Citoscore en andere databestanden.

De vraag rijst hoe het CBS kon beschikken over de Citoscores, die zoals eerder betoogd het eigendom zijn van scholen. CBS is daar helder over: ‘In 2005 deed van alle basisscholen 85 procent mee aan de eindtoets basisonderwijs van Cito. Het CBS heeft alleen gegevens van de scholen die toestemming hebben gegeven aan Cito voor gegevensuitwisseling. Dit geldt voor 94 procent van de deelnemende scholen.’

Waarmee het antwoord is gevonden op de vraag hoe het mogelijk is dat CBS de Citoscores kon koppelen aan andere databestanden: ‘De basisscholen hebben er bijna allemaal toestemming voor gegeven.’ De vraag is of elke basisschool zich daarvan in 2005 bewust was en als dat het geval was of ze hier transparant over zijn geweest naar ouders.

Resteert de vraag hoe het anno 2013 geregeld is. Tekenen basisscholen nog steeds (onbewust?) voor gegevensuitwisseling met andere instellingen? Hoe staat het met de privacy van leerlingen? Worden individuele, niet-geanonimiseerde, toetsscores nog steeds gebruikt voor vervolgonderzoek en wat voor onderzoeken zijn dat dan? Ik beloof je , ik ga op zoek naar de antwoorden”.

Zie: Weten basisscholen eigenlijk wel wat er met ‘hun’ Citoscores gebeurt? door Ronald Buitelaar, 13 april 2013: http://ronaldsonderwijsblog.blogspot.nl

*) Zojuist heeft  het CBS het artikel met statistieken gepubliceerd onder de kop: Kinderen met stiefouder scoren lager op de Cito-toets:
“In 2011 hadden kinderen in groep acht van de basisschool gemiddeld een Cito-score van 536. Meisjes en jongens uit gezinnen met hogere inkomens scoorden hoger dan gemiddeld. Kinderen die wonen in een gezin met een stiefouder haalden in elke inkomensgroep een lagere score.

In tegenstelling tot de lagere Cito-score van kinderen uit eenoudergezinnen, kan de lagere score van kinderen uit gezinnen met een stiefouder niet verklaard worden door inkomensverschillen. In elke inkomensgroep hadden zij gemiddeld een lagere score dan kinderen uit intacte gezinnen. Stiefgezinnen komen relatief weinig voor: drie op de tien kinderen van gescheiden ouders woonde in een gezin met een stiefouder”.

Lees het hele artikel op de website van CBS: Kinderen met stiefouder scoren lager op de Cito-toets, 15 april 2013: www.cbs.nl

Volg ook de reacties op Twitter: @RonaldBuitelaar