Guido Rijnja
Guido Rijnja (1960) werkt bij de Rijksvoorlichtingsdienst. Zijn aandacht gaat vooral uit naar de samenwerking van ministeries op communicatiegebied.
Die samenwerking richt zich op drie sleutelopgaven: een behulpzame overheid, een duidelijk kabinet en een communicatieve organisatie. Achter deze grote woorden gaat een waaier aan programma’s schuil om bewindslieden en ambtenaren in staat te stellen zo goed mogelijk aan te sluiten op wat burgers beweegt en de momenten en manieren waarop mensen communiceren. Eén van de programma’s heet 110.000 ambassadeurs. Vertrekpunt hiervan is de passie en trots van iedereen die de (rijks)overheid heeft: hoe kun je in alle denkbare vormen van communicatie met het publiek efficiënt en effectief contact en daarmee publieke waarden levend maken.
Rijnja is sinds 1982 werkzaam in de overheidsvoorlichting, eerder onder meer bij de gemeenten Den Haag en Rotterdam en de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Veiligheid & Justitie. Bij de Academie voor Overheidscommunicatie stond hij in 2003 aan de wieg van Factor C, een programma om niet-communicatiegeschoolde ambtenaren te helpen kennis over hun krachtenveld, formuleren van kernboodschappen en het organiseren van contactmomenten te versterken.
Dit programma waaiert nog steeds uit en bewijst volgens Rijnja dat de zorg voor communicatie steeds meer ingebed raakt in alle fasen van beleid maken en uitvoeren: “We nemen steeds meer afscheid van ‘beleidsreparatie’, achteraf regels en besluiten pakkender, lolliger en behapbaarder maken”. En: “We surfen eigenlijk op een vierde professionele golf met de overheidscommunicatie. Eerst draaide alles om persvoorlichting en stonden journalisten centraal, vervolgens ontdekten we als overheid mogelijkheden om zelf met het publiek te communiceren. De opkomst van de media van de massa maakte duidelijk hoe we moesten wennen aan burgers en ondernemers als actieve zenders. Inmiddels laat de vierde golf zien dat de overheid vaker zelf participant is en de tijd van het zenden echt voorbij is. Ik vind ‘tussenheid’ eigenlijk een beter begrip. Hoe iedereen die communiceert zich daarin beweegt fascineert me mateloos…”
In 2012 promoveerde Rijnja aan de Universiteit Twente met een proefschrift over het omgaan met tegenspel: Genieten van weerstand.