Podcast met raadsheer Ybo Buruma over vertrouwen en controle
“Het grote probleem zit ‘m erin dat deze leiders binnen de politie-organisatie een organisatie hebben die in hoge mate gebaseerd is op intern wantrouwen. Mensen moeten zich verantwoorden…”
In de zevende aflevering van de Podcastserie Radiostilte spreken Piet-Hein Peeters en Sophie van Berkesteijn-Gootjes met raadsheer mr. Ybo Buruma, lid van de Hoge Raad. Radiostilte is een podcast voor politieleiders en wordt geproduceerd door de School voor Politie Leiderschap van de Politieacademie. In iedere aflevering wordt een relevante term voor politiewerk en leiderschap onder de loep genomen.
Het gesprek met Buruma gaat over vertrouwen. Buruma ziet geïnstitutionaliseerd wantrouwen bij de overheid jegens de burger en bij publieke organisaties jegens professionals. Hij legt uit waarom hij burgerwaarnemers bij politiewerk in Amsterdam geen goed idee vindt. Wat zijn de risico’s van vertrouwen en waarom behoren risico’s toch te worden genomen? Wat kan van leidinggevenden worden gevraagd?
Smeerolie
Ter sprake komt dat vertrouwen wel de smeerolie van de samenleving wordt genoemd. Er zijn evenwel soorten vertrouwen te onderscheiden. Er is vertrouwen tussen burgers onderling en er is vertrouwen tussen burgers en overheid, maar ook tussen overheidsfunctionarissen onderling. Je hebt bijvoorbeeld de baas van de agent op straat, en de agent. Vertrouwen kent verschillende niveaus.
We denken al gauw dat vertrouwen gaat over mensen die elkaar lief moeten vinden of over burgers die de overheid wel of niet meer vertrouwen. We hebben hier allemaal mee te maken. Bijvoorbeeld de agent die eigenlijk vertrouwen wil geven aan die jongen of dat meisje op straat, maar denkt dat hij dat niet kan doen, want hij moet zich verantwoorden naar boven toe. Volgens Buruma zijn we in dergelijke mechanismen vast komen te zitten.
Het oude idee dat vrijheid van handelen zo ontzettend belangrijk is, ook binnen bepaalde beperkingen, begint een beetje weg te zakken. Mensen hebben het idee: ik heet wel vrij te zijn, maar zo gauw ik buiten het paadje loop, krijg ik op mijn flikker. Dus dan loop ik niet buiten het paadje, of ik zeg niet dat ik buiten het paadje loop.
Een dergelijke houding roept een gevoel van benauwdheid op, van bestuursrigiditeit, van verkalking.
Goede intenties
Voor Buruma is vertrouwen ervan uitgaan dat degene met wie je hebt te maken en aan wie je jouw vertrouwen geeft, het in beginsel goed bedoelt, goede intenties heeft. Je weet dat er wel iets kan misgaan, maar de intentie is belangrijk. Om hiermee goed om te gaan is het belangrijk voor ogen te houden dat in langer durende relaties, ook voor een wijkagent, vertrouwen soms belangrijker is dan de vraag of iets een beetje kan misgaan..
Buruma: “Ik weet ook wel dat dit niet geldt als je aan de knoppen zit van Tsjernobyl. Als je die niet controleert, ontploft de kerncentrale, en dat willen we niet. Daar is de langdurige relatie niet het belangrijkste, maar de effectiviteit van het handelen in wie je het vertrouwen stelt. Hoe groter het risico, des te meer reden om te controleren. Maar omgekeerd, als het risico niet zo heel groot is, hoef je niet voortdurend te controleren”.
Buruma kan zich indenken dat rechercheurs die met georganiseerde misdaad bezig zijn, meer moeten laten controleren dan de agent die er eigenlijk vooral is om de vrede in de wijk te bewaren. Wat dat betreft is het niet zo gek dat er verschillen zijn. Dus de mate van vertrouwen die we moeten hebben is wel situationeel bepaald. Je hoeft niet onnozel te zijn.
Controleren is een soort indekken
Controleren wil niet zeggen dat de dingen beter worden. Het is voor een deel een soort indekken. Buruma: “We zijn verzeild geraakt in wat ik al eerder zei: ‘vertrouwen is goed, controleren is beter’. Dat begon misschien vanuit het belang van de burger, dat paste ook bij die tijd, maar inmiddels is het verworden tot iets wat de organisatie belangrijk vindt. Want dan heb ik de organisatie op orde. Dat blijkt wel uit onze zelf-evaluatie. Die fout kunnen we helemaal terugleiden naar die ene agent, of huisarts, of onderwijzer die het net niet goed gedaan heeft, want wij hebben ons helemaal ingedekt.
Pardon, wij hebben het goed georganiseerd. Nee, we hadden ons alleen maar ingedekt.
Het gaat niet meer om de inhoud, het is een kunstje geworden. En dat is waar ik chagrijnig om word en waar ik mijn impuls vandaan haal om vertrouwen aan de orde te stellen. De wegen die het wantrouwen is gaan bewandelen, daar geloof ik niet meer in”.
Een vraag is of door de grote nadruk op wantrouwen, in plaats van vertrouwen, ook de kwaliteit van het werk wordt geschaad dat bijvoorbeeld publieke functionarissen leveren? Zij zijn bezig met het afstrepen van lijstjes, in plaats van naar de burger of de patiënt om te zien.
Buruma antwoordt dat dat heel goed zou kunnen, maar daarmee is nog niet gezegd, dat het allemaal verkeerd gaat. Er is ook een kwantitatieve kant. Er is minder tijd door al het verantwoording afleggen. We zouden meer aan de inhoud kunnen doen dan aan verantwoording.
Buruma: “Ik denk dat er momenten zijn, dat je niet meer kijkt naar de mens die tegenover je zit, maar naar de protocollen. We durven niet meer een nieuwe weg te bewandelen, een creatieve oplossing te kiezen. Mensen zouden vanuit hun professionaliteit, vanuit hun ” wel iets willen doen, maar denken dat dat niet mag”.
Buruma wijst ook op de digitale ontwikkelingen die een nieuw beroep op vertrouwen eisen. Wat de politie betreft kunnen we de vraag stellen of het terecht is als iemand op een lijst van verdachten staat. Iemands naam staat daarop vermeld bijvoorbeeld omdat twee vrienden van hem slachtoffer zijn geworden van een bende. De vraag is: Hoe gaan wij daarmee om? De digitalisering stelt ons voor nieuwe vraagstukken die creativiteit vereisen en vragen om ruimte,
Luister naar de hele podcast – zevende aflevering van Radiostilte (18 oktober 2021).
Duur : 47 min.
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Geef een reactie