Skip to main content

Goede journalistiek heeft een goed publiek nodig

prof cees hamelinkInternationaal communicatie-wetenschapper prof. dr. Cees Hamelink stelt in zijn videocollege over journalistiek dat wij voortdurend om de tuin worden geleid. Herinnert u zich nog die alleraardigst uitziende man, Colin Powell die een speech hield voor de Veiligheidsraad waarin hij suggereerde dat Saddam Hoessein beschikte over massavernietigingswapens en directe relaties met terroristische netwerken? Dat bleken later leugens te zijn. Een Nederlandse kwaliteitskrant kopte: Colin Powell heeft eindelijk de feiten bekend gemaakt. Dat had die krant beter niet kunnen doen.

Dat er gelogen wordt in de politiek, is nog niet zo vreemd, aldus Hamelink, maar dat die leugens zonder kritisch te zijn in de media worden doorgegeven is wel vreemd. De media als een soort van doorgeefluik voor professionele leugenaars. “Daarmee wil ik niet zeggen dat journalisten liegen, dat komt eigenlijk betrekkelijk weinig voor, maar ze laten zich te snel leiden door anderen die die leugens bedacht hebben”.

Een nog sterker voorbeeld van misleiding is het verhaal op televisie van het Koeweitse meisje Nayirah dat in oktober 1990 tijdens de Eerste Golfoorlog, ook wel Koeweitoorlog genoemd, vertelde dat ze getuige was geweest van de moord op couveusebaby’s in een ziekenhuis door soldaten van Saddam Hoessein. Haar getuigenis moest bijdragen aan een rechtvaardiging voor een oorlog tegen Irak. Later bleek Nayirahs getuigenis een idee te zijn van het public relations-agentschap Hill & Knowlton. Meer dan 700 televisiestations in de V.S. zonden het kant en klaar aangeleverde filmpje uit.

Propagandisten en spindokters

Een ander bekend voorbeeld van geregisseerd nieuws is het neerhalen van het standbeeld van Saddam Hoessein in Bagdad in april 2003. The Times scheef enthousiast dat het een gedenkwaardige dag was die deed denken aan de val van de Berlijnse Muur. Een opgewonden menigte trapte nu niet tegen een muur maar vol leedvermaak tegen het gevallen idool. Het neerhalen was evenwel geen spontane actie van Irakezen maar was in scene gezet door het psychologische team van de Amerikaanse troepen. De menigte was in werkelijkheid maar klein en bleek voor het merendeel te bestaan uit verslaggevers en fotojournalisten. Toen soldaten de Amerikaanse vlag op het beeld drapeerden voordat het omver werd getrokken, protesteerde een Irakese man daartegen waarna de vlag snel door een sergeant werd vervangen door een Irakese vlag.

We kunnen ons nu afvragen of manipulatie de normaalste zaak van de wereld is geworden, maar nog beter is de vraag stellen hoe het komt dat internationale media keurig de leugens overnemen? Een van de verklaringen is dat er meer propagandisten en spindokters zijn dan journalisten, aldus Hamelink. Journalisten zijn in de minderheid t.o.v. mensen die leugens construeren. Een tweede verklaring is dat die leugens buitengewoon knap in elkaar gezet worden door heel bekwame psychologen.

De obsessie van volledigheid

Een derde verklaring is dat de journalistiek geobsedeerd is door volledigheid. Het verhaal moet volledig zijn en dat stamt uit een traditie die al in de 19e eeuw aan Amerikaanse journalisten werd geleerd. Een goed journalistiek verhaal moet antwoord geven op de vijf W’s. Dan krijg je een mooi objectief verhaal:
– Wat is er gebeurd?
– Waar gebeurde het?
– Wanneer gebeurde het?
– Wie deed het?
– Waarom?

De eerste drie zijn gemakkelijk te beantwoorden. Maar dan komen de ingewikkelde vragen: Wie heeft het eigenlijk gedaan? En waarom? Het zijn vragen waarop je bijna nooit een antwoord kunt krijgen. Maar de spindokters hebben de antwoorden al, die vertellen je direct wat er gebeurd is.
Als journalist moet je dus eigenlijk zeggen, als je niet zeker bent van je antwoord: Ik heb geen idee. Hamelink: “Ik zou zo vreselijk graag willen dat journalisten de moed hadden om veel vaker te zeggen: ik heb er geen idee van”.

Aan het slot van zijn college kijkt Hamelink het toeluisterend publiek indringend aan en stelt: “U en ik hebben toch wel een groot probleem. U heeft ook nooit geprotesteerd. Het is een beetje te gemakkelijk om de verantwoordelijkheid volledig bij het journalistieke beroep te leggen. Want je krijgt alleen maar goede journalistiek wanneer je ook een goed publiek hebt…
We zouden en masse moeten zeggen: zo’n journalistiek willen we helemaal niet als volwassen mensen, als goed publiek. Ik wil met u bepleiten dat goede journalistiek een goed publiek nodig heeft dat een beetje argwanend is, een beetje achterdochtig. En dat met enige regelmaat vraagt: Zou het verhaal wel kloppen? Zou het toch anders kunnen zijn?”

We zitten allemaal lekker te kletsen, met al onze vooroordelen, al onze leuke theorietjes, tijdens een diner bijvoorbeeld. Wat Hamelink betreft moeten wij mensen worden die feestjes en dineetjes grondig gaan verstoren door de vraag te stellen: Klopt dat wel?

De video Waarom moet je niet geloven wat in de krant staat? is de vierde in een reeks van vijf colleges over journalistiek door prof. Hamelink. De colleges worden georganiseerd door de Universiteit van Nederland, “waar de beste hoogleraren van Nederland gratis college geven op internet”. Elke werkdag komt er een nieuw college online, en elke week een nieuwe hoogleraar.
Meer info op www.universiteitvannederland.nl

U P D A T E:  Zie ook artikel Helden en schoften in de Nebel des Krieges, door Roelof Hemmen, RTL Nieuws, 8 september 2014: www.rtlnieuws.nl/columns/column/1663951/helden-en-schoften-de-nebel-des-krieges