Hoe houden wij goed toezicht?
Waarom falen toezichthouders? Inspecties, de politie, de Nederlandsche Bank, accountants, Raden van Bestuur en Raden van Toezicht? Voorbeelden van falen zijn de kredietcrisis, de Vestia-affaire, het Ahold-boekhoudschandaal, het failliet van de scholenkoepel Amarantis, geweld tegen een grensrechter. De toezichthouder van de failliet gegane zorginstelling MeaVita zou “slapende rijk zijn geworden”. Dit is nog maar een greep uit de spraakmakende affaires van de afgelopen jaren.
Dick Ruimschotel, jurist en sociaal wetenschapper, heeft meer dan vijfentwintig jaar gewerkt in de wereld van toezicht en handhaving. Hij schreef een boek van 808 pagina’s over de vele aspecten van toezicht houden: Goed Toezicht – Principes van professionaliteit, democratie en good governance.
Ruimschotel vertelt wat we moeten doen om goed toezicht te kunnen houden. Maar eerst legt hij uit dat we niet alles zien wat er gebeurt, we zien alleen de incidenten. Dat is al erg genoeg, en verontrustend. Incidenten zijn een illustratie van gebrekkig toezicht en gebrekkig functioneren. Aan de andere kant zijn er mensen die heel goed toezicht houden, maar bij wie toch een incident plaatsvindt door een onbewaakt ogenblik.
De focus op incidenten heeft goede en kwalijke kanten. Er komt meer aandacht voor het functioneren van degenen die het werk doen, voor directies en voor het toezicht. Een kwalijk gevolg is dat men in een kramp raakt en de nadruk gaat leggen op formaliseren en juridiseren.
Ruimschotel pleit voor “een professioneel, adequaat toezichtsproces”: het formuleren van criteria van adequaat toezicht, taken benoemen en risico’s analyseren.
Met professionalisering wordt evenwel niet alleen iets technisch bedoeld. Even belangrijk is toezichtsmotivatie. Dat wil zeggen je verantwoordelijk voelen en betrokken zijn.
Volgens Ruimschotel is de toezichthouder niet de enige die verantwoordelijk is voor bijvoorbeeld de veiligheid van een gebied of het vermijden van risico’s. De verantwoordelijkheid voor goed functioneren van de samenleving dient breed te worden gedeeld. Niet alleen de overheid, maar ook private partijen behoren een rol te krijgen: non-gouvernementle organisaties met maatschappelijke waarden of consumenten- en vrijwilligersorganisaties.
Toezicht maakt deel uit van democratie en good governance. “Toezicht is van ons allemaal”, een maatschappelijk fenomeen waar we met elkaar vorm aan geven. In feite is het zo dat de wereld van toezicht aan elkaar hangt.