Er is een merkwaardige reflex in het debat over de zorg: zodra burgers pleiten voor meer publieke sturing, wordt dat al snel weggezet als “nostalgisch geweeklaag” of “populistisch verlangen naar het ziekenfonds”.
Maar is die framing terecht?
In dit stuk onderzoek ik twee hardnekkige frames:
-
Dat de wens naar meer overheidsregie teruggrijpt op een geromantiseerd verleden.
-
Het is een populistische roep die voorbijgaat aan “de complexiteit van dit zorgstelsel” .
De werkelijkheid blijkt namelijk een stuk genuanceerder.
Het ziekenfonds als utopie?
Laten we eerlijk zijn: het ziekenfonds had zijn tekortkomingen.
Lange wachttijden (die anno 2025 mogelijk NOG langer zouden zijn trouwens), beperkte keuzevrijheid en een inkomensgrens waardoor niet iedereen er automatisch onder viel.
Maar dat het geen “walhalla” was, betekent niet dat het verlangen naar meer publieke regie louter op sentiment is gebaseerd.
Uit langdurig onderzoek door onder andere het SCP en Nivel blijkt dat Nederlanders waarde hechten aan:
-
Duidelijke dekking
-
Voorspelbare kosten
-
Solidariteit
Het ziekenfonds — met zijn eenvoud en inkomensafhankelijke bijdrage — belichaamde dat voor veel mensen, ook al had het praktische gebreken.
Opvallend: Sinds de invoering van het huidige stelsel in 2006 is de keuzevrijheid toegenomen, maar ook de keuzestress.
Premies zijn fors gestegen, zorgverzekeraars worden laag gewaardeerd (slechts 28% vertrouwen volgens de Nivel-barometer), en het systeem voelt voor veel burgers ontoegankelijk en bureaucratisch.
De behoefte aan eenvoud en collectiviteit is dus niet “sentimenteel”, maar rationeel gevoed.
Zijn voorstanders populisten?
Nog zo’n kwalificatie: wie pleit voor meer overheid, is blijkbaar al snel een populist.
Maar de cijfers vertellen een ander verhaal:
Uit opiniepeilingen van EenVandaag, I&O Research, Nivel en het Radar-panel blijkt dat de wens voor publieke regie breed leeft onder Nederlanders: van links tot rechts, onder hoog- en laagopgeleiden, jong en oud.
Niet alleen burgers laten dit geluid horen.
Instanties als het Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit riepen in een gezamenlijke brief (2023) op tot “minder marktprikkels en meer samenwerking”.
De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) stelde in haar rapport van juli 2023 ondubbelzinnig:
Het door sommigen verboden “S-woord” (stelseldiscussie) moet een serieus onderwerp van gesprek worden.
In een Kamerbrief uit maart 2025 geeft minister Agema toe dat “marktwerking zijn grenzen heeft bereikt” en spreekt zij zich uit voor structurele wijzigingen richting centrale sturing.
Populisme impliceert simplificatie, anti-elitisme of emotionele tegenstellingen.
Maar de roep om meer regie wordt vaak onderbouwd met systeemkritiek, realistische observaties en sociaal-economische zorgen.
Het gaat hier niet om zwart-witdenken, maar om het herijken van balans.
Een signaal, geen zwaktebod
Wanneer burgers aangeven dat het huidige zorgstelsel hen niet voldoende beschermt, verdienen zij geen karikatuur maar aandacht.
De wens om opnieuw publieke waarborgen in te bouwen is geen zwaktebod of vlucht naar het verleden.
Het is een krachtige oproep om het fundament van onze zorg — solidariteit en toegankelijkheid — serieus te nemen.
Wie deze oproep wegzet als “valse nostalgie” of “populisme”, mist het grotere plaatje: een samenleving die niet terugverlangt, maar vooruit wil — met meer zekerheid, minder versnippering en een overheid die durft te sturen waar marktwerking tekortschiet.
Wie werkelijk wil begrijpen waarom zoveel burgers verlangen naar meer publieke regie in de zorg, doet er goed aan verder te kijken dan gemakzuchtige etiketten.
En wie wil begrijpen van wie de frames van “valse nostalgie” en “populisme” afkomstig zijn?
Ter herinnering: Er zijn wereldwijd 195 landen; slechts 3 of 4 daarvan hanteren een marktgereguleerde zorg, waaronder de VS en Nederland.
Zijn wij nou zo slim, of…?
Niet als romantici of populisten, maar als kritische ervaringsdeskundigen laat de meerderheid anno 2025 horen dat toegang tot zorg niet gereduceerd mag worden tot een markt.
Dat is geen stap terug — het is een stap richting herwaardering van wat zorg werkelijk betekent: onderlinge verbondenheid in kwetsbaarheid.
Over de auteur
Edward Kriek, gepensioneerd huisarts, en kritische volger van de zorg.