Skip to main content

De praktijk

17 november 2011
Werk neemt veel tijd in beslag in ons leven. We besteden op kantoor of thuis dikwijls meer tijd aan het denken over taken en verplichtingen die met…

Goed Werk Gereedschap

17 november 2011
Hoe krijgen we weer spitinomie in onze wijk?

Hoe krijgen we weer spitinomie in onze wijk?

Advies aan iedereen m.b.t. de ouderenzorg

1. Inleiding Onze ouderenzorg loopt tegen haar grenzen aan. Wat betreft de mantel- en de professionele zorg. Traditioneel beleid werkt niet meer. Dat is duidelijk. Maar wat wel te doen ? 2. Zorg en de wijk In de jaren tachtig publiceerde ik vijf rapporten met de titel En dan nemen we de wijk. Het betrof onderzoek in drie steden naar de relatie tussen wijkkenmerken en de aard en omvang van de vraag naar resp. politiezorg, thuiszorg en ziekenhuiszorg. Leeftijdsopbouw en de SES*) van de wijk waren steeds de bepalende parameters. Wat bewoners zelf konden doen was deel van het onderzoek. In 2008 publiceerde ik als interim-beleidsmedewerker bij een gemeente in Twente onderstaande over de toekomst van de ouderenzorg. Het betreft de conclusies van een conferentie dat jaar waarbij alle relevante partijen aanwezig waren. De burger c.q. de verzekerde dient zich bewust te worden van de situatie dat er straks onvoldoende professionele thuiszorg is. En onvoldoende mantelzorg. En dat dit betekent dat men zich ook zelf moet gaan voorbereiden op deze situatie. Men dient z’n invloed richting gemeente, zorgverzekeraar en politiek aan te wenden om het volgende te bereiken:
  • Het opstarten en coachen van mantelzorg rond ouderen moet deel worden van de reguliere huisartsenzorg. Deze huisartsenzorg dient hiervoor met een praktijkondersteuner mantelzorg (de POMZ) te worden toegerust. Deze zorg dient in de basisverzekering te worden opgenomen.
  • Zorgverzekeraars en gemeenten dienen als een keten samen te werken wat betreft de lokale eerstelijnszorg. Alleen hierdoor kan de mantelzorg in de te leveren professionele zorg worden geïntegreerd.
  • Mantelzorg door de directe omgeving, ook voor mensen die geen familie zijn, dient te worden georganiseerd en gecoördineerd. Bij voorkeur door een wijkcoördinator. Ouderen kunnen hier uiteraard ook zelf actief aan meedoen. En zo sociaal kapitaal opbouwen voor als ze deze mantelzorg zelf nodig hebben.
  • Mogelijk moet mantelzorg betaald gaan worden. Zeker bij mantelzorgers die anders gewoon zouden werken.
  • De uitstroom van personeel uit de thuiszorg dient te worden gestopt. Integrale en zelfsturende zorg en minder bureaucratie zijn hiervoor voorwaarde.
 We kregen kort daarna de Lehmann- en de eurocrisis. De focus werd hierdoor een totaal andere. Met de aanbevelingen werd zo twaalf jaar niets gedaan. Met als gevolg de problemen die we nu hebben. 3. Zorg en cultuur Sinds 1994 bemoei ik mij met de Griekse gezondheidszorg. Met name met de eerstelijnszorg op Kreta.  En sinds vijftien jaar woon ik daar nu in een klein dorp. De Griekse gezondheidszorg  bestaat voornamelijk uit ‘cure’. De huisarts heeft niet de positie als in Nederland. De Griek is vrij zelf te bepalen bij wie hij hulp zoekt. Meestal bij één van de vrijgevestigde medisch specialisten. Het is zo een weinig effectief en dus onnodig duur systeem. Als je in het ziekenhuis moet worden opgenomen dien je zelf je ‘care’ te regelen. Je kunt voor een daar fors bedrag per nacht een verpleegkundige inhuren. Maar meestal is het je familie die hier moet inspringen. Grieken zijn dus  gewend hun ‘care’ zelf te moeten regelen. Ook thuis bij ouderdom. En er is maar één leverancier daarvoor: Je eigen familie. Griekenland (en de rest van Zuid-Europa) is nog steeds voornamelijk een agrarisch- en familieland. En als je hulp nodig hebt doe je een beroep op  je  familie. Nederland is een geïndividualiseerd hightech-land. Daar los je je eigen problemen op. Of anders kun je terugvallen op individuele voorzieningen. Ons woord ‘economie’ komt van het Griekse woord ‘oi oikonomoi’. Het betekent ‘de wetten van het huis’.En is gericht op ‘regelsysteem’ processen. Griekenland en  de rest van Zuid Europa moeten het meer hebben van ‘de wetten van het thuis’; de ‘oi spitinomoi’.  Spitinomie gaat over ‘dichtbij’, ‘kleinschalig’ en ‘zelfsturend’.  Over processen binnen het eigen ‘natuurlijk systeem’: Het gezin, de familie, de school, de kerk, het dorp, de wijk. Want iets anders is er meestal  niet. Zorg voor ‘veiligheid’, ‘gezondheid’, ‘opvoeding’ en ‘de omgeving’ is‘qualitate qua’ altijd ‘spitinomisch’. In Nederland en Griekenland. Maar door zaken als individualisering en ontwikkeling van de ‘markt’ is onze spitinomie op veel plaatsen verdwenen. In de wijk. Maar ook daar waar spitinomie-professionals als huisartsen, praktijkondersteuners, verpleegkundigen, wijkagenten, thuiszorgers en onderwijzers hun werk moeten doen. Het is door ons zorgverzekeringsstelsel ook daar nu ‘markt’. Dat geeft perverse effecten**). Met als gevolg dat de spitinomie in de wijk nog meer verdwijnt. 4. De parameters van ‘spitinomie’ In mijn Griekse dorp heb ik uitvoerig bestudeerd wat de parameters zijn voor effectieve spitinomie. Het zijn:  ‘dichtbij’ , ‘elatie’ en ‘continuïteit’ . Afgekort tot DRC. In mijn dorp  wonen vooral ouderen. Maar de jongeren zijn continu aanwezig. Van de kinderen blijft er altijd één in het dorp wonen. Meestal een zoon. De dochters trouwen verderop, maar komen regelmatig terug. In het weekend is het hier altijd druk en gezellig. Het dorp blijft op deze wijze een netwerk van familie- en dorpsrelaties. 5.  Spitinomie in Nederland Bovenbeschreven  situatie zul je in Nederland nog nauwelijks aantreffen. Daar is iedereen door  tal van oorzaken over heel het land verspreid geraakt. Alleen voor mensen afkomstig uit culturen als de Griekse zijn ‘Dichtbij’, ‘Relatie’ en ‘Continuïteit’ nog dagelijkse realiteit. Daar is de ouderenzorg vaak nog steeds onderling geregeld. De vraag is dus ‘hoe’ huidig Nederland hiervan kan leren. 6.  Voorstellen
  • Over ‘dichtbij’
Zoals gesteld, je woont als mantelzorger vaak niet meer in de buurt van je ouders. Dat is lastig. Ik weet nog hoe moeilijk het was om in 2008 een mantelzorgwoning voor je moeder in je tuin te mogen zetten. Dat is niet meer zo. Maar je moet wel geld en een tuin hebben om zoiets te kunnen doen. Voor veel stadswijken is dit dus geen oplossing. Wat wel kan helpen is een landelijk initiatief waarbij in kaart wordt gebracht welke ouders richting welke kinderen willen verhuizen en welke huizen daar wanneer voor vrij komen omdat deze huizen vrij  komen omdat andere ouders  naar hun kinderen verhuizen. Et cetera. Dit is een ingewikkelde landelijke puzzel, maar onze huidige computers kunnen zoiets aan. Het niet meer hoeven reizen naar hun ouders scheelt de mantelzorger een hoop tijd, geld en energie. En ons allemaal een hoop emissie. Dat wachtlijsten van woningzoekenden er door kunnen worden gefrustreerd is helaas  juist.
  • Over ‘relatie’
Thuiszorg wordt in Nederland momenteel geleverd door ‘familie’, ‘vrijwilligers’ en/of ‘professionals’. Tussen ‘vrijwilligers’ en ‘professionals’ wil ik bij deze een nieuwe groep introduceren: De ruilzorgers. Velen van ons kunnen geen mantelzorg leveren omdat we te ver weg wonen van degene die deze zorg nodig heeft. Het is dan aan de gemeente en zorgverzekeraar een oplossing voor deze zorg te vinden. Waarom stellen we hier niet als voorwaarde dat betrokkene die geen mantelzorg kan leveren aan eigen ouders, dat deze dat bij hem in de buurt voor andere ouders gaat doen ? Totdat hij of zij zelf thuiszorg nodig heeft . Maar het is ook ruilzorg in die zin dat wat je nu aan anderen levert  je later zelf weer terug krijgt.‘Ruilzorgers’ zijn mensen zoals ik. Jong gepensioneerden die mentaal en fysiek nog fit zijn. Ik realiseer me dat aan ruilzorg haken en ogen zitten. Zeker ook om een goede match te realiseren tussen de ruilzorger en de zorgontvanger. Maar een experiment lijkt me zeker zinvol. De motivatie om ruilzorg te gaan doen kan verder ondersteund worden door fiscale voordelen. En fiscale nadelen als men niet mee doet. Ook wanneer men straks zelf thuiszorg nodig heeft. Het is hier uiteraard nodig dat deze ’ruilzorger’ wordt ondersteund. Organisatorisch en mentaal. Het is daarom verstandig per wijk een zelfsturend en informeel team van alle niet-professionele verzorgers bij elkaar te brengen. Het levert een verruiming en verdichting van de spitinomie in de wijk op. Met alle voordelen van dien. Uiteraard is samenwerking met de professionele zorg in de wijk voorwaarde.
  • Over ‘continuïteit’
Bovenstaande punten alleen al leveren in de wijk een verhoogde continuïteit op van zorg en andere relevante activiteiten. Maar dit alleen is niet voldoende. Het is aan de gemeente dit beleid op wijkniveau vorm te geven en te blijven ondersteunen. En het is aan ‘Den Haag’ om de eerstelijnszorg snel uit de marktdwang van het huidige zorgverzekeringsstelsel te halen. Want dan wordt intensieve samenwerking in de wijk pas echt mogelijk. 7. Conclusie Er moet echt iets anders gebeuren om ouderen in Nederland de komende twintig tot dertig jaar zorg te kunnen (blijven) leveren. Niet-professioneel en professioneel. Het weer organiseren van spitinomie in de wijk is daartoe voorwaarde. Noten *) SES = sociaal economische status. De status wordt beschreven in termen van de financiële welvaart, het opleidingsniveau en de arbeidsmarktdeelname in onderlinge samenhang op wijkniveau. Voor elke gemeente, wijk en buurt is een gecombineerde score berekend op basis van gegevens over elk huishouden. **) Zie hiervoor met Google Ken je dat land achter de regels, standaarden en protocollen? Zie ook: Waarom ons zorgstelsel onnodig duur is, door Hans van der Schaaf, juni 2020: beroepseer.nl

Read more

De parabel van Kwakkelland

De parabel van Kwakkelland

“Alles is onmogelijk als je het maar wil!”

Diverse oorzaken leidden ertoe dat Kwakkelland ernstig in de versukkeling is geraakt, in belangrijke mate veroorzaakt door politiek onbenul dat onder andere de infantilisering van de overheid tot gevolg had. Politiek werd het strijdtoneel van onmacht en onkunde waarbij het parlement het theater vormde voor ongein en onfatsoen. In deze bubbel van treurnis kon het gebeuren dat essentiële nutsvoorzieningen voor burgers werden verkwanseld aan commerciële marktpartijen. Burgers werden er niet beter van wegens slechtere service en hogere prijzen. Welkom in de werkplaats van de afbraak! Er kwam daarom een instituut ‘Burger&Markt’ om burgers tegen de zegeningen van de markt te beschermen. Dit lukte nauwelijks. Ook werd een omvangrijk perceptiecircus opgetuigd van toetsers (auditors en certificeerders) om marktpartijen van een goedkeuringsvinkje te voorzien. IJzeren bureaucratische wet Ook dit stelde niets voor, want toetsen verbetert de kwaliteit van een product of dienst niet. Het zijn voorbeelden van een ijzeren bureaucratische wet: meer marktvrijheid leidt tot meer bureaucratie om de vrijheid te beteugelen of te bezegelen. Politiek geharrewar en onbenul zorgde er eveneens voor dat ook het onderwijs ruim in de versukkeling werd gedrongen. Scholen en universiteiten degradeerden tot lesfabrieken waarbij onderwijsgeld verknoeid werd aan managementongein. Kritische beoordeling van kennis en kunde had afgedaan, dit temeer om het door de tijdgeest gedreven verwijt van het creëren van een ‘onveilige situatie’ voor de leerling of student te vermijden. Zo kon vrijwel iedereen probleemloos de ‘opleiding’ doorlopen en werd aan de door management gedefinieerde ‘output targets’ voldaan. Middelmatigheid werd een deugd Middelmatigheid werd een deugd die breed werd gepropageerd en gepraktiseerd. Ook anderszins bleek men aan inhoudelijke kennis en kunde in Kwakkelland geen waarde te hechten. De directeur van de nog overgebleven Rijksdienst voor Energiebeleid was eertijds eigenaar van een keten van brillenzaken. Gebaseerd op een uitspraak van een bekend politicus had de eigenaar de pakkende slogan bedacht “een bril gemaakt met precisie geeft je weer visie”. Geen wonder dat hij gevraagd werd voor een bestuursfunctie. Om de schijn van deskundigheid op te houden werd het hoofd niettemin aangesproken met de titel Hoofdingenieur-directeur. Allemaal geen probleem natuurlijk, want managen werd gezien als een generieke bezigheid. Bovendien is het karakter van financiële targets overal hetzelfde, zo stond op de achterflap van een boekje over modern management. Allengs nam de inhoudelijke kennis en kunde bij de overheid sterk af en nam de versukkeling verder toe, hetgeen o.a. bleek uit beleidsfalen zoals manifest in de reeds jaren bestaande kloof tussen de formulering van beleidsintenties en hun realisatie, alsook uit het feit dat de versukkelaars zich juridisch en bureaucratisch “in de hoek hadden geschilderd”. Regels uit het verleden verhinderden het oplossen van huidige problemen. Veel zaken bleken ook onderling inconsistent. Zo belemmerden regels omtrent privacy de bestrijding van criminaliteit en hinderden belastingregels de bestrijding van armoede. Sociale verandering bleek lastig want er was altijd wel een regel waaruit bleek dat iets niet kon. Het motto in Kwakkelland was dan ook: “Alles is onmogelijk als je het maar wil!” Regeerkunde In een poging het tij te keren ging een parlementaire onderzoekscommissie, bestaande uit personen uit het hierboven geschetste metier, aan het werk. Het eindadvies legde de nadruk op het thema ‘regeerkunde’. Wat dit precies inhield wist de commissie zelf ook niet maar de opleiding ter zake werd niettemin krachtig ter hand genomen. Aldus kwamen zeer veel regeerkundigen per hoofd van de bevolking beschikbaar, die, hoe kan het anders, ook hun weg vonden binnen de overheid. Om de versukkeling en het beleidsfalen tegen te gaan werd regeerkundig werk verricht. Terwijl de ellende voortetterde werd als medicijn overheidsbreed de ‘ambtelijke besturingsdriehoek’ ingevoerd en beschouwde men het streven naar meer vertrouwen tussen het parlement, departementen en uitvoeringsorganisaties als een probaat middel voor beleidsucces. Voor complexe beleidsintenties had men aanvullend besturingsgereedschap: krachtige aansturing, planning, besluitvorming, budgetten, verantwoordelijkheden, (prestatie)contracten, resultaatverplichtingen, controle en sancties. Helaas ging de versukkeling onverdroten verder. Maar met een groot leger aan communicatiemedewerkers werd toch nog een gunstig beeld geschetst. Het gaat om ontwerpkunde Een verloren ziel schreef tegen beter weten in een pamflet op een digitaal platform over de regeerkundige onmacht. Kernboodschap: beleidsintenties realiseren vindt plaats in een ontwerpproces dat de transitie behelst van hetgeen gewenst of vereist is (wat) naar de uiteindelijke vormgeving (hoe). Het gaat niet om regeerkunde maar over ontwerpkunde, zeker ook in een sociale context. Dit is het domein van inhoudelijke kennis en kunde. Besturing maakt een inherent en integraal deel uit van dit domein. Personen zonder inhoudelijke kennis en kunde hebben hier niets te zoeken. Deze weigering van toegang betreft geen botte onvriendelijkheid maar een welwillende observatie omtrent een principiële onmacht, zoals een persoon die geen muziekinstrument bespeelt niets te zoeken heeft bij de fanfare. Met dank voor de belangstelling. De Parabel van Kwakkelland vormt het slothoofdstuk van het essay Sociale verandering en de bestuurlijke (bestuurskundige) onmacht, door Dr. Ir. Jan Hoogervorst: https://beroepseer.nl Dr. Ir. Jan Hoogervorst studeerde elektrotechniek aan de Technische Universiteit Delft en promoveerde in de Arbeids- en Organisatiepsychologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij werkte vele jaren bij KLM in diverse (executive) managementfuncties, was organisatieadviseur bij Sogeti en deeltijd professor aan de Universiteit van Antwerpen Management School met als aandachtsgebied organisatiekunde als ontwerpwetenschap. Daarbij gaat het om het productief verenigen van de belangrijke inzichten van de sociale wetenschappen met de inzichten van de ingenieurswetenschappen.

Read more

Is de rechtsstaat gered?

Is de rechtsstaat gered?

We hoorden een zucht van verlichting. De noodwet is van tafel, de rechtsstaat is gered. Vervolgens worden de  voorbereidingen ter hand genomen van de maatregelen waar de noodwet voor bedoeld was, en die grotendeels ook al in het hoofdlijnenakkoord stonden. Zoals:  vluchtelingen krijgen nog maar voor een beperkte duur (3 jaar) een vergunning, de Spreidingswet wordt ingetrokken, de verplichting voor gemeenten om statushouders te huisvesten vervalt. Voor ieder redelijk en rationeel mens is het helder wat het effect van deze maatregelen zal zijn. De integratie van vluchtelingen in de Nederlandse samenleving zal worden bemoeilijkt. Beeld je de situatie in van een gezin dat hier voor oorlogsgeweld naar toe is gevlucht en dat iedere paar jaar weer door de beoordelingsmolen moet of ze nog mogen blijven. Nog afgezien van de humanitaire kant van de zaak en  los van de extra werklast voor de IND, Is dit wel in het belang van de Nederlandse samenleving?  Ja, wel als je ervan uitgaat dat het noodzakelijk is om vreemdelingen te weren omdat anders de zuiverheid van onze raciale en culturele identiteit zou worden aangetast. Net nu de Spreidingswet zijn eerste positieve effecten laat zien zal die worden ingetrokken. De druk op de grote, duurdere en slechtere opvangvoorzieningen zal daardoor toenemen en ook de sociale spanningen die daarmee gepaard gaan. Een groot aantal lokale en provinciale bestuurders verzekert ons dat de maatregelen die nu worden ingezet de crisis in de opvang zullen vergroten. Dat is irrationeel beleid, tenzij je de extreem rechtse Verelendung-strategie hanteert die  erop rekent dat overlast rondom vreemdelingen helpt om de onverdraagzaamheid en de radicale (stembus) stemming te vergroten. Rechtsstatelijk smalspoor Nu volgen deze maatregelen de normale rechtsstatelijke weg: advisering Raad van State, beoordeling door beide Kamers, enz. Het NSC (Nieuw Sociaal Contract) dat zich ziet als waakhond voor de rechtsstaat binnen de regeringscoalitie, steunt de maatregelen, sterker nog: is in deze coalitie medeverantwoordelijk voor het initiëren ervan. De NSC heeft kennelijk een smal–procedurele opvatting van wat rechtsstatelijk is. Onze rechtsstaat omvat toch wel meer dan alleen de staatsrechtelijke procedures? Maken algemene juridische en humanitaire beginselen van medemenselijkheid, rechtvaardigheid, evenredigheid niet ook deel uit van onze rechtsstatelijke orde? Die rechtsstaat verdraagt diversiteit, sterker: waardeert en omarmt diversiteit. De algemene rechtsbeginselen die aan het rechtsstatelijk functioneren inhoud geven zijn immers  gericht op het overbruggen van verschillen. Of het nu gaat om verschillen in (particuliere) belangen, om verschillende in culturele en religieuze identiteiten of om de politieke ideologieën en opvattingen met betrekking tot wat de overheid te doen staat op diverse terreinen. Dat klinkt zo zwaar als het is, het stelt hoge eisen aan zowel het burgerschap als aan het bestuur. In de VS werkt dat bijna niet meer en worden de politieke verschillen als onoverbrugbare identiteiten beleefd door de burgers en vaak ook zo gepresenteerd in de campagnes. Dat maakt goed en rechtsstatelijk bestuur haast onmogelijk, wie er ook straks als president gekozen wordt. Echter, met ideologieën die verborgen of openlijk uit zijn op het versterken van de zuiverheid in de ‘eigen’ raciale of culturele identiteit en die een begrip van het ‘eigen volk’ hanteren dat uitsluiting van andere identiteiten vooronderstelt, is binnen de kaders van de rechtsstaat geen compromis denkbaar. Daarin te lang meegaan kan uiteindelijk leiden tot een moedwillig onbehoorlijk bestuur waarbij de toeslagenaffaire en het drama rond de gaswinning slechts kleine ongelukkige ontsporingen lijken. Deze blog is deel 11 in de serie over een rechtsstatelijk onderwerp. Deel 10: Een NEE is dringend nodig tegen het rechtsstatelijk vandalisme: https://beroepseer.nl/blogs/een-nee-is-dringend-nodig-tegen-het-rechtsstatelijk-vandalisme/ Deel 9: De rechtsstaat een utopie? https://beroepseer.nl/blogs/de-rechtsstaat-een-utopie/ Deel 8: Eenheid: een riskant recept voor de rechtsstaat. https://beroepseer.nl/blogs/eenheid-een-riskant-recept-voor-de-rechtsstaat/ Deel 7: De rechtsstaat: een papieren tijger? https://beroepseer.nl/blogs/de-rechtsstaat-een-papieren-tijger/ Deel 6: Rechtsstatelijke sluiproutes en spookrijden: https://beroepseer.nl/blogs/overheid/rechtsstatelijke-sluiproutes-en-spookrijden/ Deel 5: Een formatie die deformeert: https://beroepseer.nl/blogs/een-formatie-die-deformeert/ Deel 4: Wij en zij in de rechtsstaat: https://beroepseer.nl/blogs/wij-en-zij-in-de-rechtsstaat/ Deel 3: De ambtenaar in tijden van rechtsstatelijk vandalisme: https://beroepseer.nl/blogs/overheid/de-ambtenaar-in-tijden-van-rechtsstatelijk-vandalisme/ Deel 2: Ambtelijke tegenspraak past niet op een spandoek: https://beroepseer.nl/blogs/ambtelijke-tegenspraak-past-niet-op-een-spandoek/ Deel 1: Rechtsstaat: leren leven met onbehagen: https://beroepseer.nl/blogs/rechtsstaat-leren-leven-met-onbehagen/ Omslag van essay van Hans Wilmink, Voorbij boos en achteloos   Voorbij boos en achteloos. Rechtsstatelijk besef als kompas voor overheid en burger, door Hans Wilmink: https://beroepseer.nl  

Read more

Nieuwe, persoonlijke werkwijze haalt mensen uit de bijstand. Besparing 2,5 miljoen euro

Nieuwe, persoonlijke werkwijze haalt mensen uit de bijstand. Besparing 2,5 miljoen euro

RTV Noord meldt dat honderden werkloze mensen uit de Groningse gemeente Pekela de afgelopen jaren aan een baan zijn geholpen. Marco Grimmon schrijft dat de gemeente Pekela dat voor elkaar heeft gekregen door persoonlijke huisbezoeken en in enkele gevallen door het weggeven van een gratis fiets of scooter. In 2021 was 4,0% van de beroepsbevolking van Pekela werkloos. Pekela telt in totaal ongeveer twaalfduizend inwoners. In 2015 lag het werkloosheidspercentage nog op 8,5%. Met een percentage van 4% zit Pekela in de middenmoot van de Groninger gemeenten. Door de nieuwe, persoonlijke werkwijze heeft de gemeente een bedrag van 2,5 miljoen euro bespaard. Maar dat is niet alles. Ook de inwoners profiteren van deze werkwijze, aldus wethouder Ellen van Klaveren. Het is in de eerst plaats winst voor de inwoners. Zij bloeien op omdat ze er weer toe doen. Maak het persoonlijk Hans de Vroome werkt sinds 1990 voor de gemeente Pekela en is adviseur Sociaal Domein en leidinggevende voor het team Werk en Inkomen. “Wij zaten met Veendam in de gezamenlijke organisatie De Kompanjie. In mijn ogen ging er intern te veel aandacht naar die gemeente. En we zouden herindelen met Veendam en Stadskanaal, dus daar lag de focus op. De mensen in de bijstand waren een blinde vlek geworden. Wij hebben hen jarenlang niet gesproken. Acht van de tien hadden het gevoel: “Ik hoor er niet meer bij, laat mij maar. Werken is voor anderen, niet voor mij”. Toen De Kompanjie en de herindeling klapten, kreeg De Vroome een missie. “Wij hebben alle Pekelders met een bijstandsuitkering in kaart gebracht en opgezocht. Wij sturen geen brieven, niks daarvan. Je stapt op de fiets en je gaat naar je inwoners toe. Dat verwacht ik ook van mijn collega’s, ook al zit je hele dagen achter een computer. Maak het persoonlijk, dáár gaat het mij om. Het heeft tijd nodig, maar dit maakt het verschil”. Lees het hele verhaal van Marco Grimmon: Honderden Pekelders uit de bijstand, gemeente bespaart miljoenen, RTV Noord, 28 oktober 2024: www.rtvnoord.nl/politiek/1229808/honderden-pekelders-uit-de-bijstand-gemeente-bespaart-miljoenen   Foto bovenaan is van Markus Winkler

Read more

 

Het Goed werk gereedschap

16 november 2011
Goed werk gereedschap bestaat uit een boek met verhalen, opgaven, discussiethema’s en een reeks waardekaarten. Het gereedschap is bedoeld om gespre…

Publicaties Goed Werk

16 november 2011
Presentatie Opbrengst Routekaart Goed Werk in het Openbaar Bestuur, september 2015 Overzicht Drie jaar Routekaart Goed Werk in het Openbaar bestuur…

GWG in de VS

16 november 2011
Klik hier voor de de website van The Good Work Project. 

GoodWork in the Elementary Classroom

11 november 2011
Posted on October 04, 2011 By Margot Locker “Why is it important to like what you are learning about?” This is one of the first questions Amy Matur…