SPDC OOST
Eindelijk is daar dan het rapport over SPDC Oost. Al jaren wist men dat het er niet deugde. Maar horen, zien en zwijgen was het beleid van vele betrokkenen. Nu wordt er ach en wee geroepen, vanuit de Raad van Bestuur. Waarom niet twee jaar eerder?
Amsterdam, 16 augustus, 2008.
Geachte mevrouw Bot, Voorzitter Raad van Bestuur, AMC de Meren,
Sjalom! Ik erger mij dood aan uw ‘vrome’ woorden in het bulletin van AMC de Meren. Uw woorden zijn vals en onecht. U weet exact wat er aan de hand is, als u zich althans bereid verklaart te luisteren en eens zou komen kijken op de werkvloer van SPDC Oost op de gesloten afdeling. Als u een beetje doorvraagt en goed uw ogen de kost geeft dan kunt u met mij vaststellen dat het hier een gewoon ‘gekkenhuis’ is. Het is op de afdeling vies en smerig. Een grote grondige schoonmaakbeurt is wat onmiddellijk zou dienen te geschieden.
De sfeer op de afdeling is om te snijden en van een constructieve samenwerking is geen sprake. De communicatie tussen de werkvloer en leidinggevende is allerbelabbertst.
Samenvattend: Zowel vanuit mijn professionele invalshoek als verpleegkundige, en vanuit ethisch oogpunt bezien is er sprake van onprofessionele, inhumane en ethisch onverantwoorde zorgverlening.
Ik heb in middels twee collega’s die in gewetensnood verkeren geadviseerd om zo spoedig mogelijk deze ‘ballentent’ te verlaten. Zelf heb ik inmiddels verzocht, om met directe in gang overgeplaatst te worden naar de open afdeling, waar het werkelijk stukken en stukken beter is. Zowel de leidinggevenden als u, als Raad van Bestuur weigeren principieel te redeneren vanuit de werkvloer. Om maar een ‘kreet’ te hanteren: Leidinggevenden, en Raad ven Bestuur hebben letterlijk ‘schijt’ wat er met de patiënten gebeurt op de afdeling.
Inmiddels is het personeel op de werkvloer dermate ongeïnteresseerd en cynisch geworden dat de patiënten zonder meer in een zeer beklagenswaardige positie terecht zijn gekomen.
Tot slot: Wanneer niet per direkt actie wordt ondernomen, waarbij nu eens de werkvloer serieus wordt genomen, en de patiënt, om de ‘kreet’ te gebruiken, centraal staat, moet het u niet verbazen dat binnen twee jaar deze ‘ballentent’ hier, gesloten wordt. Zelfs een blinde kan zien dat het hier voor geen meter deugt. Maar u, ziet en hoort niets.
Uw antwoord, daadkrachtig, professioneel en ethisch verantwoord ingrijpen tegemoet ziend, teken ik met de aan u verschuldigde hoogachting,
Binjamin Heyl, Verpleegkundige SPDC Oost, oud-leraar verpleegkunde, maatschappijleer en ethiek, docent Jodendom
In mijn schrijven 29-11-2008 deed ik het volgende verzoek aan zowel Raad van Bestuur als de Ethische Commissie Arkin: “…dat de commissie een aantal leden kent die gewoon betaald worden en zich onder meer bezighouden met ethische uitgangspunten en criteria waar allen binnen Arkin betrokkenen getoetst kunnen worden, omtrent hun handelen en het nemen van beslissingen door onder meer management en de Raad van Bestuur…”
De ethische commissie meende hier niet op te moeten reageren. De Raad van Bestuur deelde mij mondeling 5 december mee, bij monde van mevrouw drs. N. Engbers, directeur bedrijfsvoering, ketenzorg, dat een dergelijk project er niet in zit.