Nederland telt drie keer zoveel verpleegkundigen als artsen
Ongeveer 60 procent van alle BIG-geregistreerde zorgverleners in Nederland is verpleegkundige. Het grootste deel van hen werkt in een ziekenhuis. Naar verhouding werken er weinig verpleegkundigen die ouder zijn dan 60. Het aandeel mannen is laag, vooral jonge mannelijke verpleegkundigen zijn schaars. Dit meldt het CBS op de Dag van de verpleging – 12 mei 2017 – op basis van cijfers uit het BIG-register.*)
In 2015 stonden ruim 302 duizend werkzame zorgverleners met een beschermde beroepstitel geregistreerd*). Bijna zes op de tien (ruim 177 duizend) zijn verpleegkundige van beroep. Dit is drie keer zoveel als het aantal artsen. Daarnaast telde onze gezondheidszorg ruim 31 duizend fysiotherapeuten, een tiende van alle BIG-geregistreerde zorgverleners. De andere BIG-geregistreerde beroepen zijn gezondheidszorg(GZ)-psycholoog, tandarts, apotheker, psychotherapeut en verloskundige.
Weinig verpleegkundigen boven de 60
Ruim 30 procent van de werkzame verpleegkundigen is tussen de 50 en 60 jaar. Iets meer dan 8 procent van de verpleegkundigen is 60 jaar of ouder. Het lage aandeel oudere zorgverleners geldt ook voor fysiotherapeuten en verloskundigen. Psychotherapeuten en gezondheidszorgpsychologen starten – door hun langere opleidingsduur – op latere leeftijd met werken. Een relatief groot percentage – 22 procent – van de gezondheidszorgpsychologen is 60 jaar of ouder.
Veel verpleegkundigen werken in ziekenhuis
Veertig procent van de 177 duizend verpleegkundigen werken in een ziekenhuis. Bijna een kwart biedt verpleegzorg in een verpleeg- of verzorgingshuis, of in de thuiszorg. Daarnaast is 11 procent werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg en 8 procent in de gehandicaptenzorg. De overige 20 procent is werkzaam in de huisartsenzorg, bij een ambulancedienst, een zorgopleiding of via de uitzendbranche.
Weinig jonge mannelijke verpleegkundigen
Een op de zeven verpleegkundigen is man. Het gaat om bijna 25 duizend mannelijke verpleegkundigen tegen ruim 152 duizend vrouwelijke. Het aandeel mannen stijgt geleidelijk met de leeftijd, onder 60- tot 65-jarige verpleegkundigen is bijna een op de vier verpleegkundigen een man.
Vergeleken met hun vrouwelijke collega’s werken mannelijke verpleegkundigen met name vaker in de geestelijke gezondheidszorgsector en in de sector ‘overig’ (waaronder ambulanceverpleegkunde). Mannelijke verpleegkundigen werken minder vaak in een verpleeghuis- of verzorgingshuis en in de thuiszorg.
Drie keer zoveel verpleegkundigen als artsen, Centraal Bureau voor de Statistiek, 12 mei 2017: www.cbs.nl
Noot
*) BIG-zorgverlener. Zorgverleners kunnen zich in het BIG-register registreren als zij voldoen aan de wettelijke opleidings- en werkervaringseisen die voor hun specialisme gelden. Met een BIG-registratie mogen zij hun beroepstitel gebruiken en vallen zij onder het tuchtrecht.
In dit artikel worden de aantallen BIG-geregistreerde zorgverleners gegeven waarvan bekend is dat ze werkzaam zijn in loondienst of als zelfstandige. De reden hiervoor is dat BIG-registraties enige tijd kunnen blijven staan nadat men stopt met werken.