Nieuwe structuren in de zorg: Kleinschaligheid op grote schaal
Kleinschaligheid – bekeken vanuit verschillende ervaringen in zowel binnen- als buitenland – is het thema van het april-nummer 2017 van MedZ, het tweemaandelijkse vakblad voor de praktijkhoudende huisarts.
Op pagina 13 staat een artikel over zorgverzekeraar ENO. De meeste zorgverzekeraars zijn dol op grootschaligheid, want dat organiseert zo makkelijk. ENO niet. Deze regionale zorgverzekeraar, vooral bekend van Salland Zorgverzekeringen, gelooft in kleinschaligheid en koestert die ook. Jos Peeters, directeur Zorginkoop en Commercie, gaat voor korte lijnen en persoonlijk contact: “Wij kennen onze zorgverleners bij naam en toenaam”.
En hoe gaat dat met kleinschaligheid binnen het ziekenhuis? Bestuurslid Herman Suichies van de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen vertelt over zijn ervaringen bij het Orthopedisch Centrum Oost-Nederland (OCON), een soort Zelfstandig Behandel Centrum binnen het ziekenhuis in Hengelo, waar hij onlangs een nieuwe knie kreeg. Daar behandelen ze zeshonderd nieuwe knieën per jaar, een unieke plek in Nederland. OCON is geboren uit frustratie over de lange lijnen in het ziekenhuis waar eigen ideeën over het verbeteren nooit doorkwamen. Waar bezuinigingen – door slimme efficiënte oplossingen – in de grote ziekenhuispot verdwenen, en waar het aanschaffen van innovatieve zaken eindeloos duurde. Nu koopt OCON deze zelf in. Wel via de ziekenhuisorganisatie maar zonder vertraging, met hogere procesefficiëntie en minder management. De organisatie deed Suichies denken aan het Buurtzorgmodel in de thuiszorg.
Draait men kleinschaligheid definitief de nek om?
In Alaska heeft de transitie naar kleinschaligheid in de zorg tot imposante resultaten geleid. Daar was de eerstelijns gezondheidszorg voor de inheemse Indianen vroeger slecht geregeld. Er was een log bureaucratisch systeem, bestuurd vanuit Washington waarbij Indianen begunstigden waren van de Indian Health Service. Met ontevreden patiënten en zorgverleners. Dat wijzigde radicaal met het ontstaan van het NUKA system of care, dat gemaakt, gemanaged en in bezit is van de Indianen en dat zorgt voor het fysieke en geestelijke welbevinden van hun klanten. De klanttevredenheid ligt op 94 procent.
Eelke van Ark stelt in haar artikel de vraag of de huisarts een managementorganisatie nodig heeft om samen te werken binnen de eerste lijn? Ondertekenaars van het hoofdlijnenakkoord (2013) willen honderden miljoenen euro’s inzetten voor nieuwe organisatievormen die de huisartsenzorg in de toekomst een heel ander gezicht gaan geven. Draait men daarmee kleinschaligheid definitief de nek om? In een nieuw plan van aanpak ter versterking van de eerste lijn is sprake van een nieuwe regio-organisatie die een gebied met honderd tot tweehonderd huisartsen omvat met tien- tot twintigduizend patiënten.
Een ander geluid
Een ander geluid laten Thijs Jansen en Corné van der Meulen van Stichting Beroepseer horen in hun vaste column. Zij beweren dat de transitie naar meer kleinschaligheid onomkeerbaar is. Protestacties hebben tot een breed gedeeld besef geleid dat in de zorg nieuwe organisatiestructuren nodig zijn. De huidige focus op grootschaligheid, doelmatigheid en afvinklijsten, lijkt niet langer houdbaar. De tijd is rijp voor ‘kleinschalige zorg’.
In het februari-nummer van MedZ schreef longarts Sander de Hosson over zijn strijd voor goede palliatieve zorg. In dit nummer brengt hij een ode getiteld Fantastisch aan de verpleegkundigen. Zij zijn de ruggegraat van de (menswaardige) zorg.
Lees hier MedZ no 2, april 2017:
https://issuu.com/appr-naarden/docs/boek_medz2_58ce6aee6423d3