Interview met Jos de Blok over Buurtzorg: de ondernemer en de instelling
Jos de Blok heeft de brief nog liggen waarin hij de directie van de organisatie waar hij als wijkverpleegkundige werkte waarschuwde voor de ontwikkelingen in de zorg. Dat was in 1993. Ze zouden volgens hem niet goed uitpakken in de wijkverpleging, de gezinszorg en de thuiszorg. Het was de tijd van fusies, alles moest groter en regionaler.
De Bloks profetische blik wat betreft de ontwikkelingen in de zorg is duidelijk gebaseerd op diep inzicht in de werkelijkheid. Hij blijkt een visionaire sociaal ondernemer tijdens een interview met Thijs Jansen van Beroepseer op een werksessie van Vitale lokale samenlevingen in het kantoorgebouw van Buurtzorg Nederland in Almelo. Aanwezig daarbij zijn vijfentwintig deelnemers, afkomstig uit de zorgsector, het sociaal werk, het onderwijs en de politiek.
Buurtzorg is een in 2006 door Jos de Blok opgerichte thuiszorgorganisatie waar kleine, zelfsturende teams van tien tot twaalf personen werken, bestaande uit (wijk)verpleegkundigen en wijkziekenverzorgenden. Buurtzorg begon met een team. Inmiddels zijn er meer dan achthonderd teams, met een omzet van 320 miljoen euro.
Internationaal is Buurtzorg ook bezig met een spectaculaire expansie: in Azië in landen als Japan, China, Korea en Singapore: “We gaan ook naar Taiwan en Hongkong. In Zweden en Amerika zijn we al wat langer bezig. We zijn recent begonnen in Engeland en Schotland. De Schotse overheid heeft gevraagd of we acht projecten willen starten en ondersteunen. In België en Duitsland is een club bezig voorbereidingen te treffen. Ook in Zwitserland, Oostenrijk,Tsjechië, Canada en Australië. We zijn ook in Moskou geweest.
Veel landen zijn op zoek naar hoe ze de gezondheidszorg voor de toekomst het beste kunnen regelen en Nederland staat bekend om zijn lange geschiedenis van primary health care”.
Sinds najaar 2015 staat De Blok met Buurtzorg voortdurend in het nieuws. Eerst vanwege plannen voor het oprichten – met drie anderen – van een nieuwe zorgverzekering. Daarna vanwege zijn aanbod werkzaamheden over te nemen van de bijna failliete thuiszorgorganisatie TSN waar 12.000 medewerkers voor 40.000 cliënten werken in circa 350 gemeenten.
Terug naar de relatie en contact maken met de mensen
Het idee om Buurtzorg te beginnen ontstond “bij mijn afscheid in 1993. Tot 1994 heb ik gewerkt in Lochem als wijkverpleegkundige. De veranderingen in diverse sectoren van de zorg waren toen in volle gang. Men ging fuseren. Er kwamen indicatiecentra. Ik heb toen een brief geschreven aan de directie hoe de ontwikkelingen zouden uitpakken. Die zijn vrijwel allemaal uitgekomen. Ik heb tegen mijn collega’s gezegd bij mijn weggaan dat ik pas tevreden zou zijn als ons vak weer in ere hersteld is”.
In het kantoor van Buurtzorg in Almelo hangt een tekst aan de muur: Buurten is beter dan zorgen. Het is essentieel, zegt De Blok, “dat we weer teruggaan naar de relatie, naar contact maken met de mensen in de wijk en vanuit een vertrouwensrelatie iets opbouwen. Zo kom je te weten wat nuttig is om te doen”.
Buurtzorg is er ook voor jeugd en gezin. In Zaltbommel is Buurtzorg Jong aan de slag gegaan; de kosten zijn nu veertig procent lager dan het jaar daarvoor. Er zijn minder verwijzingen en minder problemen op straat. Jongeren van een vrij grote Marokkaanse gemeenschap daar veroorzaakten nogal eens problemen. Nu werken daar ‘vier stevige Marokkaanse jeugdwerkers’ die contact met de wijk maken en samenwerken met de politie.
Naast Buurtzorg Jong zijn er teams actief op andere terreinen: Buurtdiensten voor huishoudelijke hulp; Buurtzorghuis voor zorg in de laatste levensfase; BuurtzorgT voor psychiatrische zorg thuis, in inmiddels twaalf gemeenten; Buurtzorgpension voor tijdelijk verblijf in een pension; Buurtzorg Kraam voor kraamzorg voor moeder en kind; Buurtzorg Wonen om de wijk vriendelijker te maken zodat mensen niet meer naar een verpleeghuis hoeven.
De Blok: “We krijgen vragen van gemeenten over een dementievriendelijke buurt. Marken bijvoorbeeld wil dat de ouderen niet meer uit Marken weg hoeven en men vraagt ons of we daar een oplossing voor hebben. Natuurlijk hebben we die”.
Het keukentafelgesprek
Een vraag vanuit het publiek betrof decentralisatie. Hoe kijkt De Blok daar tegenaan? Hij zegt het verschrikkelijk te vinden: “Hoe is men op het idee van het keukentafelgesprek gekomen? Mensen voelen zich geschoffeerd, beledigd. Wie gaat nu aan iemand die hulp nodig heeft of een probleem heeft, vragen: heb je er wel goed over nagedacht? Wat mij het meest hieraan stoort is de houding. Als je niet op een empathische manier luistert naar wat mensen mankeert en vandaaruit gaat redeneren, komt er geen goede oplossing. Als je met een vooropgezet doel een gesprek aangaat en opleest wat in de documenten staat… Wat een flauwekul. Zien wat er aan de hand is in een gesprek en van daaruit iets gaan doen, of niet, daar zit de beroepshouding en het vakmanschap. Niet in een strategietje van de gemeente. Af en toe ben ik benieuwd hoe we over tien jaar terugkijken op deze periode, waarin we de meest onnozele zetten hebben gedaan”.
We hebben tien jaar stilgestaan
Volgens De Blok hebben wij de laatste tien jaar steeds meer kennis verloren: “De bestuurders en managers zitten de hele dag met elkaar te overleggen, en de mensen die de hele dag ervaringen opdoen, hebben nauwelijks de ruimte om met elkaar over hun ervaringen te praten. Er is een kloof ontstaan met de jongeren. De kennis wordt gewoon niet meer van generatie op generatie doorgegeven. In de wijkverpleging hebben we tien jaar stilgestaan. Ik ben al vijfendertig jaar lid van de vakbond, maar ik heb wel overwogen eruit te stappen, omdat ik vind dat de vakbonden zich teveel verbonden hebben aan de bestuurders van organisaties en te weinig aan de leden. De vraag is dan wel: waar ligt de legitimiteit van de vakbond? Bij het vak natuurlijk. Dat zou weer topprioriteit moeten worden bij de vakbonden. Aan inhoud, vakmanschap en duurzame ontwikkeling van beroepsgroepen zou weer een positie moeten worden geven”.
Weten door ervaring
Later op de avond geeft Gabriël van den Brink, emeritus hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde, een samenvatting waarin hij opmerkt dat mensen die het werk doen beschikken over wat wel ‘tacit knowledge’ genoemd wordt, weten door ervaring, weten door te doen: “Ze kennen de routines, weten waar het over gaat, maar die kennis is niet zomaar in een model om te zetten. Bij dat weten hoort ook een bepaalde manier van kijken, van waarnemen. Weten en nadenken horen bij elkaar. Zien wat nodig is in een situatie, is een element van professioneel weten. De tegenpool hiervan zijn de keukentafelgesprekken. Zij zijn een subtiele vorm van bureaucratie. Als je niet ziet wat nodig is, kun je geen zorg en onderwijs geven en kun je geen politiewerk doen”.
Klik hier voor het hele verslag van het interview met Jos de Blok: De ondernemer en de instelling: https://beroepseer.nl
De werksessies van Vitale Lokale Samenlevingen hebben o.m. tot doel te weten te komen wat sociaal voortrekkers beweegt, wat voor motieven zij hebben en hoe zij hun initiatief weten te realiseren.
Op de foto bovenaan: Thijs Jansen (links) interviewt Jos de Blok