Skip to main content

Binjamin Heyl houdt pleidooi voor humane en professionele zorg

Als verpleegkundige en verzorgende word je er telkens op gewezen dat dit beroep zo mooi is: wat is nu mooier dan de kwetsbare, van jou afhankelijke medemens warmte en veiligheid bieden? De medemens die zich niet kan verdedigen verzorgen, begeleiden en verplegen op professionele en humane manier?
Toch zien we dat de zorg aan mensen die zeer kwetsbaar zijn een soort afvoerputje is geworden, een proces dat zich al geruime tijd geleden begon af te tekenen.

Opvallend is dat van zorgverleners alsook mantelzorgers verwacht en geëist wordt dat zij optimale zorg verlenen, ongeacht of hen dat wel, dan niet mogelijk wordt gemaakt. Een vreemde redenering wanneer de middelen en mogelijkheden er niet zijn om dan te eisen dat de zorgverleners en mantelzorgers in de leefwereld van mensen die lijden aan dementie optimale professionele en humane zorg en begeleiding bieden.

Die eisen kunnen gesteld worden omdat de medewerkers op de werkvloer heus niet gezamenlijk in opstand komen om professionele en humane zorg af te dwingen. Zo kwam men niet gezamenlijk in opstand toen besloten werd om het aantal medewerkers op de werkvloer zowel kwalitatief als kwantitatief in mindering te brengen. Dat de kwaliteit van zorg dan zou verminderen, kon iedereen snappen. Vanuit de werkvloer geredeneerd was er voor de zorgverleners en mantelzorgers geen enkele reden om massaal en eensgezind in opstand te komen, daar de zorg- en dienstverlening professioneel en humaan zou blijven. Ik neem aan dat ook managers, leden van de raad van bestuur en leden van de raad van toezicht van mening waren dat er geen enkele reden was om in opstand te komen. We zien dus dat op instellingsniveau zowel de werkvloer als het management elkaar gevonden hadden.

Nog steeds: Grote scheiding tussen werkvloer en management

Het kan dan ook niet verbazen dat besloten werd dat mensen die lijden aan dementie een 24-uur-luier aan te trekken. Dat werd beschouwd als integer, professioneel en humaan handelen. Het voordeel is inderdaad dat aan dementie lijdende mensen gewoon vrij en blij hun behoeften kunnen doen als ze dat willen. Als bijkomend voordeel heeft het ook nog eens dat verzorgenden niet telkens iemand naar het toilet hoeven te brengen en minder vaak iemand hoeven te verzorgen.
Iedereen blij. De mens die zo’n luier aan heeft zie je stralend en blij over de afdeling wandelen. Verzorgenden blij dat deze humanisering geïmplementeerd werd. Managers, leden van de raad van bestuur en leden van de raad van toezicht blij dat zij door hun toestemming zoveel vreugde en blijheid konden bezorgen bij deze lieve oudjes.
Het kan dan ook niet verbazen dat zowel zorgverleners als management geen enkele reden hebben om gezamenlijk en eensgezind in opstand te komen.
Wanneer ik dan ook hoor dat er een grote scheiding is tussen werkvloer en het management, kan ik dat niet geloven. Uit bovenstaande blijkt toch hoe de werkvloer en het management gebroederlijk optrekken in het intensiveren van professionele en humane zorgverlening en dat degenen die roepen om eindelijk eens in opstand te komen echt de plank volkomen mis slaan.

Dan hoor ik bij Pauw treurige verhalen over toestanden in een verpleeghuis. Ik geloofde er helemaal niets van. Laten we eerlijk zijn, hoeveel mensen strijden niet voor behoud, versterking en uitbreiding van humane en professionele zorg- en dienstverlening?

Is het niet staatssecretaris Van Rijn die garant staat dat professionele en humane zorg- en dienstverlening prioriteit blijft en met hem dus het gehele kabinet en onze volksvertegenwoordigers? Zij eisen dan ook dat zorgverzekeraars, patiëntenverenigingen, verenigingen voor verpleegkundigen en verzorgenden, alsook de verenigingen voor mantelzorgers, leden van de raad van bestuur, leden van de raad van toezicht en tot slot verenigingen voor managers, zich optimaal inzetten voor de kwetsbare en aan de ziekte dementie lijdende mens.
“Wij bewindslieden en volksvertegenwoordigers staan als één man achter kwetsbare oudjes die we allen in ons hart meedragen, zodat wij ons telkens bewust zijn waartoe wij op aarde zijn”.

Wij zullen in opstand komen wanneer één van deze verenigingen niet garant staat voor optimale, professionele en humane zorg- en dienstverlening door als één man achter kwetsbare oudjes te staan.

Ook de zorgverzekeraars staan garant. Zij eisen dat bewindslieden en volksvertegenwoordigers, patiëntenverenigingen, verenigingen van mantelzorgers, verpleegkundigen en verzorgenden, alsook die van managers, raden van bestuur en toezichthouders zich optimaal inzetten voor de kwetsbare en aan dementie lijdende mens.
“Wij zullen dan ook nooit toestaan dat wie dan ook een vijandelijke hand uitsteekt naar deze mensen die door ons erkend zijn als medemensen”.

Wij zullen in opstand komen wanneer wie, of welke instantie dan ook niet garant staat voor optimale, professionele en humane zorg- en dienstverlening door werkelijk alles uit de kast te halen voor deze kwetsbare, dementerende medemens.

Zijn het niet de managers, leden van de raad van bestuur en leden van de raad van toezicht die zich totaal inzetten voor professionele en humane zorg- en dienstverlening? Zij eisen dan ook dat bewindslieden, volksvertegenwoordigers, zorgverzekeraars alsook patiëntenverenigingen, de vereniging van mantelzorgers en de verenigingen van verpleegkundigen en verzorgenden zich optimaal inzetten voor de kwetsbare en aan dementie lijdende mens.
“Wij houden zielsveel van deze schatten van kwetsbare mensen en verheugen en verblijden ons om hen te mogen dienen”.

Wij zullen in opstand komen wanneer wie dan ook ons zal verhinderen om ons optimaal in te zetten voor deze schatten van medemensen. Wij zullen in opstand komen tegen wie dan ook die ons belemmert optimale, professionele en humane zorg te bieden. Bij deze is iedereen gewaarschuwd.

Zijn het niet de patiëntenfederatie NPCF en de Vereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden, en op de achtergrond de Vereniging voor mantelzorgers, die zich totaal inzetten voor de leefwereld van de aan dementie lijdende mens? Een wereld waar deze lieve en kwetsbare mensen zich veilig en geborgen kunnen weten en kunnen rekenen op voldoende kwaliteit en kwantiteit?
Zij zullen daarom massaal en eensgezind in opstand komen tegen hen die willen afpingelen, ongeacht of dit afpingelen geschiedt door de overheid, de volksvertegenwoordiging, de zorgverzekeraars, de managers, de leden van de raad van bestuur en de leden raad van toezicht. “Wij staan pal achter onze oogappels (de oogappel voorgesteld als het dierbaarste wat men bezit) en zullen hen nooit in de steek laten en als het moet het gevecht aangaan, massaal en eensgezind”.

Wij zullen dan ook gezamenlijk en eensgezind in opstand komen als door wie dan ook onze oogappels bedreigd worden en het ons onmogelijk wordt gemaakt hen veiligheid en warmte te bieden. Zij hebben  recht op een menswaardig leven in een leefwereld die volledig op hen gericht is.

Gelukkig leven wij in een beschaafd land waar alle hierboven betrokkenen een warme deken zijn voor de mens die lijdt aan dementie en verblijft in een verpleeghuis. Er is geen enkele reden om in opstand te komen.

Ik heb een dozijn verpleeghuizen gebeld

Het was dan ook voor mij verbijsterend toen ik de Volkskrant van 7 november 2014 opensloeg en het volgende las: “Gesloten verpleegafdelingen, putje van de zorg”. En dan lees ik een ‘treurverhaal’ waarvan ik niet weet of ik nu moet huilen of lachen. En of ik het nu moet geloven of niet.

“Verpleeghuis WZH stelt, na klachten over wantoestanden, dat er steeds ‘zwaardere’ cliënten binnenkomen, mede als gevolg van nieuw overheidsbeleid”.

Ik heb onmiddellijk de woordvoerder gebeld van WoonZorgcentra Haaglanden (WZH).
“Het klopt dat er steeds zwaardere cliënten binnenkomen, mede als gevolg van nieuw overheidsbeleid. Hierbij dient aangetekend te worden dat deze instelling een zeer goede naam heeft en zelfs prijzen heeft gewonnen vanwege uitstekende zorg- en dienstverlening aan kwetsbare mensen. Zij hebben dan ook kwantitatief voldoende personeel aan bed en deze zijn vervolgens uitstekend gekwalificeerd. Via de tv-uitzending van Pauw maakte ethica Dupuis duidelijk dat de geuite klachten niet beschouwd kunnen worden als de waarheid omdat zij als lid van Raad van Toezicht toch een ander beeld heeft van de werkelijkheid. Eveneens zijn wij er ons van bewust dat zij er zeker op toeziet dat de leden van de Raad van Bestuur, alsook haar collega’s binnen de Raad van Toezicht integer handelen en op ethisch verantwoorde wijze tot besluitvorming komen. Tevens wil ik u erop wijzen dat mevrouw Dupuis erop toeziet dat ook zorgverleners en mantelzorgers zich integer gedragen en ethisch verantwoord handelen. Uw suggestie of er eventueel opgeroepen dient te worden om in opstand te komen, verwerpen wij.
WZH biedt een uitstekende leefwereld voor mensen die lijden aan dementie: warm, veilig en liefdevol én volgens de nieuwste wetenschappelijke inzichten. De zorgverleners krijgen uitstekende bijscholingscursussen, en mantelzorgers alle ondersteuning die zij behoeven”.

Patiëntenfederatie NPCF stelt dat het op veel meer plaatsen zo gaat, met name op gesloten afdelingen van verpleeghuizen. “Dat is het afvoerputje van onze zorg”, zegt directeur Wilna Wind. “Er zijn te weinig mensen, het luierprobleem is nog steeds niet opgelost, het opleidingsniveau van het personeel daalt. Niemand ziet wat er op die gesloten afdelingen gebeurt, dus wordt gedacht: we laten het maar zo”.

Ik heb een dozijn verpleeghuizen gebeld.  Men was onthutst, ontsteld en verbijsterd. Ook onthutst, ontsteld en verbijsterd dat de beroepsvereniging voor verpleegkundigen en verzorgenden het met deze constatering kennelijk eens was: “Dit beeld wordt bevestigd door de Vereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN). Volgens woordvoerster Francis Bolle is de kwestie in het Haagse verpleeghuis geen incident. Het is helaas herkenbaar. ‘Wij krijgen geregeld meldingen van werknemers in de zorg over dit soort trieste situaties. Dit gebeurt door het hele land’.”

Ik werd een beetje duizelig van deze tegengestelde signalen want de twaalf verpleeghuizen die ik heb gebeld waren zo geschokt dat zij aanvankelijk geen woorden genoeg hadden voor wat hen aangedaan werd. Hun reacties kan ik als volgt samenvatten.
“Onze instelling is gebaseerd op optimale professionele en humane zorgverlening en ook al gaat er soms iets mis, bij ons werken mensen en nog geen robots. Er is geen enkele reden dat wij afgezeikt worden, zoals door Wilna Wind en Francis Bolle. Afvoerputje van de zorg! Afvoerputje van de zorg! Walgelijk! En nog eens walgelijk! Hoe durven ze! Duidelijk is dat ze die onzin zelf niet geloven, anders zouden zij hun achterban en de achterban van mantelzorgers oproepen om massaal en eensgezind in opstand te komen. Zij durven dat niet omdat zij heel goed weten dat hun achterban zich niet herkent in het door hen geschetste beeld”.

Onaantastbare macht

Gelukkig ben ik als oud-verpleegkundige met pensioen en ging dus met notitieblok en pen op bezoek bij instellingen met een gesloten psychogeriatrische afdeling. Ik bezocht ook ambtenaren, werkzaam voor staatssecretaris Van Rijn en de Vereniging voor mensen die lijden aan dementie, de mantelzorgers, de verpleegkundigen en verzorgenden, zorgverzekeraars en verenigingen van managers, raden van bestuur en toezichthouders. Mijn bevindingen zullen zeker zeer subjectief zijn omdat ik uitga van de leefwereld van hen die lijden aan dementie en ook nog eens met de bril op van een verpleegkundige met pensioen die op zijn 16e jaar als (aspirant) leerling-verpleger begon aan zijn lange loopbaan.

Mijn conclusie is dat ik me werkelijk verbaas dat er nog steeds geen gezamenlijke opstand is uitgebroken vanuit de Vereniging van Verpleegkundigen en Verzorgenden, Vereniging voor mantelzorgers en vrijwilligerszorg en de Patiëntenfederatie NPCF.

Duidelijk is geworden dat klagen nauwelijks enige zin heeft, al zijn er zeker uitzonderingen. Klagen wordt tot de dag van vandaag bijna onmogelijk door de houdgreep communicatie. We hebben te maken met communicatie waarbij het niet gaat om de zorgvrager maar om het schoonhouden van het eigen straatje. Door deze wijze van communiceren wordt als regel naar de ander gewezen en als regel zijn het de verzorgenden binnen de leefwereld die het onderspit delven. Gelet op het feit dat de machtsverhoudingen zo uit balans zijn, kan men niet anders verwachten.
Zo hoeven managers, leden van de raad van bestuur en toezichthouders geen enkele verantwoording af te leggen aan de werkvloer en dient de werkvloer volledige verantwoording af te leggen aan het management. Het kan dan niet verbazen dat bij verpleegkundigen en verzorgenden het beeld ontstaat van “zij zijn groot en ik is klein”.

Daar komt bij dat een lid van de raad van bestuur in instelling A, toezichthouder is in instelling B en vice versa. Door het feit dat zowel bestuurders als toezichthouders meerdere bestuurlijke functies hebben, ontstaat een heel sterk netwerk van ‘ons kent ons’ waardoor deze bestuurders onaantastbaar zijn, of zij moeten wel heel gekke sprongen maken.
Door deze onaantastbare macht kunnen bestuurders zowel binnen de instelling als richting zorgverzekeraars en de politiek hun gang gaan.
Er ontstaat een situatie dat iedereen, en dus niemand, verantwoordelijk is.

De zorgvrager wordt geslachtofferd op het altaar van doorschuiven van verantwoordelijkheid. Machthebbers willen geen macht delen en zij die meer macht zouden behoren te hebben, als tegenmacht, weten niet hoe deze te verwerven.

Met name bestuurders, toezichthouders, zorgverzekeraars en politici weigeren in te zien dat macht zonder tegenmacht corrumpeert. Ondanks alle mooie woorden en prachtige websites is de zorgverlening aan mensen op een psychogeriatrische afdeling inderdaad een afvoerputje.
Het is al die hierboven genoemde verenigingen, die weglopen voor hun verantwoordelijkheid, wel degelijk aan te rekenen dat het zover heeft kunnen komen. Zij weigeren gezamenlijk op te staan onder het motto: om erger te voorkomen.
Deze houding wordt door bestuurders, toezichthouders, zorgverzekeraars en politiek erg op prijs gesteld.

Florence Nightingale blijft zich maar omdraaien in haar graf. Zij was niet bang, sloeg met de vuist op tafel en trok ten strijde zoals de pioniers na haar. De strijdlust is verdwenen, verpleegkundigen en verzorgenden zijn bang en moe. Florence Nightingale en andere pioniers zijn verworden tot schimmen uit een ver verleden.

Binjamin Heyl
oud-verpleegkundige