Bevlogenheid en motivatie kunnen stress en burn-out voorkomen bij jonge specialisten

Daan Marselis heeft een artikel in het tijdschrift Mednet gewijd aan de grote werkdruk van aiossen en het gevaar van burn-out: Werk en privé legt grote druk op aiossen. Een aios – assistent in opleiding tot specialist – doet tegen betaling promotieonderzoek aan de universiteit.
Hij schrijft: “Ziek zijn is voor niemand leuk, maar burn-out is het absolute spookscenario voor veel (jonge) professionals. Dat past toch niet bij het beeld van het succesvolle individu?
Hoewel medici vaak denken dat ziekte en vermoeidheid hen niet zullen treffen, wijzen statistieken uit dat aiossen bovengemiddeld vaak een burn-out krijgen. Het meest recente onderzoek naar de prevalentie van burn-out onder aiossen is alweer een paar jaar oud. Het betreft het onderzoek waarop Jelle Prins in 2010 promoveerde aan het UMC Groningen. Daaruit bleek dat 20 procent van de aiossen burn-outverschijnselen ervaart. Terwijl 8 tot 10 procent van de gehele beroepsbevolking hetzelfde meemaakt.

De Jonge Orde1) stelt niet te weten of burn-out tegenwoordig vaker voorkomt. Wel kreeg de belangenvereniging via de Jonge Klare-enquête2) informatie over burn-out. Ruim 10 procent stelde dat ze burn-outklachten hadden. Een oorzaak daarvoor kan de vereniging nog niet aanwijzen.
In het najaar wil de belangenvereniging over het onderwerp publiceren.
Jelle Prins3) durft de stelling niet aan dat burn-out steeds vaker voorkomt. Daarvoor is meer onderzoek vereist.
Loes van der Linden van het Carrièrecentrum voor Artsen denkt dat er tegenwoordig vooral makkelijker over gepraat wordt. “Ik draai nu elf jaar mee in de zorg en ik heb de indruk dat het gemakkelijker aan het licht komt en dat er opener over gesproken wordt”.

Ze wijst erop dat de risicofactoren waarschijnlijk wel toenemen. “De hele maatschappij is anders. De partner werkt vaak ook en dus kost het meer moeite om het gezinsleven te organiseren. Dat is een simpel element dat al tot meer stress leidt. Maar het meewerken is vaak wel noodzakelijk omdat het leven duurder is geworden. Aiossen houden tegenwoordig meer ballen in de lucht” Prins stelt dat ook meespeelt dat de geneeskunde steeds meer een feminien vak wordt, terwijl de cultuur nog sterk masculien is. Hij noemt een praktijkvoorbeeld: “Een mannelijke assistent heelkunde vroeg ouderschapsverlof aan de opleider. Deze opleider reageerde door te stellen dat dat natuurlijk een legitieme vraag was, maar dat de desbetreffende aios dan beter een andere opleiding kon kiezen”.

Loopbaancoaching
Het Carrièrecentrum verzorgt loopbaancoaching voor artsen en andere zorgprofessionals. Van der Linden geeft als directeur van het centrum niet zelf begeleiding. Wel houdt ze intakegespreken met artsen die om hulp vragen. Ze schat dat 30 procent van haar clientèle aios is. “Wij merken bij aiossen dat het fout gaat in de combinatie tussen de vele uren die ze moeten werken en de druk die op ze wordt uitgeoefend. Er geldt toch nog steeds een meester-gezelverhouding. Dat leidt ertoe dat sommigen moeite hebben om voor zichzelf te gaan staan; het is dan meer van ‘ja’ en ‘amen’, terwijl ze eigenlijk ‘nee’ willen zeggen.”
Van der Linden merkt dat aiossen op andere manieren ook worstelen met de verhoudingen binnen het ziekenhuis. “Het kan voorkomen dat je op een cruciaal moment een medisch specialist nodig hebt, maar dat je even daarvoor dezelfde specialist voor niets hebt laten komen en een flinke snauw hebt gekregen. Sommigen vinden het dan moeilijk om diezelfde persoon nog eens te bellen, terwijl de patiënt dat wel nodig heeft. Dat zijn de momenten waarop ze zich onzeker voelen. Dat levert spanning op.”

Dat bleek ook uit het promotieonderzoek van Jelle Prins. Juist door gebrekkige ondersteuning van hun opleider kunnen aiossen in de problemen komen. Hij noemt ook een voorbeeld. Een arts-assistent bij wie in de eerste nacht werken een patiënt overleed, werd bij de overdracht gevraagd alle waardes nog eens op te noemen. Eigenlijk had zij behoefte aan emotionele ondersteuning. Maar spanning kan ook van binnenuit komen, vertelt Prins. “Bijvoorbeeld omdat verwachtingen niet uitkomen. Dat is een belangrijke factor die tot stress kan leiden.”
Dat ziet Van der Linden ook. “Het kan gaan om allerlei zaken. Mensen denken bijvoorbeeld dat ze nachtdiensten wel aankunnen, maar dan blijkt dat hun bioritme daarvoor niet geschikt is.” Van der Linden hoort ook regelmatig dat aiossen de verkeerde keuze hebben gemaakt. Bijvoorbeeld omdat ze de voorkeur voor een specialisme baseerden op één leuk coschap. Ze adviseert basisartsen om zich wat beter voor te bereiden op het maken van de keuze voor een specialisme.”

Plezier hebben in het werk, bevlogenheid en opgaan in het werk helpen tegen stress. Om bevlogenheid te meten, gebruikt Prins een vragenlijst die al eerder internationaal is gebruikt: in hoeverre aiossen energie uit hun werk halen, in hoeverre ze prettig door hun werk in beslag genomen worden en in hoeverre ze gemotiveerd zijn. Deels kunnen aiossen zelf hun bevlogenheid vergroten, door bijvoorbeeld meer autonomie af te dwingen.
Volgens Van der Linden kan dat als aiossen goed in hun vel zitten: “Als de aios zichzelf goed kent, en weet wat belangrijk is, wordt zijn handelen als puur ervaren, krijgt hij minder negatieve feedback en maakt hij keuzes die echt bij hem passen. Zo is burn-out te voorkomen.”

Het artikel Werk én privé legt grote druk op aiossen, door Daan Marselis, is verschenen in Mednet 7 en te lezen op de site van Mednet: www.mednet.nl (23 september 2013).

Lees ook op Blogs Beroepseer: Jonge medisch specialisten lijden aan stress en burnout door managementtaken, 20 december 2012. https://beroepseer.nl

Noten
1) De Jonge Orde is de beroepsvereniging voor en door aio’s. Heet tegenwoordig De Jonge Specialist (DJS), opgericht op 1 januari 2014 uit de fusie tussen de ledenvereniging De Jonge Orde en de federatie van juniorverenigingen LVAG gelieerd aan de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD).

2) Zie voor Uitkomst Jonge Klaren-enquête: www.dejongeorde.nl (Site is opgeheven. Niet meer beschikbaar).
(Jonge klaren=medisch specialisten die recent de opleiding hebben voltooid).

3) Jelle Prins is decaan aan MCL Academie en heeft vergevorderde plannen voor een vervolgonderzoek op zijn studie naar burn-out onder aiossen. Dat nieuwe onderzoek moet begin 2014 van start gaan en hij wil het richten op het tegengaan van uitputting en stress.

Nieuwsbrief ontvangen?

Wij houden u graag op de hoogte van actuele ontwikkelingen binnen Stichting Beroepseer.  Wilt u onze nieuwsbrief ontvangen? Dan kunt u zich hieronder aanmelden.

Contact

Adres:
Multatulilaan 12
4103 NM Culemborg

Email:
info@beroepseer.nl

© Stichting beroepseer