Skip to main content

Steeds grotere groep Nederlanders wordt bedreigd door risico op onderbetaling, te lange werkdagen of uitbuiting

omslag staat van eerlijk werkDe Inspectie SZW van het Nederlandse Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een rapport gepubliceerd over het thema ‘eerlijk werk’. In Staat van eerlijk werk gaat de Inspectie in op de druk op de Nederlandse arbeidsmarkt.

Internationale instellingen en wetenschappers wijzen erop dat de relatieve beloning voor de factor arbeid afneemt ten opzichte van kapitaal. Gelukkig groeit na afloop van de recessie de totale koek weer, maar van die koek krijgt de factor arbeid dus volgens internationaal onderzoek een kleiner wordend deel. Ook voor Nederland bestaat het beeld dat de productiefactor arbeid het relatief moeilijk heeft. De afgelopen jaren signaleerde de Inspectie al dat er veel druk staat op loonkosten. Er is sprake van een voortdurende neiging op de arbeidsmarkt constructies te ontwikkelen die de kosten van arbeid verlagen. In de praktijk ziet de Inspectie dat terug in een groter aantal gevallen waarin nationale en Europese regels inzake arbeidsverhoudingen worden ontweken of ontdoken.

De Inspectie heeft geen totaaloverzicht. Hoe vaak mensen worden uitgebuit of onderbetaald blijven, is, ondanks schattingen van diverse instituten, een ‘dark number’. De cijfers en feiten geven een partieel beeld en leiden tot een voorlopige conclusie: een steeds grotere groep Nederlanders wordt bedreigd door het risico op onderbetaling, te lange werkdagen of uitbuiting. Zeker aan de onderkant van de arbeidsmarkt geldt dat het uitgangspunt – werk in Nederland wordt naar Nederlandse maatstaven betaald – onder druk staat.

Schijnconstructies

In de afgelopen vijf jaar uit zich dat in een toenemend aantal meldingen aan de Inspectie van arbeidsuitbuiting en onderbetaling. Bij inspecties worden steeds meer onderbetaalde werkers aangetroffen en groeit het aantal en de variëteit aan schijnconstructies. Een in het oog springende sector is die van de uitzendbureaus. Deze sector maakt al jarenlang circa 40% van de meldingen over arbeidsuitbuiting en onderbetaling uit. In zaken waar arbeidsuitbuiting speelt is een karakteristieke situatie dat arbeidskrachten in het land van herkomst geronseld worden, met schulden worden opgezadeld, geïsoleerd en geïntimideerd worden om vervolgens onder slechte arbeidsomstandigheden lange werkweken te maken. De betaling is minimaal en soms ontvangt men helemaal geen loon. Maar vanwege de toename van het aantal meldingen, de geconstateerde overtredingen en de complexiteit van de gebruikte constructies, zijn ook onderbetaling en ernstige benadeling van werknemers zorgelijk. Malafide werkgevers gokken op een lage pakkans, vaak door onderbetaling te maskeren met een op papier deugdelijke loonadministratie, of door gebruik te maken van detachering- en stukloonconstructies. Verdienmodellen zijn bijvoorbeeld gestoeld op het fors laten betalen voor huisvesting en andere kosten. De Inspectie loopt in de praktijk tegen constructies aan die (bewust) complex zijn gemaakt met het oog op de belemmering van de handhaving. Internationale regels rondom arbeidsverhoudingen bieden intermediairs en bedrijven daartoe de mogelijkheden. Daarnaast zijn slachtoffers vaak niet bereid mee te werken aan inspectieonderzoek, omdat ze bang zijn hun baan te verliezen.

Gezamenlijke aanpak is nodig

De oorzaken van onderbetaling en uitbuiting zijn niet eenduidig en raken veel partijen. Het terugdringen van het risico op oneerlijk werk zal dan ook gezamenlijke actie vergen van werkgevers- en werknemersorganisaties, branches en bedrijven zelf, maar ook van beleidsmakers, toezichthouders en handhavers. In de inspectieprogramma’s gericht op onderbetaling en arbeidsuitbuiting gebeurt al veel. Het gaat om activiteiten als kennisverwerving van sectoren en fenomenen, detectie van risicobedrijven, samenwerking met andere handhavende instanties, het in beweging zetten van brancheorganisaties, handhaven op de hele keten van opdrachtgevers en opdrachtnemers, etc. Sommige programma’s richten zich op dwarsdoorsnijdende thema’s (arbeidsuitbuiting, aanpak schijnconstructies en aanpak notoire overtreders en misstanden), andere programma’s richten zich op specifieke sectoren (horeca, detailhandel, malafide uitzendbureaus, schoonmaaksector, land- en tuinbouw, transport, bouw).

Zo wijst de ABU, de brancheorganisatie voor de uitzendsector die 65% van de branche vertegenwoordigt, op een gebrek aan aandacht voor uitvoeringstechnische aspecten van de arbeidswetgeving. Bouwend Nederland, brancheorganisatie voor de bouwsector, wijst op het belang van een gelijk speelveld in Nederland, maar vooral ook binnen de EU. Regels moeten helder zijn en een goede controle daarop faciliteren. De rol van opdrachtgever wordt binnen de schoonmaaksector centraal gesteld. Brancheorganisatie OSB vertegenwoordigt weliswaar 70% van de werknemers in deze sector, maar geschat wordt dat ongeveer 11.000 bedrijven zich niet hebben aangesloten. Er is ook een OSB-keurmerk, waaraan bedrijven zich moeten houden. Anders worden ze geroyeerd. Veel partijen zijn dus al vanuit hun eigen perspectief bezig onderbetaling en arbeidsuitbuiting tegen te gaan.
De Inspectie wil dat ondersteunen en stimuleren. Er is winst te behalen wanneer partijen, zoals sociale partners, brancheorganisaties, maar ook overheidsinstanties, beter van elkaar weten welke initiatieven er zijn, waarop zij kunnen anticiperen en voortbouwen.

Deze bundeling van krachten is nodig, want economische en maatschappelijkeontwikkelingen zullen de komende jaren arbeidsuitbuitingen onderbetaling naar verwachting doen toenemen.

Klik hier voor downloaden rapport Staat van eerlijk werk – Loon naar werken? Inspectie SZW, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, juni 2017. Klik hier.

staat van eerlijk werk