Participatiesamenleving niet het antwoord
Is de ‘participatiesamenleving’ wel het antwoord op maatschappelijke problemen? Dat is nog maar de vraag, stellen de bestuurskundigen William Voorberg, MSc, prof.dr.Victor Bekkers en dr. Lars Tummers van de Erasmus Universiteit Rotterdam in het artikel A Systematic Review of Co-creation and Co-production in het blad Public Management Review. Onder het mom van de participatiesamenleving wordt in de publieke sector steeds vaker de samenwerking met burgers gezocht via co-creatie en co-productie om samen maatschappelijke problemen het hoofd te bieden. Het effect ervan is echter onbekend.
De rol van burgers in het publieke domein wordt de komende jaren steeds groter. Er ontstaat een ‘participatiesamenleving’ met co-creatie en co-productie: samenwerkingsverbanden tussen overheid en burgers. Hierbij kunnen zowel de overheid als burger het initiatief nemen. Een voorbeeld van co-creatie is het Singelpark in Leiden. Op basis van burgerinitiatief wordt dit park helemaal opgeknapt en gezamenlijk beheerd door gemeente en burgers. Een ander voorbeeld is Porto Alegre (Brazilië), waar burgers op initiatief van de gemeente mogen meebeslissen over de begroting. Deze en talloze andere initiatieven beogen, naast het doel van het initiatief zelf, om bestaande diensten goedkoper te maken (zoals bij het Singelpark) of het legitimiteitsverlies van publieke organisaties tegen te gaan door burgers te betrekken bij overheidshandelen, zoals in Porto Alegre.
Opbrengsten
Voorberg, Bekkers en Tummers concluderen op basis van een uitgebreide literatuurstudie dat er weinig bekend is over de opbrengsten en de effecten van co-creatie met burgers. Het meeste onderzoek is tot nu toe gericht op de factoren die van invloed zijn op deze processen. Hierbij wordt duidelijk dat de meeste aandacht uitgaat naar de overheid of organisatie, in plaats van de burgerkant.
Volgens de bestuurskundigen zullen overheden en publieke organisaties slimme manieren, zoals financiële ondersteuning aan burgerinitiatieven, moeten vinden om co-creatie te kunnen initiëren – naast het bestaande aanbod van publieke diensten. Uit de literatuurstudie blijkt echter dat het verre van vanzelfsprekend is dat overheden dit ook daadwerkelijk doen. Vaak is er sprake van wantrouwen van publieke professionals over de competenties van burgers en is het voor overheden onduidelijk waar de voordelen voor co-creatie en coproductie zitten.
Beter inzicht
De onderzoekers pleiten voor meer onderzoek om beter inzicht te krijgen in de daadwerkelijke effecten van co-creatie en co-productie binnen de participatiesamenleving. Zorgen co-creatie en co-productie inderdaad voor minder kosten, meer legitimiteit en meer vertrouwen tussen burgers en overheid? Of valt het tegen? Daarnaast is er meer aandacht nodig voor welk type burgers bereid zijn tot co-creatie en wat hun stimuleert dan wel hindert bij samenwerking met overheden.
Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van het LIPSE project, Learning from Innovation in Public Sector Environments (www.lipse.org), gericht op het identificeren van invloedrijke factoren op sociale innovatieprocessen.
A Systematic Review of Co-Creation and Co-Production: Embarking on the Social Innovation Journey, W.H. (William) Voorberg, V.J.J.M. (Victor) Bekkers & L.G. (Lars) Tummers, Public Management Review · mei 2014: https://www.researchgate.net/publication/262726174_A_Systematic_Review_of_Co-Creation_and_Co-Production_Embarking_on_the_Social_Innovation_Journey
Zie Participatiesamenleving niet het antwoord, Erasmus Universiteit Rotterdam, 21 oktober 2014: www.eur.nl (Artikel is niet meer beschikbaar op site EUR).
U P D A T E
Steun brokkelt af voor participatiesamenleving, door Charlotte Huisman, De Volkskrant, 28 oktober 2014: www.volkskrant.nl