De nieuwe beterweters van de publieke sector
Het slotcongres van het programma Beter en concreter in Utrecht op 25 maart 2015 ging over het maatschappelijk belang van het opruimen van bureaucratie en knellende regels. In het programma werkten de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de ministeries van Economische Zaken (EZ) en Binnenlandse Zaken (BZK) de afgelopen drie jaar samen aan het verbeteren van dienstverlening en de kwaliteit van regels. Minister Ronald Plasterk van BZK vindt het thema zo belangrijk dat hij zelf naar Utrecht was gekomen. Evenals voorzitter Jantine Kriens van de directieraad van de VNG. Beiden benadrukten het maatschappelijke belang van het thema. “Gemeenten werken steeds meer vanuit het perspectief van de burger”, zei Plasterk. Kriens schetste de spanning tussen systeem en leefwereld: “We staan voor de opgave om slechte of tegenstrijdige regels te slopen en tegelijkertijd nieuwe regels te maken die recht doen aan de leefwereld van mensen”.
In de afgelopen drie jaar was in elke provincie een burgemeester of wethouder als regionaal ambassadeur verbonden aan het programma. De ambassadeurs hielden gezamenlijk 25 regionale bestuursbijeenkomsten waarop ze inspirerende methoden om hinderlijke regels af te schaffen verzamelden en met elkaar deelden.
Op het congres kwamen naast Plasterk en Kriens aan het woord: Jan ten Hoopen, voorzitter van het Adviescollege toetsing regeldruk Actal; Jacques Wallage, voorzitter van de Raad voor het Openbaar bestuur (Rob) en Margo Trappenburg, bijzonder hoogleraar Grondslagen van het maatschappelijk werk aan de Universiteit voor Humanistiek. Trappenburgs lezing was getiteld: Beterweters in het publieke domein.
Naast kwartaalevaluaties ook nog een jaarplan met leerpunten, speerpunten en thema’s, plus een terugblik
Zij begint haar lezing met een eigen ervaring: “Een paar weken terug sprak ik een vriendin van mij die gezinshuisouder is. Zij en haar man verzorgen naast hun eigen kinderen nog drie pubers met een ernstige verstandelijke beperking. Elke keer als ik mijn vriendin zie ben ik diep onder de indruk van de verstandige wijze waarop zij de moeilijkheden van het gezinshuisbestaan tegemoet treedt. Ontmoetingen met de verstandelijk beperkte ouders van haar pleegkinderen. Ontboden worden op de school voor speciaal onderwijs van haar tienerpleegdochter wegens verregaand wangedrag. Zorgen om de toekomst van haar bijna volwassen pleegzoon, die met een IQ van 52 mogelijk ‘in zijn eigen kracht gezet gaat worden’ door de nieuwe ideologen van de participatiemaatschappij. Als ik thuis kom na zo’n ontmoeting ben ik zielsgelukkig met mijn eigen puber waar niet veel meer aan mankeert dan dat hij rapteksten uitslaat en geen fatsoenlijke boeken leest.
Maar deze keer was mijn vriendin niet haar eigen laconieke zelf, want ze was aangesproken door de manager van de organisatie waar haar gezinshuis onder valt. Naast de kwartaalevaluaties die ze altijd al moest invullen werd er ook een jaarplan voor 2015 van haar verwacht met ‘leerpunten, speerpunten en thema’s’ voor het gezinshuis en een terugblik op het voorbije jaar waarin ze stil moest staan bij de voortgang die het huis had geboekt op de ‘leerpunten, speerpunten en thema’s’ van 2014. ‘Ik dacht dat het de bedoeling was dat je een zo gewoon mogelijk gezin zou zijn als gezinshuis’, sprak mijn vriendin verdrietig. ‘Ik wil helemaal niet mijn gezinshuis op de kaart zetten en reflecteren op de vraag waar wij staan over vijf jaar’.
Mijn vriendin was het slachtoffer van de beroepsblik van haar manager, een variant van de beroepsgroep van de nieuwe beterweters”.
De beroepsblik van de nieuwe beterweters
Elk beroep brengt een eigen beroepsblik met zich mee. Een timmerman ziet of de kozijnen netjes zijn geplaatst, een schoonmaker let op vlekken en stof, een dokter ziet of je ongezond bleek bent, een therapeut ziet dat je je emoties opkropt of overspannen bent en een journalist ziet ergens een verhaal in: “We moeten er met elkaar voor zorgen dat zo’n beroepsblik z’n nut heeft maar niet overheersend wordt. Het is prima om in een schoon huis te wonen, maar we moeten niet de hele dag blijven poetsen”.
Wat doet de beroepsgroep van beterweters in het publieke domein? “In de publieke sector zien we sinds eind jaren tachtig een gestage opmars van nieuwe beterweters, een verzamelnaam voor een beroepsgroep bestaande uit managers, beleidsambtenaren, kwaliteitsbewakers, inspecteurs, auditors, adviseurs, consultants en aanverwante functies. Dat kwam door de eisen die vanaf die tijd aan de publieke sector werden gesteld. Er moest fors worden bezuinigd, maar daarnaast moest er meer kwaliteit worden geleverd en meer klantgericht (kind-, student-, patiëntgericht) worden gewerkt. Goedkoper, beter en klantvriendelijker: dat was een programma van eisen waarvan werd aangenomen dat professionals in de zorg, het onderwijs en bij de overheid dat niet zelf zouden kunnen realiseren. Daar was sturing voor nodig.
En dus kwamen de nieuwe beterweters die registratiesystemen invoerden om prestaties te monitoren en te kunnen verbeteren. Soms kwamen ze uit de organisatie zelf; dan waren ze daar altijd al werkzaam geweest maar in een dienende rol. Nu kregen ze veel meer te zeggen. Soms kwamen ze van buiten de organisatie; dan kwamen ze uit het bedrijfsleven en namen ze hun inzichten over bedrijfsmatig en klantvriendelijk werken mee naar de publieke sector. In weer andere gevallen kwamen ze van speciale opleidingen. Bestuurs- en organisatiewetenschappen, beleid en management van de gezondheidszorg, bestuur en beleid”.
Nog meer meten, nog beter registreren en plannen
Er kwam een managementtaal. Voor veel professionals werd het aantrekkelijk om nieuwe beterweter te worden, want meta-werk betaalt vaak beter dan je eigenlijke werk. Wat zijn de effecten?
“Dokters, hulpverleners en therapeuten denken al geruime tijd – sinds eind jaren zestig – na over de mogelijk perverse effecten van hulp en medisch ingrijpen. Zij weten dat ze vaak beter niets kunnen doen (hoewel vooral dokters het moeilijk vinden om zich daaraan te houden). Nieuwe beterweters beheersen die techniek nog niet. Het meest populaire spreekwoord onder nieuwe beterweters is: alles kan altijd beter. Dat leidt ertoe dat er altijd nog beter kan worden gemeten en geregistreerd, nog grondiger kan worden verantwoord, nog beter kan worden gepland, nog preciezer afgestemd en nog meer gecommuniceerd. En zo zitten we met een administratieve lastendruk van jaarverslagen, handelingsplannen, verbeterplannen, registratiesystemen, kwaliteitszorgsystemen, HKZ keurmerken, benchmarks en jaarplannen waar menige gewone professional diep ongelukkig van wordt. Zoals mijn vriendin, de gezinshuismoeder”.
Professionals kunnen de nieuwe beterweters niet bestrijden, maar de beterweters zelf wèl
Hoe komen we er weer af? Dat is niet zo eenvoudig, vervolgt Trappenburg: “Nieuwe beterweters zijn over het algemeen je baas, wat kritiek uiten sowieso lastig maakt. Daar komt bij dat nieuwe beterweters vrijwel uitsluitend praten in hoerawoorden: zij zijn voor keuzevrijheid, klantvriendelijkheid, efficiency, kwaliteitsverbetering, transparantie, een integrale aanpak, voor communicatie, reflectie en samenwerking met ketenpartners. Daar kun je met goed fatsoen niet tegen zijn en zij die het toch proberen worden weggezet als traditionele, paternalistische professionals die niet meegaan met hun tijd, als onderpresteerders die bang zijn dat hun mindere prestaties openbaar zullen worden, of als een gesloten kaste die weigeren buitenstaanders inzage te geven in het reilen en zeilen van de beroepsgroep. Professionals kunnen de nieuwe beterweters niet bestrijden. Wie dat wel kunnen zijn buitenstaanders: filosofen of wetenschappers zoals ik die de opkomst van de nieuwe beterweters van een afstand bezien en kunnen wijzen op de negatieve effecten daarvan.
Maar nog veel beter is het als nieuwe beterweters zelf gaan bedenken wanneer het te gek wordt met de hoeveelheid registratie, de jaarplannen, SWOT analyses, plan do check act cycli, de governance-structuren en de kwaliteitszorg”.
Lees de hele lezing van Margo Trappenburg: Beterweters in het publieke domein, 25 maart 2015: http://margotrappenburg.nl
Keynotespeeches slotcongres Beter en concreter, VNG, 27 maart 2015: www.vng.nl
Verslag slotcongres Beter en Concreter, Ministerie van BZK: https://prettigcontactmetdeoverheid.nl/nieuws/verslag-slotcongres-beter-en-concreter
Speciaal nummer, Beter en concreter, van PM – Public Mission, maart 2015: www.pm.nl (site is opgeheven. nr niet meer beschikbaar).