Professionals in de frontlinie
Leraren op het Malieveld, artsen die een nieuw zorgstelsel voorstellen, de rechterlijke macht die kraakt in haar voegen, politiemensen die publieksvriendelijke acties voeren en recent verpleegkundigen die uit protest zondagdiensten draaien. Wat is er toch gaande met al deze professionals in Nederland? Eén ding is in ieder geval volstrekt duidelijk: er staat veel op het spel. De diensten die deze professionals leveren – van gezondheidszorg tot veiligheid, van onderwijs tot rechtspraak – zijn namelijk niet alleen onmisbaar voor burgers, de kwaliteit ervan straalt ook nog eens direct af op hoe burgers het openbaar bestuur waarderen.
Op 11 december 2019 promoveert bestuurskundige Wiljan Hendrikx op een proefschrift naar professionele identiteit in een context van beleidshervormingen. Hoewel er veel onderzoek is gedaan naar hervormingen in het openbaar bestuur, hebben beleidsmakers en bestuurskundigen verrassend genoeg tot nu toe relatief weinig aandacht besteed aan hoe professionals zelf aankijken tegen de beleidsmaatregelen die ze moeten implementeren en tegen hun positie in een context van veranderende – en soms zelfs tegengestelde – verwachtingen. Dit proefschrift combineert een studie naar veranderende verwachtingen van professionals in beleid door de jaren heen met een grondige analyse van de eigen percepties van professionals over professionalisme.
Opstapeling
In zijn studie heeft Hendrikx ruim zestig jaar beleidshervormingen in de huisartsenzorg en het voortgezet onderwijs in kaart gebracht en daarbij achterhaald hoe verwachtingen ten aanzien van professionals zich hebben ontwikkeld. Het blijkt dat nieuwe beleidsmaatregelen altijd gepaard gaan met nieuwe rolverwachtingen, maar dat deze verwachtingen elkaar niet zomaar vervangen maar dat zij zich eerder opstapelen. Voor professionals betekent dit dat ze steeds meer ballen tegelijkertijd in de lucht moeten houden. Zo moeten ze veelal heel kundige experts zijn en verdienstelijke ondernemers en goede netwerkmanagers, waarbij ze gelijktijdig verantwoording af moeten leggen aan hun professionele gemeenschap en hun management en hun netwerkpartners.
Identiteitsconflict
Door middel van het concept ‘professionele identiteit’ heeft Hendrikx vervolgens de spanningen inzichtelijk gemaakt tussen professionals’ zelfbeeld – hoe denken professionals dat ze moeten zijn – en hun rol – wat doen professionals naar hun idee in hun dagelijkse praktijk. Hij constateert daarbij een groeiend identiteitsconflict: professionals kunnen steeds minder voldoen aan hun eigen standaarden van ‘goed professioneel werk’. Daar waar hun dagelijkse praktijk wordt gedomineerd door een technische rationaliteit die hun professionele werk voornamelijk begrijpt als meetbare en op te delen processen, definiëren zij zelf hun professionele werk juist als sociaal proces dat bol staat van relationele aspecten. Deze zien zij zelfs als voorwaarde voor kwaliteit: zonder een goede relatie met leerling of patiënt en kennis van diens achtergrond zijn goed onderwijs en goede zorg nagenoeg onmogelijk.
Mismatch beroepsidentiteit en systemen
Het vergt voor professionals veel kunst- en vliegwerk om goed professioneel werk te leveren binnen een systeem wat – vaak zelfs letterlijk in tijd – weinig ruimte laat voor deze sociale kant. En dat is precies waar het al die professionals in de frontlinie om gaat. Hun protest moet dus niet begrepen worden als slechts een oproep voor meer geld of voor simpelweg meer waardering. Het probleem ligt fundamenteler, namelijk een mismatch tussen de beroepsidentiteit van professionals en de systemen waarbinnen zij dag in dag uit hun werk moeten doen. Het lijkt erop dat voor veel professionals de rek er behoorlijk uit is.
Serieuze gesprekspartner
Op basis van zijn proefschrift stelt Hendrikx dat professionals meer en eerder betrokken moeten worden bij het vormgeven van beleid. Zij zijn namelijk degenen die al deze plannen daadwerkelijk moeten implementeren en alleen zo is het mogelijk dat systemen aansluiten bij de professionele identiteit van professionals. Beleidsmakers moeten daarbij meer oog krijgen voor hoe hun verwachtingen ten aanzien van professionals leiden tot een stapeling van rolverwachtingen in de praktijk en hoe dit uitpakt voor verschillende typen professionals.
Aan de kant van de professionals is ook werk aan de winkel: professionals moeten beter in staat zijn te definiëren wie ze zijn en daar actief in gesprek over kunnen gaan. Professionaliteit is namelijk een capaciteit en geen competentiechecklist. Professionele gemeenschappen moeten daarom een continu debat faciliteren tussen professionals over wat ‘goed’ professioneel werk inhoudt en betekent in de praktijk. Beleidsmakers hebben namelijk een serieuze gesprekspartner nodig en geen kakafonie aan opvattingen. Alleen met een sterke en breed gedragen professionele identiteit zijn professionals in staat deze rol van serieuze gesprekspartner op zich te nemen.
Promotie
Wiljan Hendrikx promoveert op woensdag 11 december 2019 om 16.00 uur in aula van Tilburg University.
Iedereen is van harte welkom. Meer info op: www.tilburguniversity.edu/nl/actueel/promotie-pma-hendrikx
Downloaden proefschrift When Policy meets Practice – Professional Identity in a context of Public Management Reform, door Wiljan Hendrikx, 2019: https://beroepseer.nl
Reacties (1)
Geef een reactie Reactie annuleren
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Dit is n boeiende materie; het verschil tussen de leefwereld (van burgers, cliënten, patiënten) en systeemwereld (van overheid, bureaucratieën, juristen, toezichthouders e.d.) is fundamenteel, welbekend en voorlopig niet opgelost. Als nu de professionals (in zorg, onderwijs, welzijn, politie) hier nu bij komen als derde partij en er wellicht nog een vierde partij is (policy makers, managers) die niet helemaal samenvallen met systeem), dan wordt het nog boeiender (intellectueel) en praktisch gesproken complexer.
Ik heb het proefschrift (nog) niet gelezen, maar de promovendus lijkt de rol van professionals in de beleidscyclus te willen versterken. Maar is dat niet een partijtje meeblazen in het basisproces van een andere partij, waarmee je deze partij meteen leading maakt? Is good governance wellicht een meer fundamentele oplossingsroute? Niet als kreet, maar als een grotere balans tussen verschillende maatschappelijke machten (overheid, bedrijfsleven, burgers, middenveld) en daarmee tegelijk een mooiere synthese tussen verschillende rationaliteiten; politieke, technische/instrumentele, juridische, financieel-economische, administratieve en relationele/emotionele rationaliteit? Dick Ruimschotel