Interviews met 3 wijkagenten uit Rotterdam. 1. Dirk de Groot: “Elke jongere met iets op z’n kerfstok, stuur ik een handgeschreven kerstkaart”
Er zijn weinig Rotterdammers die 25 jaar lang de samenleving in de meest multiculturele wijk van Nederland zo van nabij hebben meegemaakt als brigadier Dirk de Groot (61), sinds 1992 wijkagent in Rotterdam-West. Een man die geen blad voor zijn mond neemt zoals we kunnen horen in een interview in Vers beton, het online-tijdschrift “voor de harddenkende Rotterdammer”. Het interview is het eerste van een reeks van drie van Dirk Mellema en Salih Kilic.
Een wijkagent was voorheen een goedmoedige ‘koddebeier’ maar de maatschappij is veranderd. Binnen de korpsen zijn ze nu belangrijke informatiebronnen, zeker in Rotterdam, waar door een ratjetoe aan inwoners de uitdaging om contacten op te bouwen ingewikkelder is.
Sinds 1992 werkt De Groot in Rotterdam-West: eerst 16 jaar in Schiemond, toen 8 jaar in Delfshaven en nu een jaar Bospolder-Tussendijken. In zijn wijk wonen 7000 mensen, zo’n slordige 85 verschillende nationaliteiten. De twee grootste groepen zijn Marokkanen en Turken en daarnaast voormalige Joegoslaven, Surinamers, Antillianen en Kaapverdianen. De Groot is een ‘ouderwetse’ politieman, als het nodig is deelt hij een tik uit, een kwestie van ‘jezelf op straat staande houden’. Uiteraard hebben al die jaren zijn kijk op de maatschappij beïnvloed.
“Je moet bevolkingsgroepen niet generaliseren. Soms zijn mensen boos op me en dan moet ik niet denken: ze zijn allemaal zo. Ik kom in aanraking met de slechteriken, maar ook met de goede en van die laatsten zijn er veel en veel meer. Mensen, die weinig of niet in aanraking komen met andere culturen, hebben geen idee hoe het echt is in de stadswijken. Ik heb familie in Zeeland, als ik die over buitenlanders hoor praten, dan draait mijn maag om. Ze weten niet eens waar ze het over hebben.”
Van ‘wijkdienders’ wordt meer dan ooit verwacht, dat ze weten wat er leeft onder de bewoners. Als er spanningen zijn, zoals nu, houden ze dat in de gaten.
De Groot: “De Turkse samenleving hier is uiteen gevallen. Ze staan lijnrecht tegenover elkaar. Er zijn middenstanders failliet gegaan, omdat ze tot de verkeerde club horen. Mensen worden bij de bakker of de slager met de nek aangekeken. De kliklijnen naar Turkije doen daar geen goed aan. Ik kom bij de stichting Nida over de vloer, maar ook bij twee moskeeën, waarvan één salafistische. Het valt me op dat ze me allemaal lid willen maken van hun club. Vorig jaar tijdens een demonstratie van Koerden moest ik ingrijpen, waarbij klappen vielen. Die beelden waren ook te zien op RTV Rijnmond. Bij mijn bezoek daarna aan de Aya Sophia moskee werd ik daarop aangesproken. Ik maakte duidelijk: als een Koerd zich misdraagt, dan krijgt hij klappen en als een Turk zich misdraagt, dan hij ook. In mijn straat ben ik de baas. Punt uit.”
Het valt De Groot op dat naarmate kinderen ouder worden, ze zich meer in hun eigen bevolkingsgroep terugtrekken: ”Als ze nog op de basisschool zitten, gaan ze allemaal met elkaar om. Maar op de middelbare school trekken de etniciteiten naar elkaar toe. De eerste generatie Turkse jongeren krijgt thuis over het algemeen een ouderwets strenge opvoeding. Maar dan mogen ze op school Piet en Klaas zeggen tegen de leraar. Heel anders dan ze thuis hebben geleerd. Na schooltijd is er de straatcultuur. Zo’n jongen moet op één dag al die schakelingen maken van het ene naar het andere cultuurtje.”
Lees het hele interview Wijkagent Dirk de Groot: “Elke jongere met iets op z’n kerfstok, stuur ik een handgeschreven kerstkaart”, Vers beton, 19 september 2017: https://versbeton.nl
Lees ook de twee andere interviews:
Wijkagent Mat Soares: “Dan krijg je zomaar een kind in je armen gedrukt”, Vers beton, 3 oktober 2017: https://versbeton.nl
Wijkagent Betül Kilci: In uniform naar de moskee, Vers beton, 17 oktober 2017: https://versbeton.nl