Skip to main content

Pal staan voor goede journalistiek in bange tijden

De Stichting Beroepseer timmert aan de weg met een aanpak voor Goed Werk, ontleend aan het werk van Howard Gardner en zijn collega’s van de Harvard Universiteit. Waar gaat het in essentie om bij dat Goed Werk? Behalve dat je over de nodige kennis en vaardigheden moet bezitten gaat het vooral om betrokkenheid en verantwoordelijkheid.
Een goed vakman is zich sterk bewust van zijn verantwoordelijkheden en realiseert zich bij voortduring dat hij te maken heeft met meer dan één verantwoordelijkheid, vaak tegelijkertijd. Alleen daarom al legt hij zich dus niet zo maar neer bij een Befehl ist Befehl denken en doen.
Een vakman is voorts betrokken bij het werk zelf en bij degenen voor wie hij dat doet.
Onverschilligheid over het werk en over wat dat oplevert is dus niet verenigbaar met vakmanschap, ook niet als dat wordt opgebracht omwille van gewin of succes. Volgens de Amerikaanse socioloog Richard Sennett staat vakmanschap voor “een duurzame, basale menselijke drijfveer, het verlangen om werk goed uit te voeren omwille van het werk zelf”.*)

Een basale menselijke drijfveer: als we de geest van autonomie en onafhankelijkheid die daarin steekt in ons werk kunnen opbrengen dan kunnen we dat misschien ook een beetje daarbuiten doen. Daarin ligt een algemeen maatschappelijk belang van deze drijfveer.
Soms loopt het werk en wat daarbuiten is in elkaar over. Dat gebeurde op 29 januari 2015 toen een jongeman de NOS nieuwsstudio’s binnendrong en daar met een wapen het journaal opeiste. De hoofdredacteur van NOS Nieuws had gelijk toen hij dat “heavy nieuws” noemde, “iets unieks in de Nederlandse televisiegeschiedenis”. Het was angstig en bedreigend.

Het unieke zat niet alleen in het nieuwsfeit zelf, maar ook in het feit dat nu de journalisten niet naar het nieuws toegingen maar het nieuws zich aan hen opdrong.
Hoe gingen zij daarmee om? Ik vernam van het incident eerst op de autoradio (Radio 1), en volgde het daarna op de tv. Zoals iedere leek kon ook ik bij de eerste beelden van de dader zien dat het hier om een verwarde jongeman ging. Zo te horen leek ook de portier daarvan overtuigd, en daarnaar te handelen. Dat was extra professioneel omdat juist hij persoonlijk werd gegijzeld.

Konden de aanwezige journalisten voldoende professioneel gedrag opbrengen nu ze zelf onderwerp werden van het nieuws? Zij en wij dachten bij de eerste signalen over dit incident natuurlijk eerst aan Charlie Hebdo en andere georganiseerde terreuracties. Maar uit de beelden van de overmeestering die de NOS vrijgaf – en die dus achteraf na het gebeuren werden vertoond – bleek toch zonneklaar dat het hier iets anders betrof. Had dat dan ook niet eerder en duidelijker kunnen worden geduid? Veel kritiek heeft de NOS gehad op het besluit om een tijd niet uit te zenden. Maar misschien is het erger dat die tijd kennelijk niet gebruikt is om even rustig bij zinnen te komen en een wat meer verantwoorde duiding van het incident te geven, zodat het sneller uit de context van Charlie Hebdo en terreur kon worden gehaald. Is dat juist niet het beetje extra dat je van een professionele journalist verwacht?

Te gemakkelijk voor mij, zo van een afstandje en achteraf? Dat is zeker waar. Maar er is alle reden voor de betrokken journalisten om dit nog eens goed te evalueren. En niet alleen met het oog op de beveiliging van de studio’s, maar ook met het oog op de maatschappelijke betekenis van hun journalistieke optreden.

*) Sennett, Richard. De ambachtsman. De mens als maker, uitgeverij J.H. Meulenhoff bv, Amsterdam, 2008 (p. 17)