Skip to main content

Wat doet de burgemeester in oorlogstijd? Rechtschapen zijn of bestuurlijk ongehoorzaam?

In Debatcentrum De Balie in Amsterdam vond op 2 mei 2017 een debat plaats over hoe een burgemeester in oorlogstijd dient te handelen. Juist rond 4 en 5 mei staan aspecten als onafhankelijkheid, dapperheid en bestuurlijke moed in de schijnwerpers. Maakten de Nederlandse bestuurders in de periode van de Tweede Wereldoorlog wel de goede afweging door aan te blijven als hoge ambtenaar, burgemeester of Commissaris van de Koningin? Het begrip ‘burgemeester in oorlogstijd’ wordt daarbij in één adem genoemd. Was het kiezen tussen kwaden of had men zuiver en op afstand moeten blijven? Ook vandaag de dag is de vraag of bestuurlijk vuile handen maken hetzelfde is als rechtschapen opereren, en hoever zijn we hierin bestuurlijk nu gekomen? Mag een gezagsdrager heden ten dagen weigeren overheidsbeleid uit te voeren, bijvoorbeeld als hij of zij vindt dat het beleid in strijd is met de rechtsstaat of als het beleid tegen zijn of haar eigen morele kompas ingaat? Is de gezagsdrager degene die voor de rechtsstaat gaat staan of moet hij of zij juist overheidsbeleid invoeren?

Aan het debat namen deel voorzitter Gerdi Verbeet van het National Comité 4 en 5 mei; Johan Remkes, Commissaris van de Koning Noord-Holland; onderzoeker Peter Romijn en burgemeester van Haarlem Jos Wienen. Maurice Adams gaf een inleiding over de Gezagsdrager in crisistijd. Adams is hoogleraar Encyclopedie van het recht aan de Universiteit van Tilburg en hoogleraar Democratie en rechtsstaat (leerstoel Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg).
De inleiding, waarin Adams twee casussen behandelt, is terug te lezen op de site van Nederland Rechtsstaat, online platform voor constitutionele dialoog, uitleg van de Grondweg en werking van de democratische rechtsstaat.

Maurice Adams: “De burgemeester van de gemeente waar ik woonachtig ben besloot kort voor de kerstdagen van 2016 een aantal bewoners van het plaatselijke AZC voor een periode van twee weken een zogenaamd gebiedsverbod op te leggen. De asielzoekers, die door de burgemeester onder meer als kansloos werden gekwalificeerd, veroorzaakten in de weken voorafgaand aan de maatregel nogal wat overlast. U moet denken aan diefstal, vechtpartijen, zakkenrollerij, en ook intimidatie; zo werd een vrouw door een van hen in het gezicht gespuwd.[1] Daarom mochten de 26 asielzoekers, veelal van Noord-Afrikaanse afkomst, zich gedurende die periode alleen nog maar op het terrein van het AZC begeven. Een uurtje per dag kregen ze ‘vrijaf’: dan konden ze wat boodschappen doen, en eventueel een bezoek brengen aan de huisarts. Stevig gemonitord, dat wel.

Hij voelde zich verplicht tegenover zijn burgers

De burgemeester werd dus met een crisis geconfronteerd, en hij vond de nood onaanvaardbaar hoog. Dit probleem moest daarom NU worden opgelost, niet morgen. Hij voelde zich verplicht tegenover zijn burgers. En bovendien, zo moet hij hebben gedacht, bied ik liever achteraf mijn excuses aan dan dat ik vooraf toestemming vraag. “Mensen snakken naar bestuurders die hun buurten belangrijker vinden dan het pluche. Het is toch zot dat er zoveel media-aandacht is voor een burgemeester die zegt: ‘Hou op met praten en doe eens wat’?” En ook: “Ik vind Trump ook verschrikkelijk, maar hij doet wel wat hij heeft beloofd. Ik zeg ook altijd: ‘Je moet niet beloven wat je doet, maar je moet doen wat je belooft.’ “

Een beetje rechtsstatelijk geverseerde jurist schuifelt bij dit verhaal al snel ongemakkelijk heen en weer, en denkt: “Hé, wacht eens even, zo’n gebiedsverbod in de vorm van een huisarrest wordt toch al sinds jaar en dag begrepen als een vorm van vrijheidsontneming, ook wel gevangenisstraf genaamd? En leren onze Grondwet en het EVRM niet dat een rechter daarover moet beslissen?” Juist, en daar is deze burgemeester ook op gewezen. “We kleuren juridisch een beetje buiten de lijntjes”, zo luidde zijn nader commentaar.

De casus kwam vrij prominent in het nieuws, de burgemeester mocht onder meer aanschuiven bij Eva Jinek (die het hem niet erg moeilijk maakte), en hij kreeg nogal wat schouderklopjes van collega’s en burgers. “Ik word in Den Haag niet met de nek aangekeken. En ook in burgemeestersland ben ik geen zwart schaap. (…) Er is meer tussen hemel en aarde dan regels en wetten; je hebt ook moraliteit en humaniteit.”

En dan was er natuurlijk Sally Yates, die na de inauguratie van Donald Trump kort als US Attorney General fungeerde…”

Klik hier voor verder lezen in PDF: Gezagsdrager in crisistijd, mei 2017: https://beroepseer.nl

Zie ook Dilemma’s van gezagsdragers in zware tijden, essay door Peter Romijn, mei 2017: https://beroepseer.nl

www.nederlandrechtsstaat.nl