Skip to main content

Advies over ‘Leren en ontwikkelen van positieve leercultuur tijdens de loopbaan’

omslag leren en ontwikkelen tijdens de loopbaan serOp uitnodiging van de Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) sprak een delegatie van de Sociaal Economische Raad (SER) met parlementariërs over het advies Leren en ontwikkelen tijdens de loopbaan . In dit advies pleit de raad onder meer voor het ontwikkelen van een positieve leercultuur, meer maatwerk en een breed maatschappelijk akkoord: “Het moet in Nederland vanzelfsprekend worden om tijdens de loopbaan te blijven leren en ontwikkelen. Technologische ontwikkelingen, de snel veranderende dynamiek op de arbeidsmarkt, verhoging van de pensioenleeftijd en internationalisering maken dit noodzakelijk. De SER pleit voor het ontwikkelen van een positieve leercultuur. De raad adviseert onderwijsinstellingen en de overheid maatwerk te organiseren in het onderwijsaanbod voor volwassenen: het moet beter aansluiten bij de situatie van werkenden”.

De parlementariërs spraken op 10 mei 2017 met de SER-delegatie – bestaande uit voorzitter Mariëtte Hamer, Maxime Verhagen (VNO-NCW), Willem Jelle Berg (CNV) en Isabel Coenen (FNV) – over het belang van blijven leren en de financiering hiervan. Jolande Sap, voorzitter van de Commissie vraagfinanciering mbo, gaf eveneens een toelichting op het vergelijkbare advies Doorleren werkt. Namens de Kamercommissie waren Zihni Özdil (GroenLinks), Corien van den Brenk (50PLUS), Dennis Wiersma (VVD), Frank Futselaar (SP), Antje Diertens (D66) en Harry van der Molen (CDA) vertegenwoordigd.

Actieagenda

Het is zaak dat de wereld van het onderwijs beter aansluit op de wereld van de werkenden, vatte SER-voorzitter Hamer het advies over postinitieel leren samen. Ze zette de voornaamste bevindingen en aanbevelingen voor de Kamerleden uiteen. Mensen willen heel graag leren, maar weten niet hoe ze het moeten organiseren, waar ze moeten zijn en waar ze daarvoor tijd moeten vinden. De ondersteuning bij het keuzeproces en de financiering vormen belangrijke aandachtspunten. De SER beveelt aan nadrukkelijker te communiceren over het trekkingsrecht en dit flexibeler te maken (bijvoorbeeld door deelcertificaten). Ook pleit de raad voor een ontwikkelrekening: een persoonsgebonden budget voor werkenden. Het blijven leren en jezelf ontwikkelen moet ‘net zoals eten en drinken’ vanzelfsprekend worden. Jonge kinderen moeten met dat idee worden groot gebracht. Voor de huidige beroepsbevolking is een sterkere leercultuur gewenst. Om deze leercultuur te realiseren is een brede actieagenda nodig. Verschillende partijen zijn volgens het SER-advies aan zet om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van deelnemers op de arbeidsmarkt. De overheid is er daar een van, net zoals werknemers, werkgevers en onderwijsinstellingen.

Trendbreuk

Het advies van de commissie-Sap is afgestemd met de SER en kent veel raakvlakken. Sap ziet bij mensen een grote motivatie om te blijven leren, maar de mogelijkheden ontbreken. Werkenden met een opleiding tot MBO-niveau 4 nemen in de praktijk steeds minder deel aan scholing. Meer urgentie en ambitie in het beleid van alle actoren die betrokken zijn, is volgens haar noodzakelijk. Een trendbreuk is nodig. Aanbevelingen uit het advies zijn onder meer een individuele leerrekening, een deltacommissaris en een nationaal scholingspact.

Bovensectorale scholing

Verhagen gaf aan dat voor een passend onderwijsaanbod een goede samenwerking tussen bedrijven, maatschappelijke organisaties en opleidingen essentieel is. Meer ruimte voor bovensectorale scholing kan daarbij helpen: ontwikkelingen gaan zo snel dat sommige beroepen over een aantal jaar niet meer bestaan. Daarom moet de ontwikkeling van een scholingscultuur binnen bedrijven worden gestimuleerd. Door meer regie bij werknemers te leggen, zullen zij zich eerder scholen en ontwikkelen. In de bouw gebeurt dit bijvoorbeeld al middels het duurzaam inzetbaarheidsbudget.

Maatwerk

Berg benadrukte dat scholing en ontwikkeling voor de vakbond CNV centraal staan. De werknemer moet zelf kunnen besluiten over zijn carrière. Hij is groot voorstander van het in het SER-advies genoemde individuele ontwikkelbudget. Coenen verwees naar de rol die collectieve afspraken in cao’s en O&O-fondsen kunnen spelen bij het leveren van maatwerk. Veel opleidingsfondsen bieden niet alleen een scholingsaanbod, maar dragen ook zorg voor een ondersteunende infrastructuur. Daarnaast vroeg ze aandacht voor een veilige en stabiele werkomgeving en leerambassadeurs, medewerkers die anderen stimuleren in hun ontwikkeling.

Urgentie

De vragen van Kamerleden hadden onder andere betrekking op de consequenties voor flexwerkers, zzp’ers en 50-plussers, de positie van de werkgevers en het fenomeen laaggeletterdheid. Ook werd ingegaan op de beschikbaarheid van de individuele budgetten en de verschillen tussen publieke en private opleidingen. De urgentie om te blijven leren is groot, bleek tijdens de bespreking van de adviezen. Voor de wendbaarheid en weerbaarheid van alle werkenden is het cruciaal om nu gezamenlijk tot instrumenten te komen om aan deze adviezen een vervolg te geven, aldus SER-voorzitter Hamer bij afsluiting van de bijeenkomst. “Ik hoop van harte dat dit een estafettestokje mag worden dat we in de toekomst kunnen uitwerken en verder brengen”.

Advies. Leren en ontwikkelen tijdens de loopbaan – Een richtinggevend advies, SER, maart 2017: www.ser.nl

Advies Commissie vraagfinanciering mbo Doorleren Werkt, Rijksoverheid, 4 april 2017: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2017/04/04/advies-commissie-vraagfinanciering-mbo-doorleren-werkt (Niet meer beschikbaar. Ga naar sitearchief van de Rijksoverheid: https://rijksoverheid.sitearchief.nl/#archive en tik in zoekveld van grijze linkerkolom: Advies Commissie vraagfinanciering mbo Doorleren Werkt

leren en ontwikkelen tijdens de loopbaan ser aanbevelingen