Inspecteurs geïnterviewd over hun beroep
Inspecteurs zijn onderwerp van gesprek geworden. Ze staan regelmatig in de belangstelling, of dat nu in de Tweede Kamer is of in de media. Inspecteurs krijgen de opdracht om strenger of juist flexibeler te zijn. Hun wordt gevraagd transparant te zijn over wat ze doen en wat ze aantreffen. Er is verontwaardiging over de ‘afvinklijstjes’ waarmee ze werken of er is ophef om de misstanden die door inspecteurs worden aangekaart. Om meer inzicht te krijgen in het werk van inspecteurs besloot Teusjan Vlot, algemeen secretaris Inspectieraad en hoofd Bureau Inspectieraad, tot een onderzoek om de ‘stam’ van inspecteurs in beeld te brengen.
Antropoloog Manja Bomhoff ging daarmee eind 2016 aan de slag. Wie zijn die inspecteurs nu precies? Wat voor type mensen zijn zij? Wat houdt hen bezig? Wie vinden zij een goede inspecteur? Hebben inspecteurs rolmodellen?
Een antropoloog onderzoekt de leefwereld van mensen in verschillende subculturen (‘stammen’). Manja Bomhoff: “Als antropoloog heb ik aandacht voor waarden; wat vinden mensen belangrijk? Daarnaast kijk ik naar de omgeving − de context − waarin mensen werken. Want die bepaalt voor een groot deel de bewegingsruimte die individuen ervaren in hun werk.
In ‘inspectieland’ wordt van inspecteurs veel verwacht. Op allerlei manieren worden zij in hun professioneel handelen gestuurd. Maar je kunt lastig mensen sturen wanneer je niet weet wat hun waarden en beweegredenen zijn. In dit onderzoek kreeg ik alle ruimte om erachter te komen wat inspecteurs zélf belangrijk vinden”.
Vlot: “Als Bureau Inspectieraad hebben wij de opdracht om een bijdrage te leveren aan de professionalisering van inspecties en inspecteurs. Als je dat goed wilt doen, moet je inspecteurs en hun werk goed kennen. We weten al veel over inspecties, maar veel minder over de mensen achter de inspecties”.
De keuze voor kleinschalig kwalitatief onderzoek was een bewuste, legt Vlot uit: “Kwantitatief evidence based onderzoek heeft ook z’n waarde natuurlijk, maar ik wilde nu juist het onderzoek gebruiken om mensen te laten vertellen over hun vak, en daarmee ook de dialoog te stimuleren; binnen en tussen inspecties. Laat mensen maar vertellen wie ze zijn, wat ze doen, waarom ze dingen doen, waar ze zich over verwonderen of waar ze zich aan ergeren”.
Vlot is zich ervan bewust dat je op basis van dit onderzoek geen generaliserende conclusies kunt trekken over wat inspecteurs denken of doen. “Maar het geeft wél inzichten over hoe je toezicht nog verder kunt professionaliseren”.
Uniek rapport van inspecteurs over hun beroep
Het resultaat van het onderzoek heeft Vlot aangenaam verrast: “Ik vond het mooi om te zien dat inspecteurs zulke heldere opvattingen hebben over wat een goede inspecteur is en hoe die omgaat met normen. Dat maakt het voor mij duidelijke professionals. Ik zie ook dat ze op zoek zijn naar de balans tussen kaders en eigen opvattingen. Dit noemen we ‘professionele ruimte’, een thema waarmee we ons al een aantal jaar bezighouden. Aan de ene kant wil je inspecteurs die − waar ze ook zijn − oog hebben voor de context. Tegelijkertijd geef je ze als organisatie richtlijnen mee, soms zelfs protocollen, of geautomatiseerde systemen. Hierdoor kunnen inspecteurs minder rekening houden met de diversiteit in context en krijgen ze minder ruimte voor eigen afwegingen. Dat ingewikkelde spanningsveld is er, elke inspectie worstelt ermee. Dit onderzoek biedt stof voor het doorlopende gesprek over vragen als ‘hoe gaan we hiermee om’ en ‘hoe kunnen we de balans zo goed mogelijk vinden?’”
Dit rapport laat zien dat de geïnterviewde inspecteurs heel goed nadenken over hoe ze hun werk het beste kunnen doen. Vlot: “Daar hoort ook bij dat ze niet allemaal hetzelfde denken. Ze kunnen juist in hun vak groeien als ze de gelegenheid krijgen om in gesprek te gaan over de dilemma’s die ze in hun werk tegenkomen, en ontdekken welke verschillende opvattingen er leven. Het inspectievak is nog een vak in ontwikkeling”.
Voor het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met inspecteurs die begonnen met enkele persoonlijke vragen over de achtergrond van de inspecteur, de motivatie om voor dit beroep te kiezen en de belangrijkste doelstellingen in het dagelijkse werk. Daarna ging het over de ervaren ruimte en kaders in het werk, ideeën over het nut en de effectiviteit van het inspectiewerk, randvoorwaarden voor een goede beroepsbeoefening en de kenmerken van een ‘goede inspecteur’. Verder ging het in de gesprekken over de relaties met onder toezichtstaan den, beleidsmakers en andere stakeholders.
In de gesprekken was ruimte om dieper in te gaan op door de inspecteurs zelf aangedragen thema’s. De inspecteurs hebben een conceptversie van het rapport gelezen, de tekst gecontroleerd en aangegeven wat volgens hen de belangrijkste inzichten zijn en of zij zich voldoende herkennen in de beschrijvingen. Hun opmerkingen zijn vervolgens in het eindrapport verwerkt. De interviews werden gehouden met het oog op grotere thema’s van de inspectie, waaronder transparantie, professionaliteit, disciplinering, uniformiteit en onafhankelijkheid.
Inspecteurs krijgen niet vaak de gelegenheid om op deze manier open over hun werk en hun opvattingen te praten. Dit is dan ook een uniek rapport van inspecteurs over hun beroep, nuttig voor de Inspectieraad, de Academie voor Toezicht en voor iedereen die beleidsmatig en strategisch nadenkt over toezicht en aansluiting wil houden met de werkvloer.
Enkele uitkomsten
De inspecteurs laten zien welke risico’s er kleven aan een te grote juridificering, bureaucratisering en uniformering. In sommige gevallen lijkt er een onzekerheid te zijn ontstaan door een
haast verlammende angst voor reputatieschade. Enkele inspecteurs geven aan te vinden dat zo veel energie intern is gericht dat er te weinig energie overblijft voor de buitenwereld. Ze ervaren hinder van politieke en beleidsdruk en hebben (nog) geen productieve manier gevonden om hier goed mee om te gaan. Tegelijkertijd zoeken de inspecteurs continu naar allerlei manieren om hun vak zo goed en zo zinnig mogelijk uit te oefenen. Die zoektocht vinden ze boeiend. Hun drang om bij te dragen aan het grotere maatschappelijke doel houdt ze hierbij gemotiveerd.
Download Inspecteurs over hun vak, door Dr. Manja Bomhoff, uitgave van de Inspectieraad, juli 2017: www.rijksinspecties.nl