Skip to main content

Ambtelijk vakmanschap en nieuwe lokale gezagsarrangementen

overheidsgebouw

Al enige tijd tekent zich een verschuiving af van de politiek naar het politieke: een nieuw speelveld waarin groepen burgers en ondernemers arrangementen maken om problemen te tackelen. Neem zo’n initiatief als de coöperatieve wijkraad in de Groninger Oosterparkbuurt, waar het publiek zelf vergaande zeggenschap heeft over beheerstaken, die eerst bij de gemeente berustten. Betekenisvol is dat de gemeenteraad participeert met een vertegenwoordiging namens de Raad en niet langs de lijnen van de fracties.

Het beeld van dit nieuwe lokale gezagsarrangement welt op bij lezing van het essay van Gabriël van den Brink en Thijs Jansen over ambtelijk vakmanschap en moreel gezag1). Wat de laatste tijd als een gezagscrisis wordt getypeerd leidt momenteel naar tal van nieuwe vormen van wat David Easton zo mooi kwalificeerde ‘gezaghebbend schaarse waarden toe te delen’. Meer dan bij macht het geval is, steunt gezag op erkenning en daar wringt de schoen, analyseren beide beroepseerhelden. Politieke partijen, rechterlijke macht noch Senaat of Raad van State blijken bij machte ‘het spel van teugels en tegenwichten’ te funderen. In die ‘morele leegte’ plukt menig ambtenaar de wrange vruchten, als degene die het gemankeerde gezag verder mag dragen.

De uiteindelijke instrumentele of misschien nog meer institutionele oplossing die Van den Brink en Jansen in het slotdeel van hun essay presenteren – een ambtelijk statuut – komt eigenlijk minder krachtig uit de verf dan de oproep in het deel daarvoor om te investeren in de normatieve onderbouwing van ambtelijk handelen: hoe schraag je als beleidsmaker het waarom van je bemoeienis en de motieven achter afwegingen en besluiten? Welke waarden bepalen je handelen? Daarbij leveren de auteurs prompt boter bij de vis, met een verrassende en bemoedigende schematische duiding van de waarden, waarmee je die normatieve schragen kunt plaatsen of helpen ontdekken, met de mensen die ertoe doen.

Natuurlijk, het begrip waarden is voor je het weet plastic taal, dat wil zeggen dat woorden als rechtvaardigheid, waardigheid en respect altijd een vertaalslag nodig hebben naar concreet handelen. Daar zie je de auteurs mee worstelen. Tom Tyler wordt aangehaald, die uit studie van gezaghebbende besluitvormingsprocessen naar voren haalde dat meer dan instemming met de uitkomst van overheidsbemoeienis de procedurele rechtvaardigheid telt. Oftewel, hoe benut je de interacties tussen overheid en burgers maar vooral tussen burgers om input te krijgen én om mensen te helpen er samen over te communiceren?

Waarderend communiceren

Het essay van Van den Brink en Jansen rolt, me dunkt, een lopertje uit: welke waarden herken jij als wezenlijk in die publieke interactie en hoe bed je die waarden in, in regels en vooral in het professionele contact? Als slagroom op de taart leest de passage waarin ze de betekenis van trainen en verantwoording onderstrepen. In de kantlijn noteerde ik daar: ‘yeswaarden zijn een werkwoord !’

In 2017 kreeg ik met Els van der Pool de gelegenheid om op het gedachtegoed van onder meer dit essay voort te borduren. In  dezelfde IKPOB-serie Zoektocht naar het handwerk van de overheidsmanager2) waarin ook dit essay verscheen, grepen we in onze publicatie Halte ongemak de oproep aan om vooral de interactie over die waarden uit te werken. ‘Waarderend communiceren’ doopten we de benadering om systematisch de onderliggende drijfveren van jezelf, de organisatie én van burgers en ondernemers in kaart te brengen. Waar gecommuniceer over argumenten vaak snel als olie op het vuur uitpakt, legt contact over waarden eerder een of meer onderliggende drijfveren bloot, zodat je vanuit een serieuze erkenning van wat mensen ten diepste en niet altijd bewust voor ‘het goede’ houden de onvermijdelijke (en vaak gewoon onderkende) schaarste-toedeling in een nieuw licht kunt bezien (nader toegelicht in Halte ongemak).

Gezag doet ertoe

Het besef bij veel overheidsorganisaties dat gezag er toe doet, je af te vragen hoe je handelen wordt ervaren door derden, en meer oplevert dan handelen vanuit macht is groeiende. En tegelijkertijd wordt het belang hiervan al langer onderkend. In het recent verschenen boek Dienen en beïnvloeden. Verhalen over ambtelijk vakmanschap verwijst Paul ’t Hart, hoogleraar Bestuurskunde aan de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, Universiteit Utrecht) naar het essay in zijn portret van Wim Kuijken (Deltacommissaris en voorheen o.a. secretaris-generaal van de ministeries Verkeer en Waterstaat, Algemene Zaken en Binnenlandse Zaken). Hij schrijft: “Ik vermoed – ik heb het hem niet gevraagd – dat Kuijken zich goed kan vinden in het perspectief op ambtelijk vakmanschap dat Van den Brink en Jansen in een recent essay hanteren. Zij stellen dat de belangrijkste func­tie van ambtelijk vakmanschap het ‘creëren, ontwikkelen en in stand hou­den van het gezag van overheden’ is”.

Ook in mijn dagelijks werk bij de Rijksvoorlichtingsdienst kan ik de lijnen uit het essay doortrekken. Bijvoorbeeld als we proberen om bij kabinetsvoornemens en besluiten van meet af aan de afwegingen transparant te maken. We weten nu eenmaal – geheel in lijn met Tylers pleidooi zoals beschreven in het essay – dat wie de stappen die worden gezet billijk acht, bereid is om meer te weten en afspraken te maken. Ook dan komt het aan op het gemeenschappelijk maken van waarden, meer dan de feitelijke argumentatie. Dat is tweede orde informatie, weten we sinds onder meer het boek Ons feilbare denken van Nobelprijswinnaar Daniël Kahneman. Net als in het eerder aangehaalde voorbeeld van de wijkraad in Groningen wenken oplossingen in communicatieve benaderingen die écht contact mogelijk maken en dus, voorbij de spindoctoring waarden centraal stellen. De overheid wordt werkendeweg meer tussenheid.

1) Ambtelijk vakmanschap en moreel gezag, door Gabriël van den Brink en Thijs Jansen, uitgave van Stichting Beroepseer, 2016: https://beroepseer.nl

2) IKPOB =  Stichting Innovatie, Kwaliteit en Professionaliteit van het Openbaar Bestuur, werd opgericht in 2008 en  ontbonden  in juni 2018. De stichting was gericht op het arrangement van competentieverbetering van professionals in het openbaar bestuur.

Meer weten over de aanpak van ‘dilemmalogica’?
Stuur een e-mail aan rijnja@minaz.nl

Halte ongemak is te downloaden via de site ‘www.dewaardering.com

 

Guido Rijnja is adviseur communicatiebeleid bij de Rijksvoorlichtingsdienst en voortrekker van Stichting Beroepseer

 

 

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.