Alex Brenninkmeijer over de verdeling van macht en toenemende macht van de overheid
Alex Brenninkmeijer vindt dat de overheid burgerrechten steeds vaker verwart met een aanval op haar macht, en trekt zij daarom juist meer macht naar zich toe: “Dat is een aanmerkelijke verzwakking van de rechtsstaat”. In De Groene Amsterdammer vertelt hij aan Marcel ten Hooven over de verdeling van macht, dat steeds meer politici en beleidsmakers democratie als een probleem zien.
Brenninkmeijer was Nationale Ombudsman tot januari 2015 en is sindsdien lid van de Europese Rekenkamer.
“Een opeenhoping van macht: ik heb er een gruwelijke hekel aan”, zegt Brenninkmeijer. Op de macht moet altijd een rem staan, zeker als ze berust bij een grote machinerie als de staat. In zijn jaren als Nationale Ombudsman (2005-2013) heeft Brenninkmeijer keer op keer moeten optekenen hoe weinig een enkeling tegenover een onwelwillende overheid heeft in te brengen. Die ervaring bracht hem ertoe kritisch te spreken over de ‘verruwing’ in de houding die de overheid tegenover burgers inneemt. In plaats van dienstbaar is de staat niet zelden wantrouwig, ongevoelig of gewoonweg bot en onwetend, luidde zijn boodschap. Daarom is het volgens hem allesbehalve een overbodige luxe dat de Nationale Ombudsman als zaakwaarnemer van de burgers met het gezag van een Hoog College van Staat is bekleed. Op die status kan hij een beroep doen als de regering meent hem als een ondergeschikte te kunnen behandelen.
Voor deze subtiliteit in de verhouding met de Ombudsman bleek de minister die Brenninkmeijer eens de les kwam lezen over diens kritische gezindheid weinig gevoel te hebben. De aanleiding voor het ministeriële ongenoegen waren de bedenkingen die hij uitte bij het politieoptreden tijdens de strandrellen in Hoek van Holland in de zomer van 2009. Terugblikkend zegt Brenninkmeijer: “De politie had gericht en met scherp geschoten op het publiek, in een situatie waarin onderzocht moest worden of dat gerechtvaardigd was. Van de politie evenals van de politiek kwam al snel de afdekkende reactie: die mensen op dat strand hadden zich misdragen. Het was echt voorbarig om het politieoptreden daarmee goed te praten. Het is nogal wat als agenten gericht gaan schieten op publiek en niet weten waar die kogels terechtkomen. Ik zoog mijn argumenten ook niet uit mijn duim, maar baseerde me op jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens”.
Brenninkmeijer heeft een paar keer meegemaakt dat een minister bij zijn met argumenten onderbouwde kritiek, disciplinerend optrad: dat kunt u niet maken, dat mag u niet doen.
Buitenproportioneel en in strijd met de rechtszekerheid
Een ander voorbeeld is de sanctiewet in de sociale zekerheid. Brenninkmeijer noemt deze wet buitenproportioneel en in strijd met de rechtszekerheid: “Niet alleen fraude, maar ook een vergissing van mensen bij het invullen van een formulier kan belachelijk zwaar worden bestraft, zelfs met boetes hoger dan de uitkering. De wet is zo ingericht dat rechters noch wethouders de redelijkheid van zo’n sanctie mogen beoordelen”. Rechtsstatelijke vereisten als proportionaliteit van een straf en zekerheid van schuld werden volgens Brenninkmeijer door de staat genegeerd. Brenninkmeijer protesteerde destijds tevergeefs.
De ex-ombudsman sprak er ook over met de minister en staatssecretaris van Sociale Zaken Asscher en Klijnsma, beiden PvdA. Brenninkmeijer: “Ze waren best bereid naar me te luisteren. dat was het punt niet, maar van meet af aan stond vast dat ze er niets aan zouden doen”. Begin 2015 greep dan toch de rechter in. Het sanctiestelsel werd opengebroken en er kwam ruimte voor rechterlijke toetsing van sancties.
Telkens probeert de politiek de grenzen van de burgerrechten op te zoeken, aldus Brenninkmeijer. En volgens een welhaast vast patroon moet de rechter dan corrigeren. Zo ging het onder meer met de bedbadbrood-regeling, het alcoholslot en de opslag van bel- en internetgegevens.
Enerzijds raakt politiek De Haag macht kwijt aan Brussel en Berlijn, anderzijds trekt men steeds meer macht naar zich toe, constateert Brenninkmeijer. Men bemoeit zich met benoemingen in de rechterlijke macht, slaan steeds vaker uitspraken van de rechter in de wind, evenals die van de Raad van State.
Volgens hoogleraar strafprocesrecht André Klip is in geen enkel Europees land de repressie in de wetgeving zozeer toegenomen als in Nederland. Kan Brenninkmeijer niet terugkeren als ombudsman?
‘Het weefsel erodeert’, door Marcel ten Hooven, De Groene Amsterdammer, 5 augustus 2015: www.groene.nl