Zeven dingen die leraren moe zijn te horen van onderwijshervormers
“Dit artikel is me uit het hart gegrepen”, reageert de 22-jarige Portia op een artikel van Valerie Strauss in het Amerikaanse dagblad The Washington Post over dingen die leraren liever niet meer willen horen van onderwijshervormers: “Ik vind lesgeven fijn, de kinderen zijn fantastisch maar die druk van buitenaf haalt de ziel weg uit mijn beroep”.
Leraren zijn er al lang aan gewend toegeeflijk te zijn terwille van de lieve vrede, maar de laatste jaren verheffen zij in toenemende mate hun stem om te protesteren tegen hervormingen die gebaseerd zijn op standaardtoetsen. Die vinden ze schadelijk voor hun leerlingen.
Ian Altman, leraar Engels op een middelbare school in Athens, Georgia, en pleitbezorger voor leraren en studenten, legt uit waarvan hij en zijn collega’s zo moe worden. In 2014 won hij de Education distinguished alumni crystal apple prijs van de Universiteit van Georgia en in 2012 de Outstanding educator prijs van de Universiteit van Chicago.
Altman heeft een lijst met zeven punten opgesteld waarover onderwijshervormers het niet meer mogen hebben. De zeven punten heeft hij ontleend aan gesprekken met leerkrachten. Zij zijn boos omdat hun beroep wordt gekleineerd en hun deskundigheid in twijfel wordt getrokken.
De zeven punten van Ian Altman
Uit een recent pyschologisch onderzoek1) is gebleken dat beleefde mensen anderen meer duperen dan norse en dwarse mensen. Op het eerste gezicht zou je dat niet denken. De oorzaak is dat beleefde mensen eerder geneigd zijn bevelen – zowel de goede als de slechte – op te volgen. Leraren die handelen vanuit de goedkeuring van hun professionele omgeving, maar ook als gevolg van angst en intimidatie, onthouden zich waarschijnlijk van commentaar op slechte voorstellen waarmee onderwijshervormers aan komen zetten. De tijd is voorbij waarin leraren voor zichzelf en hun beroep opkwamen. In dat licht gezien, presenteer ik hieronder een lijst van dingen waar hervormers niet meer mee aan moeten komen omdat ze verkeerd zijn. De lijst is niet compleet, maar het is een begin.
1. Zeg ons niet dat u meer afweet van goed lesgeven dan wijzelf
Er bestaat een geïnstitutionaliseerde houding van misprijzen jegens ons professionele beoordelingsvermogen. Er zijn leraren die zich strak moeten houden aan voorgeschreven, ondermaatse leerprogramma’s die het echte onderwijzen en leren belemmeren. Anderen moeten met een programma werken dat zo breed opgezet is dat het eigenlijk geen betekenis meer heeft.
Doel van de programma’s is in beide gevallen hetzelfde: het bedienen van een top-down structuur die er niet is voor de leerlingen maar terwille van een soort esthetica van onderwijskundige stoerheid.
De meeste onderwijsinstructies zijn onnodig en stellen niets voor. Het zijn hinderpalen op de weg naar echt leren en instrumenten om de top-down structuur legitiem te doen lijken.
Wat zou u ervan zeggen als we het onderwijsbeleid overlaten aan de beroepskrachten? Goede leraren zijn goed omdat we weten wat we doen, niet omdat we blindelings onderwijsbeleid volgen, dat niet of nauwelijks van betekenis is.
2. Begin tegen ons niet over het belang en de waarde van onderwijsnormen
Ik doceer Engels op een middelbare school en ik kan u verzekeren dat de Common Core Standards2) of welke andere normen dan ook, streng noch coulant zijn. Alles hangt af van wat individuele leraren ermee doen. De normen voor taal en literatuur bestaan simpelweg uit een reeks aangenomen, conventionele gedragsnormen die competente lezers en schrijvers geacht worden te vertonen. Hoewel een vaardige en hardwerkende student zo nu en dan kan doen wat de norm voorschrijft en er blijk van geeft daar goed in te zijn, dan is dat niet hetzelfde als je serieus en diepgaand bezighouden met tekst en schrijven.
Ik vraag mijn studenten de tekst en de opgaven serieus te nemen en er iets belangrijks uit te leren buiten de normen om. Die zijn zo algemeen dat elk vraagstuk ermee onderzocht en opgelost kan worden. Twee leraren kunnen met dezelfde norm werken terwijl ze verschillende teksten, verschillende methoden en verschillende doelen gebruiken, en daarmee de studenten een totaal verschillende ervaring geven. Dat betekent dat de norm – ogenschijnlijk dezelfde in beide gevallen – in wezen incoherent is en in die zin is het dan ook geen norm. “Gebaseerd op de norm” is een betekenisloos criterium voor literatuuronderwijs op de middelbare school.
3. Kom niet aanzetten met standaardtoetsen
Ik geloof dat standaardtoetsen voor niemand van enige waarde zijn, behalve voor degenen die er geld mee verdienen. Deze toetsen zijn volgens mij beslist schadelijk voor ons allemaal, ook voor studenten die er goed in zijn.
Leerkrachten bespreken en analyseren de uitkomsten en gebruiken de gegevens daarna vermoedelijk om hun verdere lessen voor te bereiden3), maar het is natuurlijk zo dat cijfers en beoordelingen voor toetsen geen gegevens zijn. Ze zijn een flauw en kleurloos surrogaat voor gegevens, omdat ze de leerstof vervangen door een abstractie, een vals beeld van leren, net zoals Descartes de idee van de fysieke dingen verving voor een grafische voorstelling van ruimtelijke uitbreiding. Vaardigheden als denken, leren en kennen zijn geen objecten die vervangen kunnen worden door abstracties over denken, leren en kennen. In dat opzicht zijn alle toetsen misleidend.
4. Kom niet aanzetten met “uit onderzoek is gebleken dat …”, tenzij u bereid bent te vertellen wat dat werkelijk wil zeggen
Dat betekent niet dat onderzoek er niet toe doet, maar dat wanneer onderzoek wordt genoemd in verband met onderwijs, het meestal gebruikt wordt om een waardevol gesprek te beëindigen in plaats van het te beginnen. Het is een middel om ons het zwijgen op te leggen in plaats van een uitnodiging ons constructief bij de zaak te betrekken. Wanneer ik geconfronteerd word met een volgens mij dubieuze of irrelevante “onderzoek wijst uit”-duiding vraag ik om een citaat. Maar dan word ik onthaald op een lege of licht dreigende blik, of op een of ander verzonnen interpretatie van de eisen van de Common Core, of op een naam als “Marzano”, die verder onderwijsonderzoek voorgoed overbodig zou hebben gemaakt4).
Citeer liever het artikel, verklaar argumenten en bewijs. Wat nog belangrijker is, vertel precies hoe we er gebruik van kunnen maken in mijn klas. Laten we er dan over praten. Onderzoek is niet een of andere reusachtige, losstaande structuur van afgeronde conclusies. Het kent vele kanten en staat bol van eindeloze debatten. Onderzoek kenmerkt zich ook door een verschil in kwaliteit. Tijdschriften met peer review moeten serieus worden genomen, maar ideologische denktanks minder. Begin tegen mij niet over “het onderzoek” alsof ik een leerling ben die leiding behoeft.
5. Stop met adviezen over lesgeven in kritisch leren denken
Wees voorzichtig met wat je wenst. Onze huidige, leidinggevende “hervormers” van het onderwijs zijn dol op preken over het belang van kritisch denken. Natuurlijk is kritisch denken belangrijk, maar wat betekent dat eigenlijk? Veel hervormers bedoelen met kritisch denken meestal probleemoplossende vaardigheden en als ze erover praten hebben ze daarbij de term technische en technologische innovatie – de STEM-vakken5) – in het achterhoofd.
Wat mij betreft betekent kritisch denken ideeën analyseren om ze volledig te begrijpen en wegen vinden om ze te verbeteren of te verwerpen, inclusief ideeën over de waarde en betekenis van technische en technologische innovatie. Daarom is het belangrijk op de hoogte te zijn van de aard en de geschiedenis van ideeën en daarover te onderwijzen in de Engelse les. Ik geef hier een paar vragen aangaande kritisch denken waarover mijn studenten Amerikaanse literatuur zich buigen bij het raadplegen van zowel fictie als non-fictie boeken:
– Leven wij in het kielzog van het Citizens United besluit6) nog wel in een democratie? En wat moeten we denken van “vrije meningsuiting”? In welk opzicht is die vrij? (De Common Core beveelt aan grote rechtszaken te bestuderen).
– Hoe verdedigen of veroordelen wij de kloof tussen arm en rijk? (Zie Frank Norris A deal in wheat en andere titels, speciaal uit de periode van het naturalisme).
– Waardoor wordt de Amerikaanse identiteit bepaald? Wat is een “echte” Amerikaan en hoe ziet die eruit? Wie bepaalt de kenmerken, en hoe? (Net als met honderden artikelen, romans, toneelstukken en verhalen kunnen we een retorische analyse maken van de Common Core-normen om deze vragen te beantwoorden).
6. Hou op met die clichés over onderwijshervoming
Hier volgt een samenvatting van de meest gebruikte clichés:
“Na raadpleging van de resultaten van het onderzoek, en alle stakeholders te hebben betrokken bij het besluitvormingsproces, zijn we het erover eens dat een volhardend streven naar excellentie en een scherpe focus op de normen – in synergie met onze maatregelen voor het afleggen van verantwoording, met actieve en pro-actieve interventiestrategieën en met onze verbeterde observatierichtlijnen voor in de klas – de prestatiekloof zullen dichten en de lat hoger zullen leggen voor alle kinderen”.
Dit kun je niet zeggen en dan nog verwachten serieus genomen te worden door intelligente volwassenen.
7. Zeg ons niet de politiek uit het klaslokaal te bannen
Wees niet naïef. Leren heeft altijd op een of andere manier met politiek te maken. Sommige meningen zijn redelijker dan andere, sommige argumenten zijn sterker dan andere, sommige interpretaties en theorieën beter onderbouwd dan andere. Het is goed om dat hardop te zeggen. Goede leraren schuwen dat dan ook niet.
Een voorbeeld. De theorie over “intelligent design”7) veroorzaakte een aantal jaren geleden enorme ophef bij de creationisten die beweren dat evolutie een onbewezen theorie is en net zoveel waard als andere theorieën op de “markplaats van ideeën”. Het is heel makkelijk twee zwakke punten aan te tonen: er is geen tegenstrijdig wetenschappelijk bewijs tegen evolutie en intelligent design is ontleend aan de teleologie van Aristoteles8). David Hume en Immanuel Kant bekritiseerden in de achttiende eeuw gefundeerd deze theorie.
Deze dingen uitleggen aan leerlingen zal de ene kant van het politieke spectrum meer benadelen dan de andere kant. Wat mij betreft is dat de politici hun eigen schuld. Ze hebben zich bemoeid met onderwerpen in de klas die voorbijgaan aan hun legitieme mandaat als politicus. Ze kunnen uiteraard zeggen wat ze willen, maar de wetenschappelijke praktijk is te onderrichten waarom en hoe sterk argumenten zijn, of hoe zwak. Wij kunnen het niet helpen dat ook politiek daaronder valt.
Verbaal redeneren en argumenteren is het domein van de leraar Engels, vooral nu ons wordt verteld dat we vanwege de Common Core meer non-fictie teksten moeten behandelen. Ik verwacht van al mijn leerlingen dat ze leren op een zinnige en zuivere manier te argumenteren, te zoeken naar de waarheid in plaats van alleen maar de tegenstander te willen dwarsbomen, en ik verwacht ook dat ze met hun argumenten elkaar en mij aansporen. De vitaliteit van mijn klas hangt ervan af.
Teveel mensen leren nooit hoe ze moeten discussiëren en debatteren op een zinnige en zuivere manier. Teveel mensen duiken weg voor controversiële ideeën omdat ze beleefd willen zijn en omdat ze denken dat confrontatie gênant of onbeleefd zou zijn. Mijn studenten zullen niet in die val lopen als het aan mij ligt. Ik zal doorgaan tot het einde, als leraar en als burger, om ieders onwankelbare ideeën door elkaar te schudden.
Leraren hebben deze strijd niet gekozen. Die is ons opgelegd door een onredelijke, uiterst conservatieve “hervormings”beweging. Het is tijd voor hervormers terug te treden omdat ik, en mijn collega’s, beter zullen functioneren als u uit de weg gaat.
Ik nodig u uit mijn denkbeelden aan het wankelen te brengen met een echt argument als u dat kunt. Maar beledig mij en mijn beroep niet te geloven wat me verteld wordt en de dingen te accepteren zoals ze zijn.
NOTEN
1) Are polite people more violent and destructive? door Kenneth Worthy, Ph.D., Psychology Today, 22 juni 2014: www.psychologytoday.com
2) Common Core State Standards = een initiatief van het Amerikaanse onderwijs dat gedetailleerd voorschrijft wat leerlingen moeten leren in de vakken rekenen en taal.
3) Data driven instruction = een integraal onderdeel van lessen voorbereiden. Leren waar de gegevens (data) te vinden zijn die je nodig hebt en hoe de resultaten aan te wenden voor goed onderwijs. Zie bijvoorbeeld video Data-Driven Instruction: www.youtube.com/watch?v=AejLFxPd61o
4) Robert J. Marzano – onderzoekswetenschapper en medeoprichter van het Amerikaanse Marzano Research Laboratory. Marzano maakte een meta-analyse van de uitkomsten van 1.100 onderwijsonderzoeken uit de Westerse wereld. Daaruit bleken elf factoren een aantoonbaar positief effect te hebben op de leerprestaties en ontwikkeling van leerlingen. Eén factor is het pedagogisch handelen en klassenmanagement van de leraar.
5) STEM: Vier specifieke disciplines – wetenschap, technologie, techniek en wiskunde – in een interdisciplinaire en toegepaste aanpak.
6) Citizens United decision betreft een zaak voor het Hooggerechtshof en gaat over donaties en campagne-uitgaven van bedrijven bij verkiezingen. Grote bedrijven bouwen voor zichzelf macht op om invloed te krijgen op de politiek. Dat gaat ten koste van de macht van burgers.
7) Intelligent design is een vorm van creatonisme, de schepping als intelligent ontwerp. Het is de opvatting dat bepaalde kenmerken van het heelal en organismen het best worden verklaard als het werk van een intelligente “ontwerper”. Intelligent design is de tegenpool van de evolutietheorie.
8) Teleologie: alles dat bestaat heeft een doel.
Referentie
Seven things teachers are sick of hearing from school reformers, door Valerie Strauss en Ian Altman, The Washington Post, 14 augustus 2014: www.washingtonpost.com
Lees ook de reacties!