Toekomst van lerarenberoep wordt bepaald door leraren zelf
De universiteit van Cambridge, Engeland, organiseerde in 2012 en 2013 een reeks seminars over de toekomst van het leraarschap. De laatste vond plaats in februari 2013: Sustaining Teachers’ Professional Growth. De bijeenkomsten werden gehouden met het oog op de internationale Summit on the Teaching Profession die in Amsterdam gehouden werd op 13 en 14 maart 2013.
Het seminar van februari onderzocht hoe regeringen en schoolgemeenschappen, alsmede onderwijsorganisaties optimale voorwaarden kunnen scheppen ter bevordering van het leraarschap, dat van vitaal belang is voor het onderwijs aan kinderen en jonge mensen.
Ronald Thorpe schreef naar aanleiding hiervan het artikel Teacher voice and teacher leadership dat heel goed geschikt is om als discussiestuk te dienen en een aanzet kan zijn tot de ontwikkeling van ideeën en het vormgeven van het lerarenberoep.
Aan het begin schrijft hij: “Op de International Summit on the Teaching Profession van 2011 stond een jongeman op uit het publiek die zei: ‘Daar gaan we weer. Dit is een top over onderwijs, maar de stem van de leraar is aan tafel niet te horen’.”
Mijn eerste gedachte was: “Waar heb je het over? Er zijn 16 landen die hier aan tafel zitten, elk vertegenwoordigd door een hoge onderwijsfunctionaris EN een onderwijsvakbondsleider”.
Aangezien de opmerking gemaakt was door een Amerikaanse leraar, keerde ik me naar Dennis Van Roekel en Randi Weingarten, voorzitters van de National Education Association en de American Federation of Teachers, die naast de Amerikaanse Minister van Onderwijs Arne Duncan zaten, en beslist de stem van de leraar zouden laten horen.
Maar zo zien leraren dergelijke conferenties niet. Ik vroeg me af wat de stem van de leraar betekent en hoe die het beroep zou moeten vormen. We hebben meer dan drie miljoen leraren in de V.S. Als de twee vakbondsvoorzitters hun niet vertegenwoordigen, wie dan wel? En aangezien niet alle leraren hetzelfde zijn, hoevelen zouden we aan tafel moeten uitnodigen om de jongeman uit het publiek van dienst te zijn? Ik zag al voor me hoe de tafel snel de hele ruimte zou vullen”.
Thorpe heeft een paar ideeën ontwikkeld over hoe de stem van de leraar gemobiliseerd kan worden ten gunste van het beroep.
Ten eerste zijn er de maatstaven voor de praktijk: wie bepaalt ze en wie houdt er toezicht op? Ten tweede is er de weg die de leraar aflegt vanaf de eerste dag van de voorbereidingsfase tot een ervaringsniveau dat kan leiden tot leraar worden in een klaslokaal of tot een leiderschapsfunctie in het onderwijs.
Welke rol spelen leraren zelf bij deze beslissingen? Het derde idee betreft de gemeenschap van de beroepspraktijk. Dat kan een school zijn, een regio of een staat, of een onderwijsgebied dat van invloed is. Wanneer nemen de leraren verantwoordelijkheid voor deze gemeenschappen? Aangezien de hier genoemde punten de belangrijkste zijn voor het werk van de leraar, kan het lonen eens te kijken naar de rol die de leraar heeft in de besluitvorming. Thorpe haalt nog een uitspraak aan van een zekere Dan Lortie die in 1975 heeft opgemerkt dat lesgeven verdient een beroep te zijn, maar dat het nog niet functioneert als een beroep.
Regeringen maken geen beroepen
Thorpe laat vervolgens in een korte geschiedenisschets zien hoe de onderwijssituatie in de V.S. zich heeft ontwikkeld. Van de door leraren in 1987 opgerichte National Board for Professional Teaching Standards ter bevordering van de kwaliteit van het leraarschap en het bepalen van beroepsmaatstaven tot het invoeren van een lerarencertificaat. De Raad is momenteel bezig met het ontwerpen van programma’s om de kwaliteit van leraren op verschillende niveaus van ontwikkeling te beoordelen. Hij noemt ook hoe bestuurders en beleidsambtenaren die nooit voor de klas hebben gestaan de maatstaven voor het onderwijs bepalen. Dat is niet juist volgens hem:
“Regeringen maken geen beroepen. Noch doen bedrijven of stichtingen dat. Beroepen worden gemaakt door degenen met een beroep. Als onderwijzen een echt beroep wil zijn en zijn eigen plek wil opeisen, dan moeten leraren en anderen werkzaam in de onderwijspraktijk, hun stem laten horen om de weg te wijzen. Die stem kan direct zijn, zoals in gemeenschappen waar onderwijs gepraktiseerd word, of indirect via de maatstaven die bepalen hoe mensen een leerproces doorlopen van beginneling tot ervaren leerkracht. Beide zullen leraren in de positie brengen waarin zij de voornaamste voorwaarden van hun werk definiëren alsmede de normen en het beleid van het beroep bepalen. Leraren moeten goed beseffen dat niemand dat voor hun doet. Òf zij doen dat voor zichzelf, òf ze schikken zich naar de ideeën van anderen”
.
Lees het hele, zes pagina’s tellende artikel Teacher voice and teacher leadership, door Ronald Thorpe, februari 2013: www.educ.cam.ac.uk
Dr. Ronald Thorpe is voorzitter van de National Board for Professional Teaching Standard in Arlington, Virginia, V.S. Hij is te bereiken via rthorpe@nbpts.org
Zie ook website van Universiteit van Cambridge, Faculty of Education over de Cambridge seminars: http://www.educ.cam.ac.uk
Lees ook het artikel Na Teacher Summit, Kamerbrief en interviews tijd voor Lerarenraad op Blogs Beroepseer, 18 maart 2013: https://beroepseer.nl/blogs/onderwijstop/