Onderwijsraad brengt advies uit over kwaliteit in het hoger onderwijs
Op verzoek van de minister Bussemaker van Onderwijs heeft de Onderwijsraad zich gebogen over de vraag op welke manier de kwaliteit van het hoger onderwijs op verantwoorde wijze verbeterd en versterkt kan worden. De Onderwijsraad heeft haar advies op 28 augustus 2015 gepresenteerd in het rapport Kwaliteit in het hoger onderwijs. Evenwicht in ruimte, regels en rekenschap.
De Onderwijsraad, opgericht in 1919, adviseert regering, Eerste Kamer en Tweede Kamer over hoofdlijnen van onderwijsbeleid en wetgeving.
Om de kwaliteit in het hoger onderwijs te verbeteren geeft de Raad het advies om het evenwicht in het kwaliteitsbeleid op drie punten te herstellen: in doelstellingen, in het instrumentarium en in de zeggenschap. In het beleid wordt veel nadruk gelegd op uniforme standaarden voor kwaliteit met daarbij horende doelstellingen, waardoor er weinig ruimte is voor andere kwaliteitsopvattingen en doelstellingen van instellingen, docenten en studenten. Hierdoor kan het onderwijs beoordeeld worden vanuit kwaliteitsopvattingen die niet gedeeld worden door docenten en studenten. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor hun betrokkenheid.
In het beleid ligt verder nadruk op het gebruiken van kwantitatieve instrumenten die focussen op regels, rapportages en financiële en juridische sancties. Er moet ook aandacht zijn voor kwalitatieve instrumenten. Bovendien moeten de kwantitatieve instrumenten beter afgestemd worden op het realiseren en onderhouden van een sterke kwaliteitscultuur. Bij het realiseren van een sterke kwaliteitscultuur zou met ten minste zeven aspecten rekening moeten worden gehouden: (1) een duidelijke, gedeelde en doorleefde visie op goed onderwijs; (2) verbeteringsgerichtheid vanuit collectief en individueel lerend vermogen; (3) leiderschap op opleidingsniveau; (4) een ondersteunende organisatiecultuur die aanzet tot samenwerken; (5) hrm-beleid dat kwaliteitsbeleid ondersteunt; (6) grote studentenbetrokkenheid; en (7) een externe oriëntatie.
Tot slot acht de Raad een beter evenwicht tussen sturing en autonomie noodzakelijk. Verdere verbetering van het hoger onderwijs vraagt om een heldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden. Alleen zo kunnen bij een gelaagde verantwoordelijkheid voor onderwijskwaliteit vruchtbare verhoudingen ontstaan. Daarnaast wordt er nu veel belang gehecht aan publieke verantwoording en onafhankelijk toezicht door externen. Studenten en docenten zouden meer betrokkenheid moeten ervaren bij hun eigen onderwijs. Tegelijk hebben ook bestuurders en toezichthouders een taak in het versterken van kwaliteitsculturen en het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs. De overheid heeft geen rol in directe sturing op kwaliteitscultuur. Zij dient haar verantwoordelijkheid te beperken tot het bewaken van publieke waarden en het scheppen van voorwaarden voor kwaliteitsverbetering. Kortom, de raad adviseert voortdurend te werken aan een evenwicht in ruimte, regels en rekenschap.
Kwaliteit in het hoger onderwijs, Onderwijsraad, 28 augustus 2015: www.onderwijsraad.nl
Downloaden rapport Kwaliteit in het hoger onderwijs. Onderwijsraad, augustus 2015: https://beroepseer.nl
Lees ook:
Onderwijsraad doet aanbevelingen voor kwaliteit hoger onderwijs, Nationale Onderwijsgids, 28 augustus 2015: www.nationaleonderwijsgids.nl
Universiteiten onderschrijven analyse Onderwijsraad: kwaliteitsbeleid verworden tot afrekenbeleid, Vereniging van universiteiten ((VNSU), 28 augustus 2015: http://vsnu.nl
Onderwijsraad: controlecircus onderwijs moet worden ingeperkt, NRC, 28 augustus 2015: www.nrc.nl