Metaforen voor onderwijs – Van lopende band tot kindertuin
Hoe brengen we de kinderen groot? Hoe leiden we ze de wereld in? Wat is goed onderwijs? Belangwekkende vragen die niet zomaar, eens en voor altijd te beantwoorden zijn. Ze vragen om een voortgaand onderzoek en een voortdurende dialoog. Het is aan ouders, leraren, schoolleiders, bestuurders, politici, beleidsmakers en aan iedereen die zich bekommert om een goede inrichting van de samenleving, om die dialoog te voeren.
Om met elkaar in gesprek te gaan, heb je taal nodig. En dan is de vraag: uit welke bronnen put je, op zoek naar woorden om over onderwijs te spreken? Hester IJsseling liet haar gedachten gaan over de invloed van taal in haar artikel Metaforen van onderwijs waarin zij schrijft dat taal niet slechts een middel is om dingen in uit te drukken, maar dat taal de werkelijkheid schept en vorm geeft:
De fabriek
Het Ministerie van Onderwijs bezigt de laatste decennia een heel specifiek vocabulaire dat gekenmerkt wordt door de taal van de markt. Men spreekt over opbrengsten, rendement, toegevoegde waarde, input en output. Tijdens een recente onderwijsmanagementtraining werd zonder een spoor van ironie het ‘Total Quality Management’ van een Japanse autofabriek als lichtend voorbeeld aangedragen, dat navolging zou verdienen in het onderwijs. Leraren herkennen zich zelden in die beleidstaal, maar bij gebrek aan passender repertoire behelpen ze zich er nog te dikwijls mee. Ook lijken ze te onderschatten welke gevolgen het heeft voor de praktijk van het onderwijs, wanneer zij zich uit pragmatische overwegingen schikken in de taal die de overheid kennelijk behaagt.
Taal is niet slechts een middel om dingen in uit te drukken op een min of meer adequate manier. Taal schept de werkelijkheid en geeft die vorm. Hoe gewoner het wordt om over onderwijs te spreken in termen van een productieproces, waarin men door data-analyse en efficiënte toepassing van bewezen effectieve technieken tot een optimaal eindproduct komt, hoe meer de werkelijkheid in de scholen zich daarnaar zal gaan voegen.
Om de werkelijkheid die wij in onze scholen ervaren en de waarden die wij koesteren recht te doen, hebben we de vrijheid nodig om andere beelden te kunnen kiezen. Ik geloof dat het van eminent belang is voor de verwezenlijking van goed onderwijs dat leraren een eigen taal ontwikkelen die past bij de manier waarop zij hun beroep opvatten. In het volgende zal ik daar stof toe aandragen. Ik hoef enkel maar terug te gaan in
de geschiedenis van het denken over onderwijs, want aan de economische taal van de overheid gaat een eeuwenlange traditie vooraf die zich van heel andere beelden bedient.
Klik hier om het hele artikel te lezen: Metaforen voor onderwijs – Van lopende band tot kindertuin, door Hester IJsseling, verschenen in het lentenummer 2014 van tijdschrift Seizoener: https://beroepseer.nl
Hester IJsseling (1967) is doctor in de wijsbegeerte en middenbouwcoach op basisschool De Kleine Reus voor ontwikkelingsgericht onderwijs in Amsterdam. Zij is actief als edublogger (hesterij.blogspot.com) en co-auteur van het boek Het alternatief – weg met de afrekencultuur in het onderwijs!
Seizoener is een onafhankelijk tijdschrift dat bijdraagt aan een eigentijdse presentatie en uitstraling van vrijescholen: www.seizoener.nl